GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geograpble des geloofs.

Het is leerzaam in den geest den Grooten Trek mede te leven, dien Abram ondernam van Ur naar Kanaan.

Het begint als de doodgewone gescJiiedenis van doodgewone menschen.

Een geschiedenis van koeien en boeren en gras.

Terah, de veekoning, heeft hooren verhalen van de steppen van Kanaan: de velden zijn beldeed met kudden!

Toen heeft hij tot zijn zoons eji zijn veemannen gesproken: Trek!

Daarin wordt hij wel geleid door Godes hand, imaar als een blinde in den weg dien hij niet weet.

Maar dan gaat God tot die gewone menschesn in hun gewone leven Zijn "Woord spreken, tot Abram zegt Gods mond: Trek!

Trek volgens Mijn instructie en naar Mijn program.

'Hoeveel daar achter lag, is moeilijk te bepalen.

Wat zou zelf-onderzoek Abram hebben opgeleverd?

'Misscliien niet veel meer dan dit: Mijn vader was een Amoriet en mijn moeder een Hethier tische vrouw.

Maar God komt souverein. Hij stelt Zijn eisch en spreekt Zijn belofte.

Wat is zwaarder, de eisdi of de belofte?

O, wij zijn zoo bang voor de beloften Gods!

Wie ze Idnderlijk belijden wil, wordt zoo gemakkelijk voor een optimist, een oppervlakkig mensch gescholden.

Wij zagen de beloften dóór, wij versplinteren ze en wij maken er miniatuurtjes van.

Gij, kinderlooze man, gij zult worden tot een groot volk!

Och, Heere, zouden wij zeggen, geeft U mij maar een baby, dan ben ik rijk tevreden.

Uw kapitalen maken mijn kleine ziel zoo in de war, geeft U mij wat zakgeld, dat is mij genoeg!

Maar het geloof moet wat minder leeren rekenen met eigen kleine wenschen en wat meer leeren zien op de beloften Gods.

God roept gewone menschen, maar dat kleine leven neemt Hij op in Zijn Verlossingsplan en dan wordt dat kleine: groot!

Dan is het nog altijd: Het land, dat Ik u wijs.

Dat land staat niet op onze kaart en onze atlas weet daar niet van.

Onze wenschen en gebeden blijven zoo laag bij den grond: gezondheid, ons broodje, een niet al te ongelukkig huwelijk, niet al te stoute kinderen en als het kan onzen gouden bruiloft nog beleven. En dan naar den hemel, liefst zacht en kalm

God luistert wel naar zulk bidden, zooals een vader luistert naar het hakkelen vaii zijn peuters.

Maar Hij voedt die Idnderen toch op tot een ruimeren blik op het leven. Hij doet hen reizen naar het land, dat Hij hen wijst.

Als Zijn Geest in hen werkt, dan is het niet langer hun geluk op aarde^ hun zielsgenot, hun kerk-genot, hun plaats in. den hemel, die al hun bidden en begeeren in beslag neemt.

Maar dan leeren zij verwachten het Koninkrijk Gods, de heerschappij der Genade op deze aarde.

Met die verwachting zendt God ons dan het eenzame pad op, breekt ons uit de zondige verhoudingen uit.

Maar wij verwisselen maar al te vaak Gods Eenzame Pad met dat lieve laantje, waarop de zelfzucht het bordje heeft geplaatst: Eigen Weg.

Gods Eenzame Pad loopt uit op de groote heirbaan der menschheid: in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden.

In de stille tent op Gods eenzame pad wordt verwacht, gedroomd, gezongen van de Stad, 'die fundamenten heeft!

Onze Geloofsbelijdenis zegt zoo schoon van den door God geroepen mensch: Zij (n.l. de roeping) doet hem leven in een nieuw leven!

Inderdaad, de geroepene leeft in de perspectieven der belofte!

En dat leven is zwaar!

Gods beloften zijn geen suikergoed, zei wijlen Ds Sikkel eens van den kansel.

Zie Abram komen in het Land der Belofte.

Zooals een veroveraar de vlag van zijn koning draagt door den kogelregen, zooals hij haar plant in de vijandelijke veste, zoo neemt Abram door het geloof bezit van Kanaan en verklaart het tot Immanuëls land.

Doen wij ook alzoo!

Laat ons onze altaren bouwen ia onze steden, op ons platteland', in Vlaanderen, in Frankrijk!

Omdat Gód ons roept.

Daar is geen roeping tot de zahgheid, die niet een roeping is tot den dien, st des Heeren.

Er is geen roeping tot den hemel, die niet is een roeping voor de aarde!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1936

De Reformatie | 8 Pagina's