GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik vaar (ga) op tot Mijnen Vader en u»< » Vader, tot Mijnen God en uwen God. Joh. 20:1? .

Anabasis.

Alle leerlingen van elk gymnasium kennen W boek, dat den tilel voert: „Anabasis". Het woord is grieksch, en beteekent: een reis, een tocht, di* naar de boven-landen voert.

Ook Johannes spreekt op Paschen ons van ds „anabasis" van onzen wettigen Koning en Eigenaar Jezus Christus, die dood geweest is, en ^^ leeft in alle eeuwigheid. Hij trekt op na^r * boven-landen. „Ik vaar, ik ga opf'. De Koningis op weg, Hij doet Zijn groote reis.

En dat is nu geen prediking voor den "^^^.] vaarlsdag, doch van den Paaschdag. Want Cni'S' tus spreekt van Zijn „anabasis" op den eersK christelijken sabbath. En die was immers de "^j van Paschen, de dag van Zijn verrijzems u de dooden. In den eersten volzin, dien HiJi ' ons weten, na Zijn opstanding als de herM Heiland heeft gesproken, doet Hij van Zijn , P basis" mededeeling. En in dien eersten v"'^'"»! de eerste ontmoeting na Zijn herrijzenis zegt 1 dat Hij al bezig is, weg te gaan, dal Hij al ^h is, afstand te nemen van Zijn vrienden hierneden. Ik ga op. Mijn anabasis is aan den g '

Ween, Hij spreem niet in aen toeKomenaen ti]< Ui zegt niet: Ik ZAL opgaan. Doch Hij spreekt .'Tden tegenwoordigen tijd: Ik ga op.

Evenwel, hiermee is nog niet alles gezegd. Want •n hetzelfde vers wordt die tegenwoordige tijd nog Iiader aangeduid. Het is wel de onvoltooid tegenwoordige tijd: ik vaar op. Doch het is niet de voltooid tegenwoordige tijd: Ik ben nog niet opgevaren.

Zoo Wijft dus dit slechts over, dat de anabasis van onzen Koning Jezus Christus aan den gang is. gjj wijl Hij dadelijk na Zijn verrijzenis dit alzoo openbaart, daarom hooren wij hier ons prediken, dat heel de tijd van Paschen tot Hemelvaart een anabasis is. Een hemelvaart. Een weggaan, een opklimmen tot in den hemel, tot in Zijn; bovenlanden, al waar Hem plaats is toebereid.

Dit is dezelfde boodschap dan ook, als die, welke in het twaalfde hoofdstuk der Openbaring van Johannes tot ons komt. Daar wordt van het groote, sterke Zaad der vrouw gezegd, dat het werd „weggerukt tot God en tot Zijn troon". Die wegrukking, die acute verplaatsing van den Christus is begonnen, niet op den Hemelvaartsdag, doch op Goeden Vrijdag. Toen is Hij in het paradijs gebracht. En daarin is Hemzelf als tweeden Adam, als Mensdienzoon gezegd, in een ontmoeting van den Knecht van Jahwe met Jahwe zelf, dat Hij) was aangenomen in Zijn werk door Zijn Opdrachtgever, dat Hij beproefd bevonden was, en dat het loon, dat aan den Werker in 'I verbond van ouds was toegezegd, nu Hem zou worden uitgekeerd. Dit was dus de aankondiging van de rechtvaardigverklaring van den Menschenzoon bij God. Hem waren alle schuldenlasten afgenomen en het recht op het eeuwige leven was Hem toegekend.

Toen is Hij dit Zijn recht gaan oefenen. Als Hij dan recht op eeuwig leven had, dan zou Hij dit ook nemen. Hij zou dan nu ten hemel gaan. Hij zou ten hemel gaan als die volkomen mensch, in heel Zijn menschheid, ook naar het lichaam. En daarom wordt Zijn lichaam opgewekt; en nauwelijks is het aan den dood ontrukt, of het wordt in de anabasis opgenomen. De gansche Christus sHjgt nu op.

Een „tusschentijd" is daarom die periode tusschen Paschen en Hemelvaartsdag niet. Paaschzondag is de eerste Hemelvaartsdag; de daarop volgende Maandag de tweede, de Dinsdag de derde, en de z.g. Hemelvaartsdag zelf is feitelijk de veertigste, en laatste. Heel de periode van de „veertig dagen" is anabasis-periode. En daarom wordt dan ook aan Thomas gezegd, dat het „zien" van Christus niet moest bepaald worden in aard en wijze door de paascli-, doch door de hemelvaartsgedachle. En door diezelfde hemelvaartsgedachte worden bepaald de openbaringen, en verschijningen, en opdrachten en kerkvergaderingsacten van den Heere Jezus Christus. Thomas' handen wilden den uiel-meer-doode tasten. Maar de apostolische handen hebben en bloc den alreede-levende getast, het „Woord des levens".

Ja, wèl is die bruidegom verlangend naar zijn bruid, die, nauwelijks uit zijn bed gekomen, op zijn trouwdag zegt: ik ben bezig naar het stadhuis te gaan. En wèl is die verloofde trouw, die op zijn verlovingsdag zegt: ik ben bezig naaihet stadhuis te gaan. En wèl is die Plaatsbekleeder getrouw, die, nauwelijks weer vereenigd met de Zijnen, verklaart: Ik ga heen, om u plaats te bereiden. En wèl is die Middelaar getrouw, die % „anabasis" d a d e 1 ij k begint, opdat Zijn „katabasis". Zijn wederkomst geen dag zou worden uitgesteld.

Laat ons Hem dan niet vasthouden in Zijn op-gang, Maria Magdalena. Laat ons verstaan^ dat Hij zeer hemelschgezind is, omdat Hij aan de aarde welgezind is, de nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont. Zij is Hem toegekend; nu gaat Hij haar een woonplaats toebereiden, een woonplaats, die wij eenmaal zullen zien en groeten. Hij heelt groote haast; Hij heeft ons enkele mi- Mten na Zijn opstanding duidelijk gemaakt, dat niJ geen pauzen kent, dat Hij zeer haastig komt. En daarom klopt Z ij n eerste volzin na de opsianding met den laats ten van Zijn heilig Woord: kom Heere Jezus, ia kom haastelijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1936

De Reformatie | 8 Pagina's