GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Miskenden.

Ik zie voor mij een groot leger van miskenden, zij gaan onder een onrechtvaardig vonnis: gebukt Al's met een redeloozen vloek beladen, strompelen zij hun gang door de wereld. Gedoemden! Wie zijn zij, wie vormen die troostelooze schare? Het zijn — onze rijksdaalders, onze guldens, onzie kwartjes, Oinz© dubbeltjes!

Miskenden! Wie zegt er ooit iets goeds van het geld? Natuurlijk, wij kunnen ér niet buiten, wij hebben er misschien nooit genoeg van! Wij ploeteren er voor! Maar wie spreekt er ooit ©en goed woord over? U kent wel al die bijvoeglijke naamwoorden, die wij er aan verbinden: dat leelijke, nare, smerige geld, die lamme centen! Niets wordt ooit zóó uitgescholden als het geld!

„Ja, daar is reden voor^', zult u zeggen. Hoeveel huiselijke vrede is ler niet verstoord door geldizaken! Hoeveel vergaderingen zijn niet in een Pool'schen Landdag verkeerd, als het over de dubbeltjes ging! Hoeveel reputaties zijn er niet kka. gegaan door de opmerking: hij verdient er een bonk aan! Wat een kopzorg, wat ©en humeurigheid, aUes door dat geld! Het volk murmureerde: „Odi, dat wij in Egypteland gestorven waren, waar het tientjes en rijksdaalders regende!" En de arbeiders in het koninkrijk Gods, zij zuchten: Geld, geld, geld, gij rooft mij het kostelijkste waarom ik mijn God gebeden heb, gij rooft mij de arbeidsvreugde die ik behoef om met volle kispanning van al mijn krachten mijn Koning te dienen. Ik cijfer en reken al de zalving, al de wijding, aj de geestdrift weg en word bijna een zure wroeter, ©en kromme slover, inplaats van ©en strijder!

En toch, miskenden! Het is mij alsof dl© guldens en rijksdaalders spreken gaan als eenmaal de ezelin van Bileam: , , W'at heb ik u gedaan!" Wiant ons geld, dat wij als kinderen van den hemelschen Vader bezitten, maakt in werkelijldieid een schoone muziek. Het is geen aardsch slijk, weineen, het is een klein deel van het kostehjke goud dat tot de hemelsche erfenis behoort. Inderdaad, het is maar zakgeld', ons vermogen is daarboven! Maar dat zakgeld is toch een bewijs van des Vaders hefde en de kwartjes ia uw portemonnaie rinkelen: God zorgt voor u! Daar zijn ook hoofdstukken uit de geschiedenis van het koninJcrijk Gods die geschreven zijn met centen, dubbeltjes, kwartjes en guldens. Lees maar eens aandachtig Numeri 7. De Heüige Geest verhaalt ons daar telkeas en telkens weer: „hij kwam en offerde en zijn offerande was Wij zouden daar een klein berichtje van gemaakt hebben: totaal generaal zooveel! Maar de Schrift wijdt daar e©n hoofdstuk van niet minder dan 89 verzen aan. Wij lezen dat waarschijnlijk nooit, als wij durfden zouden, wij misschien zeggen: hoe vervelend! Maar God heeft een behagen gehad in die offeranden. Wij lezen telkens weer in dat hoofdstuk: Zijn offerande was een zilveren schotel... Maar voor God was in eiken zilveren schotel iets particuliers, iets privé's, iets persoioalijks, de offerande van een dankbaar kinderhart en de toewijdiag van de verloste cultuur aan den Schepper aller dingen. Wij zullen dus nooit kerkelijke geldzaken op ©en andere wijze mogen behandelen dan andere kerkelijke zaken. Ook op onze inschrijvingsbiljetten en collectezakken moet staan: De heiüglieid des Heeren! Als de apostelen tot verkiezing van diakenen overgaan, zeggen zij niet: zie om naar menschen met een zakenknobbel, maar: ziet om naar mannen vol des Heiligen Geestes! Als zij in die dagen Commissies van Beheer gekend hadden, zouden de apostelen zonder twijfel hetzelfde gezegd hebben: Ziet om naar mannen, vol des Heiligen Geestes. Want het is een charisma.^ een Geestesgave, om Gods geld dat Hij ons geeft, te beheeren en te besteden voor Zijn Kerk en Koninkrijk.

In die stemming moeten wij de geldzaken in kerkelijke vergaderingen en in ons vereenigimgsïeven behartigen. Wie over .geldzalsen niet praten kan zonder boos en humeurig te worden, die prate er niet over! Ten tweede moet dankbaarheid vooropstaan. Wiat geeft de Heere ons véél! Veel als kerk! Wij moeten de oud© kasboeken der Vaderen maar eens opslaan om daarvan diep overtuigd te worden, om van apostolische balansjes nog maar te zwijgen! Dat moeten wij telkens voor oogen houden nu wij met al ons werk zoo diep in de zorgen zitten! In zulk ©en tijd sprokkelt ons hart zooveel hout voor het vum- van krakeel ea twist, wij zien Itribbig naar elkander. Laat ik u en mijzelf aan Abraham mogen herinneren. Als de koning van Sodoim! aan den aartsvader al zijn have wil geven, roept Ahraliam uit: Nog geen draad of ©en schoeniriem (geen leertjle en geen veter, zouden wij zeggen), opdat gij niet zegt: Ik heb Abraham rijk gemaalit!

Heffen ook wij in het geloof onze oogen op naar de bergen, vanwaar onze hulpe komen zal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 1937

De Reformatie | 8 Pagina's