GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr N. Japikse: De Geschiedenis van het huis Oranje-Nassau. I. — Zuid-Hollandsche Uitg. Mij., Den Haag, 1937.

Het boek der Oranje's.

Hoewel het hier boven aangekondigde werk niet literair is in d'cn engenen zin van het wooird, on ook niet tot die kunst kan gerekend worden, \'erdlent het toch wel een nadere bespreking üi deze rubriek.

Want eigenlijk kan het in dubbel opzicht er i oe gerekend wordlen, en wel om den iniioud zoowel als om den vorm.

Nu in dezen tijd gelukkig de liefde voor het huis van Oranje luider weer gaat spreken, nu door het huwelijk van de prinses het lot van het beroemde stamhuis meer de aandacht tot zich trekt, is hel een gelukkige gedachte geweest nauwkeurig, d.w.z. wetenschappelijk juist, maar toch in populaireu vorm, de beteekenis van het huis van Oranje voor onss land uiteen te zetten.

Dat Dr Japikse deze taak op zich heeft willen nemen, waarborgt reeds iets goedis. Als directeur van het Koninklijk Huisarchief en van het bureau voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën, is hij als wellicht geen ander thuis in de geschiedenis van ons vorstenliuis. Hij kon en mocht het boek ook illustreeren met een zeer groot aantal platen, die grootendoels onbekend en onbereikbaar waren. Reeds door de vele bijzondere prenten, facsimile's van brieven, oorkonden, historische portretten enz. heeft dit werk een groote waarda Maar de tekst is niet minder belangrijk. Boeken, in den zelfden geest als dit bedoeld, di-agen dikwijls een interessant-aneodoLisch karakter. De schrijvers willen op een gezellige manier de lezers iets bijbrengen over eeu bepaalden persoon of tijd. Ze schrijven dan wel waarheid, maar niet de waarheid Het licht valt alleen op het goede, terwijl al wat minder fraai is in een beminnelijk donker verborgen blijft. Bij zulke boeken moet men de goode bedoeling vooral waardeeren. Anders staat het met geschiedvorschers.

Behalve een goede bedoeling, moet de geleerde nog een wetenschappelijk geweten bezitten, dat hem verhindert iets van historische personen te vertellen, dat wel interessant, maar niet geheel in overeenstemming met de waarheid is. Het resultaat van deze nauwgezette waarheidsliefde is dikwijls een droog en dor boek, waarvan iedere zin door noten aan d'cn voet der bladzijde of achter in het werk word't ondersteund'. Een vakgenoot moge hieraan smullen, den leek bekruipt een lichte huivering als hij het boek inkijkt.

Dat het anders kan lieeft Dr Japikse hier getoond. Zijn boek is heel vlot geschi-even, men leest het met groot genoegen en toch is het wetenschapipelijk, zonder dat eenig bewijsmateriaal is aangevoerd. Steeds is het doel nauwkeurig in 't oog gehouden, en staan de verschillende vorsten en vorstinnen in het historisch licht. Met groote voorzichtigheid en eerlijkheid koos de schrijver zijn weg door het overstelpende materiaal. In betrekkelijk weinig bladzijden wordt de oudste geschiedenis van het huis beschreven, oni dadelijk zijn verhouding tot de Nederlanden te teekenen. Op fantastische of onhistorische gegevens uit den oudsten tijd wordt niet ingegaan, de lallooze takken van den geslachtsboom verduisteren nooit het gezicht op den stam.

Slechts als het noodlg is, wordt er gesproken lover zijlioies. Twee takken worden vooral besproken: de DiUenburgsche, die voa^stelijk maar niet rijk, en de Hollandsche, die rijk en niet vorstelijk was. Heer interessant bUjkt de uitbreiding van beid© takken. De Hollandsche krijgt door 'huwelijk zelfs in Spanje belangen. Requesens, de latere Spaansclie stadhoudier, is er erfgenaam van. Zoo ontmoet men telkens verre familieleden als politieke tegenstanders. Wanneer de Hollandsche familie van een bloedverwant heeft geërfd het prinsdom Oranje met vele andere bezittingen, gaat de geheele erfenis door uitsterving van dien tak over op Prins Willem. Persoonlijk had hij dus groote belangen in deze landen; als prins van Oranje was liij souverein vorst, hoewel meer in naam dan in de daad, wat van groote beteekenis was voor oixzen opstand.

Voor ons is een beschouwing over den opstand van groot belang, vooral met het oog op de motieven en de leiding. Dr Japikse laat het godsdienst-motief zeer zwaa: r, zoo niet het zwaarst 'wegen en ziet in Willem I een zeer religieus figuur. Met groote voorzichtigheid en psychologisch begrijpen volgt hij de ontwikkeling van zijn godsdienstige overtuiging. Terecht wordt er nadruk gelegd op de diepgaande godsdienstige opvoeding die hij thuis tot zijn twaalfde jaar genoot Van zijn innig vrome en verstandige moeder Juliana van Stolberg. Wel kwam hij daarna onder Roomschen invloed, en deed hij mee aan het wufte hoileven, waarvan niets verbloemd wordt, hoewel het uit den aai^d der zaak niet breedvoerig beliandeW wordt, maar nooit heeft hij de protest 1 anten wiUen vervolgen. Onder zijn humanistische levensbeschouwing lag een diep reUgieus bewustzijn verborgen. Door het huwelijk met Anna van Saksen wordt die religie-kwestie weer urgent. Na de vlucht uit de Nederlanden, komt hij weer terug op het ouderlijk slot in het ouderlijk gezin, waar nu het Calvinisme den toon aangaf. Deze omgeving juist in dezen tijd moet een geweldigen invloed gehad hebben op den prins. Als hij dan ook in 1572 openlijk tot het Calvinisme overgaat, durft Dr Japikse dit gerust als een zaak van het hart en niet van politiek te zien. Het heele leven van Vader Willem wordt door dezen geleerde geteekend als gekenmerkt door een waar, diepgevoeld Godsvertrouwen.

Ik wijs hier opzettelijk op, niet omdat deze dingen onder ons onbekend zijn, maar onidat vooral vroeger, de opstand en zijn leider wel eens anders beschreven zijn, veel te goed of veel te slecht. Mij heeft hier een wetenschappelijke ernst, verbonden met een warme belangstelling voor het innerlijk leven onzer vorsten, getiWfen. 'Oprecht, zonder eeuige spieculaüe. Als hij oen figuur, als Ixv. Philips Willem, niet naar zijn innerlijke kwaliteiten kan doorgronden, laat de geleerde schrijver slechts de feiten spreken in hun objectiviteit en zegt de mensch Japikse, dat hij met zoo'n figuur eigenlijk geen raad weet. Dat maakt het boek niet alleen waar en goed, maar ook sclioon. De Oranje's zijn voor hem hier menschen vooral, niet in de eerste plaats historische personen.

Daarom is ook zoo begrijpelijk geworden de verhouding van de Stalen tot de Oranjes. Aan Willem I willen zij meer geven dan deze wil hebben, onder Maurits staan de machten ongeveer in evenwicht, tijdens Frederik Hendrik worden ze achteruitgedrongen door de groeiende macht en pracht der prinsen. Na diens dood willen de Staten hun macht heroveren en vergrooten, wal leidt tot de botsing tusschen hen en Willem II, waarbij de prins aanvankelijk wint. Zijn spoedige dood brengt alle macht aan de Staten, bij ontstentenis van een volwassen prins. Het slot van het boek beschrijft de jeugd van Willem III, het kind van Slaat, dat onder den druk opigroeit tot „een hartstochtelijk Hollander en Protestant", naar het woord van den Engelsclien koning.

Er zou op zoOi veel te wijzen zijn in dit boek, waaruit de Oranje's als echte mensdhen, met ondeugden naast hxm groote verdiensten en deugden, oprijzen. Het eerste deel breekt af, als in een feuilleton, bij een boeiend gedeelte: de opkomst van Willem III. Daar het tweede moet bevatten de grootste gebeurtenissen, verbanning, en verheffing tot monarchen, dreigenden ondergang en heerlijksten bloei van dal huis. dat door Gods bestel onzen Staat stichtte en bleef besturen, zien we de verschijning van dit slotdeel met belangstelling tegemoet. Het mooie eerste deel toonde reeds overduidelijk aan, dat de liefde die het grootste deel van ons volk koestert voor zijn Vorstenhuis, deugdelijk gefundeerd is.

Gelegenheidsboeken zijn als het stroo, dat het vreugdevuur tijdelijk hoog kan doen opvlammen, maar snel ook zijn voedingswaarde verliest. Van veel gi-ootere, want van blijvende waarde is dit massieve werk, dat uit het verleden de vreugde van hel heden leert begrijpen en öaardoor dieper waardeeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1937

De Reformatie | 8 Pagina's