Een actueel belang.

Wanneer ik met te schrijven in deze rubriek mij op vreemd erf begeef is het, om met een enkel kort woord een actueel belang te bepleiten.

Ik bedoel het belang van de vele jongeren uit onze gezinnen, die dit jaar hun studie aan een der Openbare Universiteiten gaan beginnen. De colleges zijn in deze week weer aangevangen en daarom is de zaak actueel; de meesten van hen, die niet als forens in het ouderlijk huis konden blijven wonen, zijn al naar de stad van hun nieuw burgerschap vertrokken. En daar zijn ze het studeiitenleven met zijn vele perspectieven begonnen.

De vraag — en dat is het actueele belang dat ik bedoel — is nu, hoe ze dat studentenleven begonnen zijn.

In de christelijke pers heeft de Unie van Gereformeerde Studenten aan Openbare Universiteiten, de Societas Studiosorum Reformatorum, bij afkorting S. S. R. genoemd, gedurende de laatste weken telkens op haar bestaan gewezen. Verschillende artikelen zijn geplaatst, waarin men omtrent S. S. R. werd ingelicht (ik herinner aan de stukken van Dr W. G. Harrenstein, J. van Andel, Dr C. J. Honig) en adressen zijn opgegeven, waaleen ni6uweling(e) zich vervoegen kon. Een commissie van oudere jaars-studenten is in iedere Universiteitsstad gevormd, om de jongeren te ontvangen en met aUe mogelijke informatie te helpen. De afdeelingsbesturen hebben zich met verschillende christelijke gezinnen ter plaatse in verbinding gesteld om voor de Zondagavonden de studenten de gezelligheid van een huiselijken kring te bereiden — men heeft gedaan wat men kon, om degenen, die BEHOOREN onder het vaandel der aloude S. S. R. te bereiken.

Zijn nu werkelijk onze Gereformeerde jongeren bij S. S.R. zich komen melden? . Ik sprak er deze week twee, die hier in Amsterdam zich lieten inschrijven en n i e t de S. S. R.-gemeensohap hadden gezocht. Ze wilden eerst eens rondkijken in de studentenwereld. Tegen dat willen-rondkijken nu meen ik met allen nadruk te moeten waarschuwen, en, als er ouders onder onze lezers mochten zijn, die van al de publicaties omtrent S. S. R. niets hebben opgemerkt, moge ik hen in het belang van hun zoon of dochter op die S. S. R. wijzen.

Rondkijken in de studentenwereld leidt tien tegen één tot aansluiting bij een neutrale vereeniging, een neutrale sportclub of misschien wel een zoogenaamde „kroeg". En daar hoeren onze jongeren niet: daar kunnen ze nooit leven in het belijden, dat ze van-huis-uit hebben geleerd, maar wèl loopen ze gevaar aan dat belijden ontrouw te worden. Rondkijken brengt ook bijna, zeker aanraking met studenten — want vrijwel niemand blijft geheel op zichzelf staan in de studentenwereld — die aan de christelijke levenshouding vreemd zijn en de nieuwelingen, die voor eiken indruk vatbaar zijn, ontkomen aan de gevolgen van die aanraking niet. Ze zullen ideeën, inzichten, misschien wel gedragingen overnemen, die in strijd zijn met de beginselen, welke hun ouders hoog en heilig houden.-Rondkijken eindelijk maakt het straks willen gaan tot S. S. R. vrij zeker tot een fantasie, want aan de vrienden die men gevonden heeft en den kring, waarin men met vriendschap is ontvangen, onttrekt men zich niet gemakkelijk meer.

Ik wil dus waarschuwen tégen het rondkijken en opwekken tot een onmiddellijk aansluiten bij S. S. R., waar, ik zeg het nog eens, de studenten van christelijken huize behooren. Over S. S. R. schrijven, zeggen wat deze vereeniging is en doet, wat ze beteekend heeft in en voor het leven van velen, die thans in allerlei leidende positie werken, behoef ik nu niet te doen. Dat is in de bovenger noem.de artikelen overvloedig en overtuigend gedaan. Ik wil er alléén bij hen, die nog „rondkijken" en bij hun ouders op aandringen, dat onverwijld de S. S. R.-geineenschap wordt gezocht (De Ned. Christ. Stud. Vereen., de N. C. S. V., omspant alleen de religieus-geestelijke zijde van het studentenleven.)

Ten overvloede geef ik daartoe nog eens de noodige adressen.

Voor Amsterdam: Mej. T. Bergmans, Zuider Amstellaan 124. Z.

Voor Leiden: J. G. Wegner, Leeuwerikstraat 18, Leiden.

Voor Utrecht: a. Mej. E. M. van der Poelj Burgemeesterpark 1, Driebergen.

b. A. C. van der Spek, Biltstraat 146, Utrecht. Voor Groningen: A. H. Smit, Noorderstationstraat 78a, Groningen.

Voor Delft: J. G. Buitink, Oranje-Plantage 38, Delft.

Voor Wageningen: a. J. G. Idema, Dorpsstraat 50, Bennekom.

b. J. van Hulsteyn, Rijksstraatweg 46, Wageningen.

Rotterdam: A. J. van Raalte, Claes de Vrieselaan 139, Rotterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen