GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vastheid der beloften.

El- is' wel niel de minste zweem van aarzeling in de woorden van Jezus als Hij spreekt: Bidt en gij zult ontvangen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal opengedaan worden. Er is geen risico aan verbonden, wanneer iemand zich tot God wendt. Alles in de wereld is onzeker, maar deze woorden zijn zoo vast als een rots. Daar is in de woorden van het evangelie immer zulk een stelligheid, dat zij, ons menschen, van streek maakt. Wij zijn gewend heen en weer te praten, uit en in te praten. Als wij een belofte uitleggen, stellen wij er altijd een reeks amendementen op voor. Dat komt, omdat wij zelf op en neer gaan als de baren der zee. Maar het Goddelijk Woord is vast. Waarop berust dan de stelligheid van deze belofte van gebedsverhooring? Bidt en gij zult ontvangen, want ...de gave is klaar! Zoekt en gij zult vinden, want... g ij wordt gezocht! Uw vinden is niet toevallig, want gij valt in de uitgebreide liefde-armen Gods! Klopt en u zal opengedaan worden, wil zeggen: er wordt op uw kloppen gewacht. Er staat iemand achter de gesloten deur! Iemand, met de knop in de hand, begeerig om ons open te doen. Hier in deze woorden is niet sprake van onze godsdienstige activiteit, maar van God en de actie van Zijn genade. „God paait ons niet met bloote woorden", zegt Calvijn, „maar Hij ondersteunt ons daadwerkelijk".

Dit vaste evangelie is ook een eenvoudig evangelie. Er is hier sprake van drie eenvoudige handelingen, van bidden, zoeken en kloppen. Bidden is vragen om iets waarop men geen recht kan doen gelden. Zoeken is de erkenning van een gemis, de erkenning: bij mij is het niet! Kloppen is de genade-openbaring in Jezus Christus belijden, de erkentenis: Daar is het! Ach, hoevelen kloppen aan de deur van hun eigen verstand, hart of wil. Hartje, wat voel je? Heb je al wat? Of zij zweepen hun wil op van actie tot actie alsof het in hun handen lag. Dan is de behoefte aan het gebed verstomd. Ach, het is zoo merkwaardig. Wie een bagatel verliest, zoekt vaak tot op het onzinnige toe! Maar wij hebben God verloren en doen een kort gebedje op een vastgesteld uurtje. Laat het ons helder voor den geest staan, dat niets het gebed kan vervangen. Calvijn heeft gezegd: „Als wij niet bidden, berooven wij God van het voornaamste stuk van Zijn dienst". Natuurlijk, wij hebben niet te bidden in het wilde weg! Bidden, zoeken, kloppen is reageeren op de belofte. Wij mogen bidden om bekwaamd en geheiligd te worden tol onze roeping als christenmenschen. Elk naai- de bijzondere opdracht welke Zijn Koning hem of haar gaf. Wij mogen bidden om kracht en lust om in alle deelen van onzen arbeid in 'de wegen Gods te gaan. Wij mogen bidden om de komst van het heerlijk koninkrijk der genade in onze plaats en in ons land. Eigenlijk is alle bidden een variatie op het bekende: Och of wij Uw gehoon volbrachten! Zoo biddend, bidden wij om wat bij de menschen onmogelijk is. Maar Jezus zegt: Gij zult ontvangen. Gij zult vinden. U zal opengedaan worden.

Ach, waarom is dit evangelie zoo vast en zoo eenvoudig en leven wij zoo in armoede. Arme christenen, waarop bijna het woord van toepassing is: men hoort der vromen tent weergalmen van jammerklacht op jammerklacht.

Arme gemeenten, waar alles zoo stoffig is, zoo verslonst, dat u de tranen in de oogen springen. Als wie bidt ontvangt, waarom bidden wij dan niet? Als wie zoekt vindt, waarom verspelen wij dan zooveel uren buiten Gods gemeenschap? Als wie klopt opengedaan wordt, waarom brengen wij dan zooveel uren buitenshuis door? Deze belofte maakt ons recht verdrietig! Als zij ons dan maar verdrietig maakt over onszelven en niet over den trouwen Verbondsgod. Als wij om onze onverhoorde gebeden maar niet van een onvervulde belofte gaan spreken. Als ik nog een woord van Calvijn mag aanhalen, dat licht werpt op onze onverhoorde gebeden, Calvijn zegt: „; Soms vertoont zich de zeer \'riendelijke Vader (schoon Hij nooit slaapt of sluimert) alsof Hij sluimerde en sliep, opdat Hij ons, die anders lui en traag zijn, mocht opwekken tot ons groot voordeel, om Hem te aanbidden, te vragen en te verzoeken".

Tot ons groot voordeel! Inderdaad, als God onze oogen opent, dan zien wij het soms met innige verwondering, hoe mild God het gebed verhoort. Twintig, dertig jaren geleden bogen wij de knie en zonden een gebed op tot dien zeer vriendelijken Vader en nog altijd ontvangen wij de verhooring. Wij begrijpen niet goed waarom God ons zoo overstelpend mild zegent en de Heere spreekt: Ik gedenk de weldadigheid uwer jeugd! Wilt gij het nog veel sterker: eeuwen geleden klopte Vader Willem met stervende hand aan de deur der belofte: Ontferm U, Heere, over dit arme volk! en nog altijd zijn wij een wonder op de aarde.

Heere, leer ons bidden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1938

De Reformatie | 8 Pagina's