EVEN PARKEEREN.

Grondige Grondwetsherzieningen.

Dezer dagen parkeerde ik mijn auto in liet iieerl^jk hof van 's Gravenhage en riclitte mijn schredten naar de Kamer van Honderd Vond Salomo één man per duizend, ik was gelukidger dan hij, want ik trof er vier op de honderd aan. Op den historischen bodem, waar alles mij herinnerde aan Maiu-its en Willem den Derden, aan Groen ein Kuyper en zooveel anderen, maakte ik met vier: van 's lauds groote zonen kennis. Ik zag namelijk kans de staatslieden Lingbeek, Kersten, Van Houten en Westerman te interviewen. Daar ik gaarne profiteer van de wijsheid van anderen, heb ik aan elk dier heeren de vraag voorgelegd: Hoe moet de Grondwet volgens de ware beginselen eigenlijk worden geformuleerd? Hun proeven geef ik hier over aan de belangstelling van de natie.

De heer Lingbeek was het meest concreellj. Kersten zei dat hij wel even zou improviseerden, angezien hij naar den trein moest. Op 'Van Houen en Westerman moest ik even wachten. Op den eer Van Houten, ^ omdat hij eerst eenige jaarangen van Het Volk moest doorkijken en Qp Mr ewerman, omdat iiij zich in een telefoonoel afonderde. Maar met ©enig geduld had ik toch vier ntwerpen-grondwet, waai-van drie schriftelijk, bij lkaar. Ik laat ze hieir volgen.

Grondwet-Lingbeek.

Wij, Wilhelmina enz. enz.

Onzen minister gehoord,

hebben goedgevonden en verstaan de grondwet van het koninkrijk der Nederlanden te doen bestaan uit de volgende artikelen:

1. De natie wordt gekerstend bij' de wet.

2. Het Nederlandsch Hervormd Kerkgenootschap wordt verheven tot Staatskerkgenootechap.

3. Onze Raad van State zal worden samengesteld uit emeriti-predikanten van gezegd Staatskerkgenootschap.

4. AJ onze gezanten, geaccrediteerd bij mogendheden, die geen confessie doen van de Gerefoimeerde religie, worden teruggeroepen.

5. Be Naam „Gereformeerde Kerken" moet gewijzigd worden in „Afgescheiden Gemeenten".

6. Alle leerkrachten aan Roomsohe scholen moeten den Hfeidelbergsohen Catechismus onderteekenen.

De improvisatie van den heer Kersten droeg igenlijk een meer negatief karakter.

Grondwet-Kersten.

Wij, Wilhelmina enz. enz.

Onzen Minister en de Synode der Gereformeerde Gemeenten gehoord,

hebben goedgevonden en verstaan,

— maar verder verstond ik slechts een bits uitgebeten: Afschaffen! zomertijd! Neo-Calvinisme! dwangwetten! staatssecretarissen I De heer Van Houten, liberaal van naam, socialistisch van bijnaam, maar welwillend van gemoed, reikte mij het volgend ontwerp over:

Grondwet-Van Houten.

Wij Wilhelmina enz. enz.,

Onzen Minister gehoord,

hebben goedgevonden en verstaan, enz. enz.

1. D'e Maatschappij wordt gekerstend biji de wet (dat riekt naar Lingbeek!)

2. Dte defensie wordt afgeschaft en de grens voorzien van borden met het opschrift:

Wie hier als vriend naar binnengaat Komt nooit te vroeg, maar steeds te laat. (Dat is naar Duys den Oude.)

3. Indonesië worde uit de hand verkocht en uit de baten aan elk burger een staatspensioen verleend op vijftigjarigen leeftijd.

(Dat is' naar L. de Visser!)

4. De beginselen van Tolstoï worden op alle scholen onderwezen.

(Dit is van den heer Van Houten zelf!)

Het contact met Mr Westerman was niet zoo vlot, aangezien hij over den juisten vorm van den nationalen groet nog geen vaststaande denkbeelden had Maar uit zijn afzondering in de telefooncel weergekeerd, reikte hij mij onderstaand ontwerp over:

Grondwet-Westerman.

Ik,

Onze Koningin gehoord,

Heb goedgevonden en verstaan de grondwet te doen bestaan uit de volgende artikelen:

1. De Naam Koninkrijk der Nederlanden worde gewijzigd in Gouw der Nederlanden.

2. De rijksvlag worde gewijzigd en zal bestaan uit één baan van groene kleur, zijnde dit de verve onzer weiden en de teint onzer hersenen.

3. Dte naam van Minister worde veranderd in Staatsleider, die van burger in staatslijder.

4. Ingesteld zal worden een Nationaal Wildpark voor Neo-Calvinisten en andere revolutionairen

5. Alle overige artikelen worden overgenomen uit de Duitsche Grondwet.

Ik waagde de vraag of hij misschien verkeerd ei-bonden was geweest. Hij antwoorddie niet, maar chreef iets in zijn zakboekje. Als hij mij maar niet oor het Nationaal Wildpark heeft genoteerd!

N. B.

samenvatting omschreven gevoelens afwijkende opvattingen van principiëelen aard aanduiden, die de Gereformeerde belijdenis raken, en verklaart, dat, hoezeer ook gehoopt mag worden, dat de afwijkende broeders overtuigd worden, dat hun gevoelens met Schrift en belijdenis strijden, „wijl het personen geldt, die wij veelszins hoog schatten", nochtans, „de toestand ernstig is, veel ernstiger dan menigeen vermoeden of erkennen wil"."

Ondergeteekenden, pijnlijk door het bovenstaande getroffen, hebben gemeend voor dit ingezonden stuk in de leidende kerkelijke bladen een plaats te moeten vragen, wijl ze door dergelijk schrijven den vrede in de Gereformeerde Kerken bedreigd achten, en meenen, dat er onrust door wordt gekweekt. Alle meelevende Gereformeerden weten, dat Prof. Dr V. Hepp een brochure-reeks schrijft, onder den titel: „Dreigende Deformatie". De Hoofdredacteur van „De Heraut" wijst de laatste maanden telkens op de onrust in onze kerken, en wordt hierin door anderen gevolgd. Het treft telkens weer, dat artikelen, gewijd aan het leven in onze kerken — dat volgens schrijvers op stormsein staat — in v a g e termen allerlei afwijkingen aanduiden. Zij, die zulk een „booze leer" indragen worden niet genoemd, al zijn de namen van hen, die zoo fel bestreden worden, bij velen bekend.

Laat men ons goed verstaan: Afgezien van de vraag of het wenschelijk is publiek op allerlei zaken in te gaan, nu de Generale Synode een commissie benoemde, welke binnenskamers verschillende „kwesties" onderzoeken zal, waardeeren wij zeer het pogen om op dreigende deformatie te wijzen en mede daardoor, onder Gods zegen, de kerken voor afglijden te bewaren, indien namelijk de symptomen van die dreigende deformatie er inderdaad zijn. Maar in dat geval is het o.i. niet voldoende in vage termen te spreken, maar moeten „man en paard" worden genoemd en de afwijkende leeringen ten volle beschreven.

Wanneer catechisanten met het artikel uit de „Prov. Dr. en Asser Courant" bij hun predikant komen met de vraag: „Is de ziel nu sterfelijk? ", dan spreekt dit boekdeelen. En de wereld lacht, en meent te kunnen wijzen — o.i. ten onrechte! — op onze gebrokenheid en verdeeldheid, welke zich op velerlei terrein moet openbaren!

Het lijkt ons gevaarlijk en allerminst dienstbaar aan den vrede onzer kerken, wel publiek over allerlei zaken te schrijven, maar voorts de eenvoudige menschen te laten gissen en raden, naar wat er nu eigenlijk is. Deze eenvoudigen hebben thans recht op het weten der namen en de juiste toedracht der zaken.

Indien de zaak zoo ernstig is als door bovengenoemden e.a. wordt gezegd, dan komt ernstig de vraag bij ons op of dan niet de Generale Synode, die provisorisch gesloten is, zoo spoedig mogelijk weer dient samen te komen, om in den weg van de JDroederlijke liefde elkaar te vinden en den vrede der kerken te zoeken. Zooals het nu gaat meenen ondergeteekenden, dat Gods eer er niet mee gediend is. In het Noorden van ons land — waarover zij eenigszins kunnen oordeelen — heerscht geen onrust in de kerken, Gode zij dank. Doch zóó wordt men onrustig gemaakt. Wordt er bovendien op deze wijze aan de dwalende broeders — indien ze dat zijn — tenvolle recht gedaan?

Door liefde tot onze kerken gedreven, hebben we dit geschreven, en vragen we of het nu niet anders kan, en de gemeenschap der heiligen geen anderen weg eischt! God zij alle leidende personen in onze kerken genadig, opdat zij samen zoeken Zijn eer, en daarin beleven het Woord van onzen Koning: „Hebt elkander lief".

D. SCHEELE.

B. A. BOS.

Naschrift. Het in bovenstaand artikel geciteerde bericht heeft in ettelijke bladen gestaan. Het zal wel van een persbureau komen; de vermelding van het ééne, en de niet-vermelding van het andere geeft zelfs vermoedens omtrent den naam van het bureau. Zie

overigens elders in dit nununer.

K. S.

Registers op „Christus ïn Zijn lijden".

Op verzoek wijs ik er op, dat verleden jaar uitvoerige registers verschenen zijn op mijn „Christus in Zijn Lijden". Ze zijn bij de N.V. Uitg.-Mij J. H. Kok te Kampen verkrijgbaar gesteld.

Met deze aankondiging maak ik een fout van verleden jaar goed. Toen reeds is me gevraagd, deze door bekwame hand saamgestelde registers hier te vermelden; ik heb het toen vergeten. Moge ik thans de auteurs, die geheel op eigen initiatief dit werk hebben aangevat, en op veelszins loffelijke wijze volbracht hebben, daarvoor nog eens hartelijk danken. Wie nog niet weten mocht, dat ze verschenen zijn, is thans er mee in kennis

gesteld.

K. S.

Nederlanders in Parijs.

De kerkeraad van Brussel vestigt de aandacht van de kerkeraden der Gereformeerde Kerken in Nederland op het feit, dat voor den opbouw van het Nederlandsch Paviljoen op de Wereldtentoonstelling te Parijs Nederlandsch personeel zal worden gebruikt.

In verband hiermede wordt medegedeeld, dat lederen Zondagmorgen om half 11 in ons gebouw Rue Lekain 3—5, Paris (XVIe), een Gereformeerde kerkdienst wordt gehouden.

De adressen van Gereformeerde Nederlanders, die er eventueel heen zouden gaan, worden gaarne bij vertrek zoo spoedig mogelijk ingewacht bij Ds J. Maaskant, 406 Boulevard du Souverain, Woluwe, St.-Pieter, Brussel (België).

Zeer gaarne geef ik dit bericht hier door. De arbeid van den Brusselschen kerkeraad verdient diepe waar­

deering.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen