BOEKBESPREKING

Ds J. P. Tazelaar: „Gedachten van Mevr. Bosboom—Toussaint". J. F. van Haselen: „Gedachten van Wormser". Bosch & Keuning, N.V. — Baam.

Deze beide „Libellen" behooren door hun opvatting bij elkaar. Uit de werken van twee bekende auteurs worden losse gedachten geput, die een goeden kijk geven op beider bedoeling met hun schrijven: op te komen voor Gods eer.

Ik meen Busken—Huet, heeft gezegd van Mevrouw Bosboom—Toussaint, dat ze te veel deed in haar werk aan inwendige zending. Wat hij verweet, wordt hier terecht geprezen, en aangetoond. Wat de schrijfster be­ oogde met haar romans, volbracht Wormser in de pers. Beiden worden tegenwoordig weinig gelezen. Door deze boekjes worden ze in een juist licht gesteld. Zij hebben hun beteekenis voor het heden nog niet verloren, zooals men zien zal als men deze „Gedachten" overdenkt. Deze zoo geheel verschillende figuren uit een belangrijken tijd, verdienen betere bekendheid. Mogen deze „Libellen" er toe meewerken.

„Elckerlyc". Tweede jaargang no. 1. Bosch & Keuning, N.V. — Baam.

Het mooie tijdschrift „Elckerlyc" is zijn tweeden jaargang versterkt ingegaan. De belangrijkste pagina van deze op zich zelf goede aflevering, is de laatste, waarop een Redactieverklaring staat afgedrukt. Deze bevat de mededeeling, dat „De Werkplaats", het tijdschrift, dat opgericht werd na de scheuring in „Opwaartsche Wegen", na een tweejarig bestaan wordt opgeheven als zelfstandig blad en samengesmolten is met „Elckerlyc". Een goede stap in de richting naar eenheid op het gebied van Christelijke letterkundige voorlichting. De redacties kunnen zegenrijk werk verrichten, als ze populaire, zuiver positieve voorlichting geven op kunstgebied. We hebben die broodnoodig. Een breede lezerskring moge het goede streven steunen.

Seerp Anema: „Destructivisme". J. H. Kok, N.V. — Kampen — 1937.

Op de jaarvergadering van het Verbond van Christelijke Letterkundige Kringen heeft Seerp Anema in Januari van het vorige jaar zijn veelszins van de tegenwoordig heerschende denkbeelden over kunst, afwijkende beschouwing, duidelijk uitgesproken. De Romantiek, volgens den schrijver voortgekomen uit de Fransche revolutie, heeft met haar machtigste telg, het Impressionisme, alle gezonde kunst vernield. De aanval op den oorsprong, breidt zich vanzelf uit tot de laatste loten aan den stam: het expressionisme en de nieuwezakelijkheid.

Er worden in deze lezing rake dingen gezegd, stellig niet denkbeeldige gevaren worden onderkend en in oorsprong en gevolgen beschreven.

Anema heeft de durf kras te zeggen wat hij meent, al zal hij ook daardoor alleen komen te staan. Daarvoor verdient hij reeds ons respect. Hij breekt niet in den blinde af, maar doet ook opbouwend werk, wijst een weg, die z.i. uit het moeras kan leiden.

Is echter de schrijver niet te eenzijdig, als hij overal verval ziet? Heeft de Fransche revolutie zelfs, niet enkele goede dingen gebracht? Ondergingen ook de Christendichters in den tijd der Romantiek niet den geest van hun tijd, hoewel gezuiverd door hun Christelijke overtuiging? Bracht de Renaissance niet het paginisme in de kunst, zonder toch bij lederen dichter destructief te werken? Het aantal vragen kan gemakkelijk vermeerderd worden.

Anema's brochure verdient echter ten volle een critische lezing. We krijgen tegenwoordig zooveel vage beschouwingen onder oogen, dat een scherp principieel betoog, al is men het met alle conclusies niet eens, verkwikkend kan werken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen