GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VROUWENVRAGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VROUWENVRAGEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tusschen Pro en Contra.

Wat hebben we veel te praten gehad door de vrouwen vergaderingen rondom Pinksteren. Zóó, dat zelfs de mannen geïnteresseerd zaten te luisteren en af en toe ook ©ens hun meening ten beste gaven.

De luslrum-bondsdag der meisjes is wel liet meest rustig aan ons voorbij gegaan. Toch had ook deze gebeurtenis z'n pro en contra's. O, het lijkt van te voren zoo fijn om met z'n allen in ééne zaal alles te beleven.. En het is werkelijk ook geweldig om met negenduizend anderen te zingen en de psalmen te doen opklinken naar het hemelhof. Maar het massale stelt z'n eigen eischen: de spanning is te groot, de rustige aandacht is t^ spoedig verbroken, daarom korte toespraken, een opeenvolging van zooveel mogelijk pakkende momenten, enthousiasme, dat hoog oplaait, maar ook telkens weer nieuwe brandstof behoeft, omdat het te spoedig weer afgeleid wordt en dus inzinkt. Neen, alle winst in de breedte is geen winst in de diepte tegelijk. En daarom waren er sommige contra's, die haar stem verhieven tegen de massaliteit, omdat, ondanks het geweldig enthousiaste van zulke meetings, er zoo weinig positiefs van overblijft.

Heeft het Bondsbestuur zelf dit ook voorzien? Ik weet het niet, maar wel, dat het een bijzonder geslaagde poging gedaan heeft, om aan dezen massabondsdag iels blijvends te verbinden. Het gaf een prachligen, vierbladigen verjaardagskalender uit, met achlerschriften over elk der vier lustrumtijdperken, die voorbijgingen. De teekeningen van Adri Alindo, die de bladen sieren, zijn zóó fleurig, zóó zonnig, dat elk jong meisje gaat watertanden, om dézen kalender pp haar kamertje te mogen hangen. Ik ben blij, dat hij voor twee kwartjes te koop is voor alle moeders, die haai- grootere dochter eens een verrassinkje willen bezorgen. Het zal de moeders zeker een onstuimige omhelzing en veel hooge uilroepen van verrukking tot belooning geven. Denkt u er eens aan? U maakt uw dochter blij en —- eiken keer, dat de kalender geraadpleegd wordt, groeit de band aan onzen Meisjesbond en daarmee de liefde voor onze gereformeerde beginselen.

Maar toch waren het niet de meisjes, die ons zóó aan het praten hebben gezet. Neen, dat hebben 'de vrouwenbijeenkomsten gedaan, de negentiende jaarvergadering van den Christenvrouwenbond en de eerste van den pas opgerichten Bond van Gereformeerde Vrouwenvereenigingen.

Het was ook werkelijk zeer sensationeel. Een week, vóórdat de nieuwe Geref. Vrouwenbond haar eersten bondsdag zal houden, komt de Christenvrouwenbond bijeen. Haar spreker is Dr Colijn, onze minister-president, een groot man onder ons, veelszins een vader in Israël, naar wiens woord! wij gewend zijn te luisteren èn — te doen.

En — nu had Dr Colijn tot inhoud van zijn rede genomen het oecumenische woord „Dat zij allen één zijn... opdat de wereld' geloove, dat Gij 'Mij gezonden hebt".

De „toepassing" lag voor de hand: „laten we toch niet in schelpwoningen gaan huizen en laten de fluisterstemmen, die ook hier splitsing begeeren, niet Ie ver in het rond gehoord worden. Het is zonderling de scheidingslijnen te willen trekken langs uiterlijke grenzen van Hervormde, Gereformeerde, Christelijk Gereformeerde kerkelijke organisatie ..."

„De Standaard" noemde het een bijna profetische rede en wie er bij geweest zijn, waren er vol van.

Nu is het niet gemakkelijk, om hier iets tegen te zeggen. Het moet zijn, alsof een klein pekineesje zich opmaakt om een grooten Sint-Bernhard aan te blaffen. En toch..., en toch... Moeten we dan alleen maar binnenskamers onze bezwaren uitspreken en ze daar ophoopen, zóó hoog, tot ze een berg worden, waar niemand meer overheen komt? Is het jiiet beter, in broederlijke (hier: zusterlijke) liefde oprecht het goede te zoeken door eerlijk onze gedachten te zeggen?

Kijk, dat Dr Colijn, die toch min of meer een buitenstaander is, zijn rede zóó hield als hij gedaan heeft, is niets te verwonderen. Wie den grondslag en het doel van den Christenvrouwenbond, zooals ze aan den kop van elk nummer der „Christenvrouw" staan afgedrukt, leest i), zal tot een s-oortgelijken gedachlengang komen. Had de Christenvr'ouwenbond zich in de praclijk van haar vereenigingsleven dan ook aan deze dingen — vooral aan de doelstelling: voorlichting betreffende .maatschappelijke en staatkundige vraagstukken — gehouden, ik geloof niet, dat , het ondergrondsche gemurmel zóó veelvuldig zou geworden zijn.

Maar hoe werd de praktijk? De staatkundige en maatschappelijke onderwerpen werden schaars behandeld. Ze zijn moeilijk en weinig interessant en een vergadering met hoofdzakelijk leege stoelen is prettig voor geen enkel bestuur. Andere onderwerpen trokken de leden meer. En zóó gaf d'e N. C. V. B. ook langzamerhand voorlichting over theologische len semi-llieologische, , over paedago^ gische en letterkundige onderwerpen en kijk, daar vinden de moeilijkheden hun oorsprong.

Want liet is voor een Gereformeerde niet prettig om — zonder protest — een spreker, die het onderwerp „Onsterfelijkheid" behandelt, te moeten h'ooren zeggen, dat de hemel als plaats niet bestaat, hoogstens een toestand is. En wal, wanneer een spreker over de Oxford-beweging niet objectief de dingen uiteenzet, maar z'n voorliefde voor Buchman telkens laat merken? Ik weet wel, dat ook ten aanzien van staatkundige vraagstukken er soms wrijvingen waren (denk maar aan de N. S. B. in z'n eerste jaren), m& ar daarin was hel toch' gemakkelijker elkander te vinden dan bij andere dingen. En altijd waren het de Gereformeerden, die, terwille van den goeden vrede, zich maar stil moesten houden, het meestal ook deden, maar toch ook daardoor hoe langer hoe meer de behoefte gingen voelen aan voorlicliüng en onderlinge bespreking vanuit het eigen Gereformeerde standpunt. Niet meer dat angstvallig zoeken van den grootsten gemeenen deeler, niet dat wikken en wegen of de uit te noodigen sprekers niet mogelijk al te scherpe kantjes zouden kunnen meebrengen, doch. werkelijk principiëele voorlichting, niet alleen over enkel maatschappelijke en staalkundige vraagstukken, maar over alle problemen, waarmee ons vrouwenen moederleven in aanraking komt.

En nu hebben we — tenminste naar de onder ons gangbare benaming — een Gereformeerden Vrouwenbond gekregen. Zal die nu al die stille, binnenskamers dikwijls geuite, wenschen kunnen vervullen ?

Prof. Dijk heeft in zijn een programma ontvouwende rede wel een poging in die richting gedaan. Als hij op de vereenigingen voorlichting wil laten geven over de vragen, waar de vrouw als echtgenoole, als moeder, als mede-leidster van het gezin, in haar maatscliappelijke relaties of als ongehuwde vrouw mee in aanraking komt, dan is dat werkelijk de richting, die velen, zeer velen, in haar hart zien als iets zéér begeerlijks; als iets, dat haar zal helpen om als een bewuste christenvrouw haar levenstaak te vervullen naar de eischen van Gods Woord.

Het courantenverslag zegt, dat de presidente deze; rede van Prof. Dijk met , een warmgestemd dankwoord heeft beantwoord. Dat klinkt hoopvol. Maar — als ik dan verder lees, dat bij de rond'vraaig een andere dame er op wijst, „dat onderzoek van Gods Woord in de vergaderingen op den voorgrond moet staan", en de presidente daarna dit zelfs nog eens weer onderstreept met de aandadit er op te vestigen, „dat dit in de Statuten als eerstlei punt is genoemd", dan weet jk het weer niet. En onwillekeurig dringt dan de vraag naar voren: wat is nu de werkelijke bedoeling? Simpel een vereeniging voor bijbelbespreking, óf — voorlichting over alle vragen, die zich aan liet vrouwenleven in z'n verschillende verhoudingen opdringen? Ik hoop zoo van harte, dat men het laatste zal kiezen. Wie 's Zondags trouw ter kerk gaat en goed naar de preek luistert, wie tliuis het bijbellezen met aandacht volgt en met mAn en kinderen bij een duister punt eens een verklaring of kantteekening opslaat, wie haar kerkbode of liever nog een groot kerkelijk blad met belangstelling leest, ik geloof niet, dat die voor haar geloofs- en principiëele basis dan niet genoeg voeding zou krijgen. Maar over de uitwerking van dat geloof in de concrete vragen van hel leven, daarover zal zij graag eens spreken met gelijkgezinde vrouwen, om samen, biji het licht der Schrift en der belijdenis, daarvoor oplossingen te vinden, opdat niet alleen de grondslag, maar evenzeer ook het gebouw van ons leven worde opgetrokken tot Gods eer.

En wal zal dan de consequentie hiervan worden ? Breken met den ChristenvTouwenbond? Ach jieen, dat liever niet. Dan platonische betuigingen houden over naasl-elkander-leven en naast-elkaar-bestaansrecht-hebben en toch in feite elkander beconcurreeren, omdat slechts weinig vrouwen zicW de luxe van het lidmaatschap van twee bonden zullen kunnen permitteeren? Acli neen, ook dat niet.

Laten we nog eens aan de rede van Dr Colijn terugdenken. „Dat zij allen één zijn... opdat dte wereld geloove, dat Gij Mij gezonden hebt!" Dat woord heeft niet Colijn gesproken, onze Heiland' heeft het zelf gebeden voor ons. En hoe waar is het, dat wij dikwijls door onze ruzies en onderling getwist Zijn Naam en de erkenning daarvan door de wereld in den weg slaan. Het zij ons tot groot© zonde en beschaming des aangezichls.

Maar er is ook nog een andere weg dan die van ruzie en twisting! Waarom zouden we niet in alle oprechtheid met elkaar kunnen praten? Na bijna twintigjarig samenleven in één Bond weten we toch werkelijk wel uit de praktijk, welke wrijvingsvlakken er geweest zijn en waarom zouden we nu niet in allen vrede kunnen splitsen in een Gereformeerden, wil men Calvinislisclien, en een algemeen Chrislelijken Vrouwenbond, die federatief verbonden blijven en daarom bij uitspraken naar buiten zicli als een eenheid zullen kunnen blijven openbaren? We kregen dan naar binnen de zoo begeerde verdieping , en naar buiten bleef de eenheid bewaard

„Vrouwenvragen" slaat er boven deze rubriek. Vragen, die alle Christelijke vrouwen aangaan, heb ik ditmaal aangeroerd.

Dat mijn antwoord er op direct allen zal bevredigen, dat zal ik niet durven verwachten. Maar misschien, dat we door samen eens over deze dingen Ie pralen, er over te denken, ook in onsi gebed er mee bezig te zijn, een oplossing vinden, die èn naar binnen, èn naai- buiten zóó is, dat dtei Naam des Konings om onzentwü in dezen niet gelasterd, maar veel meer geëerd en geprezen word'e.


1) Grondslag. Art. III. De vereeniging stelt zich op den grondslag dat Christus' Koningschap alom moet worden erkend en de oplossing der maatschappelijlie vraagstukken bij het licht van de H. Schrift als Gods Woord, moet worden gezocht.

Doel. Art. IV. De Bond ibedoelt hoofdzakelijk: voorhchting van de vrouw betreffende maatschappelijke en staatkundige vraagstukken in overeenstemming met den grondslag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

VROUWENVRAGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's