GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

y'' ' y Het rassenvi'oags'tiik en het Christendom, door J. H. Oldham, vertaald door W. J. A. Roldanus, uitg. W. D. Meinema N.V., Delft.

Een zwaarwichtig boek over een niet minder zwaarwichtig pnderwerp. De oorspronkelijke Engelsche titel luidt: Christianity and the race problem. Schrijver is de bekende secretaris van den Internationalen Zendingsraad, een man, die door zijn positie, reizen en samensprekingen met allerlei vormen van internationalisme, en dus ook met de differentie der rassen in aanraking , kwam. Geen wonder dat deze toegewijde zendingsman, die telkens gelegenheid vond tot ontmoetingen , met mannen en vrouwen van verschillende fassen, en getuige was van hun harmonische saamwerking voor het Koninkrijk Gods, over het ^asverschil ernstig heeft nagedacht, bijzonder ten .opzichte van wat hij noemt: Christianity, een verzamelwoord, waar wij opzichzelf niet bijzonder mee dweepen. Natuurlijk is de oriënteering in dit boek Engelsch, zoowel wat aangaat taak en roeping van het Engelsche volk, als wat de ideeën over de missie betreft. Het zou al zeer onbillijk zijn, den schrijver hier een verwijt van te maken. Hij is iemand, wiens blik scherp ziet, en vèr doordringt; historisch en ethnografisch is hij goed op de hoogte; ook kan hij de dingen zuiver zeggen, dikwijls puntig en raak; bovendien geeft hij blijk van een goede bezonnenheid, die hem van romantisch aedween en onwezenlijk gedroom terijghoudt. , Toch is hij ten slotte idealist genoeg om het weer te verwachten van een soort imiverseele gemeenschap van getrouwen, die een sterkhumanistischen inslag heeft, de menschen van goodwill uit alle geslacht, volk en natie omvat. Maar hier en daar geeft hij weer een exegese van zijn bedoeling, waar een andere, een diepere toon in ^doorklinkt. En natuurlijk kent hij groote waard© toe aan de verkondiging van het evangelie als bindingsmiddel tusschen ras en ras.

Woordelijk zegt hij „dat erheen grooter bijdrag© lean geleverd worden tot de bevordering van het beter onderling verstaan en den goodwill tusschen de rassen dan het verkondigen van het christelijk evangelie, dat, door het openbaren van het karakter en de bedoelingen van God, aan. alle pogingen om tot betere verhoudingen tusschen de menschen te komen, een onwrikbaren grondslag geeft in Gods eeuwig raadsbesluit. Het toont ons immers in het kruis, dat liefde en opoffering f tot het leven van God zelf behooren; het verlost ons van de wereld en verheft ons er boven; het drijft ons terzelfder tijd daarin terug om erin te > leven, te werken en te dienen in de kracht van een eindeloos leven; het leert ons, dat alles, wat t wij zijn en hebben, Gods gave is, en neemt zooidoende lederen grond weg voor superioriteitsgevoel en trots en maakt een werkelijke broederschap I mogelijk, op de basis van onze gemeenschappelijke > verhouding tot God."

Bijzonder instructief is wat de geachte schrijver ? over de beteefcenis van het zendingswerk ten opzichte van het rassenprobleem zegt.

Hij betoogt dat historisch de christelijke zendingsbeweging, trots haar mislukkingen, fouten en i tekortkomingen, een van de voornaamste machten i geweest is, om een goede verstandhouding tusschen de verschillende rassen tot stand te brengen. Zij heeft medegewerkt om aan de Aziatische eini y Afrikaan sche volkeren den hoogeren kant der Wjestersche beschaving te toonen. Hoewel zij niet geheel vrij gebleven is van de besmetting door imperialistische of kruistocht-elementen, heeft zij i toch — in tegenstelling met do egoïstische aandriften en doeleinden der Westersche naties — een onzelfzuchtig verlangen getoond om te> helpen en ! te dienen. Zendingshospitalein hebben een schitterend voorbeeld van Christelijke) naastenliefde gegeven. Christelijke zendingsvereenigingen hebben aanmerkehjk bijgedragen tot het onderwijzen der volkeren van Azië. In Afrika is, met uitzondering ; van de aan de Middellandsche Zee grenzende < landen, practisch het onderwijs voor de inboorlingen tot de zendingsscholen beperkt geweest. In L honderden hoogere en lagere christelijke scholen in beide werelddeelen zijn Westersche leeraars i met hun leerlingen van andere rassen in nauw contact gekomen en hebben vriendschapsbanden geknoopt, die een leven lang geduurd hebben. Zendelingen hebben belangrijk bijgedragen tot de > westersche kenni.s van talen, denkwijzen en _gewoonten van andere volken. Door het zendingswerk hebben honderdduizenden tot andere rassen behoorende individuen persoonlijk blanken leeren kennen, die zij kannen vertrouwen.

Terloops zij opgemerkt dat het van belang is dezen zendingsspecialist te hooren over wat hij in dit verband wenschelijk acht ter verbetering van de zendingsmethoden. Terwijl hij elders toont, om het zacht te zeggen, dat zijn verwachtingen ten opzichte van de kerk gekoesterd, maar matig de gehoopte, bevrediging vonden, is hij echter ten opzichte van de zendingstaak zeer beslist voorstander van kerkelijke missie^ ten minste als deze uitgaat van de groeiende christelijke kerken.

Nieuwe omstandigheden eischen, zoo betoogt hij, veranderingen in de opvatting van de taak der zending en in zendingsmethoden. De leiding moet meer en meer overgaan in de handen van de groeiende christelijke kerken. Maar het beroep op het belangeloos dienen van andere volken is dringender dan ooit. Zulke positieve diensten vormen het beste tegenwicht voor de tot verwording en vervreemding leidende macht der nationale zelfzucht. Zoolang als de menschen gelooven in de menschwording Gods, zullen ©r worden gevonden, die het ©en vreugd en een voorrecht achten, om, onverschillig voor onderscheid in nationaliteit en ras, hun leven te geven aan het dienen van anderen.

Maar behalve in verband met de zending geeft dit boek nog velerlei wat voor de rechte beschouwing van het leven in de tegenwoordige wereld noodzakelijk is te weten en vruchtbaar te bezien.

Natuurlijk hadden wij liever gehad dat de schrijver van de gegevens der H. Schrift ware uitgegaan dan van de door empirie bepaalde dingen. D© ervaring toont altijd hoe spoedig men dan vervalt tot zwevende algemeenheden. Wat de groote en wijze bedoeling Gods is met de differentiëëring der volkeren, wat Hij ons dienaangaande openbaart, en hoe genade de diep ingesneden grenzen tusschen ras en ras overbrugt, het komt hier weinig tot zijn recht. Men gevoelt het gemis aan een vast uitgangspunt.

Wel drijft het boek sterk in pacifistische richting. Het gaat er van uit, dat niets van meer beeng is voor de toekomst der menschbeid op deze aarde dan dat de oorlog overwonnen wordt. Geen zaak is er volgens den schrijver urgenter pn noodzakeüjker dan die, om alles, wat tot oorlog aanleiding kan geven, uit den weg te ruimen.

Nu is naar het oordeel van den Auteur de leer van d© superioriteit van een bepaald ras leen kracht, die juist in tegenovergestelde richting werkt. Zij zaait in den geest der menschen .zaden, di© evenals de drakentanden ais gewapend© scharen zullen opschieten.

Nu is er metterdaad een valsche rasmentaliteit in de moderne wereld, die de kiem van komend© oorlogen in zich bevat houdt.

Denk b.v. aan wat een groot Amerikaansch dagblad kort geleden schreef: „Wat zal d© Vereenigde Staten kunnen beschermen tegen een vereenigden aanval van China, Japan, Korea, en Oost-Siberië, als deze landen één groote Gostersche natie geworden zullen zijn? D© oorlog in Europa, ho© afschuwelijk deze ook was, zal slechts een familietwist zijn, vergeleken bij den vreeselijken strijd om de wereldheerschappij, welke eenmaal tusschen het blanke en gele ras tot het bittere eind toe zal moeten uitgevochten worden. De eenige overwinningen in de historie, die iets beteekenen, zijn die, welke blanke rassen bewaard hebben voor onderwerping aan gel© rass©n. En de eenige zaak van werkelijke beteekenis voor dezen tijd is, dat de blanke rassen zich weten te beschermen t6g©n alles wat den weg zou kunnen openen tot een onderwerping aan het gele ras". Meii zal het den schrijver gaarne toestemmen dat het voortdurend geven van dergelijke uitspraken een atmosfeer van wantrouwen kweekt, die rasinstinoten van het slechtste allooi wakker roept. Zelfs al let m©n, afgezien van religieuze en moreele factoren, alleen op de gevolgen, dan staat vast dat zulk© uitlatingen intense bitterheid en vijandschap bij volkeren van andere rassen zullen verwekken. Een

aanspraak op voortdurende overheersching, uitsluitend op grond van rassuperioriteit zal door andere volkeren met alle kracht bestreden vsrorden. De volkomen superioriteit van een bepaald ras kan niet worden verdedigd, zonder een even lel rasbewustzijn bij anderen op te wekken.

Zoo staat dit vraagstuk dus in al zijn gecompliceerdheid met den nood onzer tijden in xechtstreeksch verband.

Daarom is lectuur als deze voor ieder die bewust begeert mee te leven, een noodzakelijk goed.

Het boek van Oldham is geen positief .Gereformeerd boek. Met tal van beschouwingen gaan we niet of slechts eenige mijlen mee.

Maar dit neemt niet weg dat we met groote belangstelling zijn uiteenzettingen volgen, waartoe de vlotte vertaling van den Heer Roldanus .uitlokt.

Het is allerminst de bedoeling van den schrijver geweest een panacee te geven voor de kwalen, waaraan de menschheid lijdt.

No easy hopes or lies shall bring us to our goal but iron sacrifice of body, will and soul.

Dit is wel niet de kortste weg naar het succes. Maar of waar zal blijken wat de schrijver meent, dat een nieuwe regeling van de betrekkingen tusschen de rassen ten grondslag zal liggen , aan het probleem om een wereld-samenleving te scheppen, die doordrongen is van den geest van gerechtigheid, sympathie en goodwill? Deze beilsstaatverwachting kunnen we moeilijk deelen.

De menschen van goeden wille hebben nooit vrede op aarde gebracht. Deze is er .alleen gekomen in Christus voor de menschen van het wel­ behagen .Gods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's