GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDING EN EVANGELISATIE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voetlus en de Javaanscbe Kerkorde.

De dissertatie van Dr M. Bouwman over , , Voetius over het gezag der synoden" beeft begrijpelijke onrust verwekt. Van alle kanten komt men in het geweer. En het blijkt wel, dat lang niet allen het met dien jeugdigen doctor eens zijn.

Het gaat er nog niet zoozeer om, of hij Voetius juist beeft begrepen en diens opvattingen ook juist heeft weergegeven. Dan wa, re zijn dissertatie van historische waarde geweest, en badden wij zondeSr meer Voetius nog beter leeren kennen dan wij reeds doen. Bovendien, Voetius is niet einde van alle tegenspreken; wij behoeven toch waarlijk niet üi alles het met dezen man eens te zijn; de kennis van het kerlïrecbt beeft toch niet stilgestaan sinds Voetius' dood?

Maar de zaak is, dat de meeiiing, gelijk die aan Voetius door Dr Bouwman wordt toegeschreven, door Dr Bouwman zelf wordt aanvaard en met vuur wordt verdedigd.

Ook de zending is in deze kwestie betrokken. Want de 15e stelling luidt: „De Kerkenot-dening van de Cbristengemeenten op Midden-Java ten Ziiidan, vastgesteld door de synode gehouden te Djocja in '32, bevatteveellndependentistisdheelementen, dan dat zij als een voor deze kerken geschikte kel-kenoirdening kan gehandhaafd blijven".

En bet is te verstaan, dat Ds Wi. Breukelaar, onze zendingsman bij uitnemendlheid, deze stelling van Dr Bouwman eens onder de loupe heeft genomen. Hij was er erg van geschrokken! Natuurlijk kan bij voor die kerkorde niet verantwoordelijk worden gesteld. Maar idat bij er geheel los van staat is moeilijk , aan te nemien^

Zoover wij weten heeft hij echter die kerkorde niet van verkeerde opvattingen beschuldigd. Hoewel, nu beeft hij verklaard in het Noord^Hollandsch Kerkblad, dat bij bij versdliiüende bepalingen een vraagteeken beeft geziet.

Dit alles heeft Dr Bouwman nu er toe gebracht, om in de Macedoniër een artikel te sohrijven onder den titel: „Dient de Kerkenordening der Christengemeenten op Midden-Java ten Zuiden gewijKigd te worden? "

En wij kunnen, gezien het bovenstaande, wel dadelijk weten, dat hij die vraag beslist bevestigend beantwoordt.

Independentistisch!

Voor • dit kwaad zijn wij beel bang. En onze verschillende professoren in het kerkredht hebben tegen deze dwaling steeds met kradht gewaarsdbuwd. Zou nu dit kwaad bij den opbouw der Javaanscbe kerken mee als grondslag zijn gebruikt? Het is om te huiveren!

En het is niet te verwonderen, dat Ds Breukelaar spreekt van „een nogal ernstige aankladht tegen en een scherpen aanval op de Javaanscbe Kerkenordening".

Dr Bouwman vestigt er de aandaciht op, dat vanzelfsprekend die Javaanscbe kerkorde in zeer veel overeenstemt met de onze. Dit ligt, gezien het feit, dat die Javaanscbe kerken mogen worden beschouwd als een vrucht van den zendingsarbeid onzer kerken op Java, voor de band.

Maar er zijn verschillen tusschen deze beide kerkorden, die niet alleen verklaard kunnen worden uit het verschil van Moederkerk en Zandingsikerk. En deze verschillen doen in menig opzicht denken aan het kwaad van het Independentisme. Zelfs liggen deze verschilpnnten in .belangrijke hoofdtaken, zoo zegt de klager.

In zijn genoemd artikel noemt hij eerst de voornaamste dezier „afwijkingen" op.

De Dordtsche kerkorde sprak in artt. 41 en 47 van afgevaardigden naar classe en synode als D i e n a a r s en als Ouderlingen; juist het noemen van de ambten doet volgens Dr Bouwman het ambtelijk karakter van de dassen en synoden uitkomen; omdat amblsdragers worden afgevaardigd komt op de meerdere vergadering een samenbrenging van alle ambtelijke macht dezer afge^ vaardigden.

In de Javaansdie Kerkenordening wordt echter in de artikelen 14, 19 en 22 van bet ambt der afgevaardigden geen mdding gemaakt. Over het lambtdijk karakter der meerdere vergaderingen wordt gezwegen. Classe en synode bestaan sleöhts uit afgevaardigden der kerken, zonder meer.

Nu is dit, waarop Dr Bonwlman de aandacht vestigt, ons sinds lang bekend. Wij beschouwden het echter zoo, dat volgens art. 14 de classe gevormd wordt door afgevaardigden van den kerkeraad, en de leden van den kerkeraad zijn toch de dienaren en de ouderlingen. En de afgevaardigden naar de synode zijn uit de classes genomen, die todi uit dienaren en ouderlingen bestaan. Dus het spreekt vanzelf, dat wij op classe en synode met ambtsdragers hebben te doen, en dus hierin het ambtelijk karakter dier vergaderingen uitkomt.

Maar Dr Bouwman meent, dat de formuleering roet opzet zoo geschied is, om hen in het gevleli te komen, die het ambtelijk karakter der meerdere vergaderingen loochenen^ deze-bestaan toch slechts uit afgevaardigden. Daarom zou dan ook het & lot van art. 22 luiden: „(classis en synode) kunnen slechts genoemd worden samenkomsten van de viertegenwoordigers der gemeenten om de belangen te bespreken".

In zijn dissertatie heeft echter Dr Bouwman betoogd volgens de meening van Voetius, dat er principiëele overeenstemming is tussdben kerkeraad en meerdere vergaderingen.

Nog een bezwaar noemt de schrijver, en wel tegen art. 26, waarin alleen de kerken, die vertegenwoordigd waren op de meerdere vergadering, verplicht zijn zich aan de genomen besluiten te houden. Wanneer dus gevreesd wordt, dat b.v. de classe een besluit zal nemen, waar men helt niet mee eens is, dan zende men geen afgevaardigden en behoeft men dus niet aan het opvolgen van het besluit mee te doen.

Inderdaad, als dit de bedoeling is van art. 29, dan dient het te worden gewijzigd. Maar wij betwijfelen, of het alzoo opgevat is. Echter, de formuleering is dan onduidelijk.

En als derde bezwaar zegt de schrijVer: „Van een eigenlijk gezegd tuchtrecht der meerdere vergaderingen over ambtsdragers gewaagt dus de kerkenordening van Djocja niet". Zoo acht hij dan ook art. 61 der genoemde kerkorde afwijkende van art. 79 der onze. Dr Bbuwman laat deze zijn meening rusten op het spreken van advies in art. 61, terwijl art. 79 van onze kerkorde met evenzooveel woorden het tuchtredbt over ambtsdragers aan de meerdere vergaderingen toekentl.

Late de forniuleering zwakker zijn, maar is ons niet steeds geleerd, dat bet advies van een meerdere vergadering bindend is? Dan zou het toch op hetzelfde neerkomen in de practijk.

In het tweede deel van zijn artikel gaat hij nii na „hoe wij ovdr deze afwijkingen der Javaanscbe Kerkenordening hebben te oordeelen".

Wiji zeiden het reeds: zij zijn van independentistischen aard.

Art. 22 ontkent in zijn redactie de regeermacht der dassen en synoden.

Art. 26 „maakt voorts alle gezagsoefening der classis over de plaatselijke kerk in geval van ihooger beroep of wanbestuur illusoir".

Art. 61 weet van geen tuchtrecht der meerdere vergaderingen. Want de meerdere vergadering adviseert slechts.

En art. 68 „kent aan de synoden de bevoegdheid toe, om een onwUlige en weerbarstige gemeente van het kerkverband uit te sluiten, het uitersbe tudhtmiddel, dat ook de Independenten bereid bleken aan de synoden toe te kennen".

Zijn oordeel verzacht Dr Bbuwman straks als hij! schrijft: „In ieder geval kunnen art. 61 en 68 zeer licht de gedachte post doen vatten, dat de meerdere vergaderingen niet het recht hebben, om het iniliatiel te nemen tot de censuur van ambtsdragers, die zich aan wanbestuur schuldig maken."

De aanval, indien wij dit woord mogen gebruiken, van Dr Bouwman op de Javaanscbe Körkenordening valt ons nogal mee. Maar omdiat de formuleering soms inderdaad wat te wenscihen overlaat, .achten wij het met hem gewenscht, dat zij eens op de helling komt. Ook onze kerken hebben in de laatste 30 jaren meerdere veranderingen, dw.z. verbeteringen in haar Kerkenordening aangebracht; waarom zouden de Javaanscbe kerken dit niet met de hunne doen?

Dat zij met de missionaire dienaren overleg zullen plegen, is te verwachten.

Eerst zal echter uitgemaakt moeten worden, of elk bezwaar van Dr Bouwman inderdaad heb kwaad van Independentisme heeft te voorschijn gebracht. Blijkt dit zoo te zijn, dan wijzige men. Want onze kerken, en ook de Javaanscbe kerken, willen noch van hiërarchie noch van Indepen­

dentisme weten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1937

De Reformatie | 12 Pagina's

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1937

De Reformatie | 12 Pagina's