GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

....Waarom woeden de heidenen.... .... de oversten zijn bijeenvergaderd tegen den Heere en tegen Zijn Gezalfde. Want in waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, welken Gij gezalfd 'hebt, beide Herodes en Pontius Pilatus.... Hand. 4:24—28.

Tegen den Heere en Zijn Gezalfde.

'lis toch een wonderlijk ding met de gemeente des Heeren te Jeruzalem, 't Allereerste begin van tegenstand is gekomen; 'lis nog bij dreigen gebleven. En zoo maar, zonder aarzelen, zonder eerst een diepe exegetische studie te hebben gemaakt van den tekst en van de feiten, en toch in volkomen zekerheid zegt die gemeente in haar gebed tot God: Wat vandaag gebeurt, dat is het, wat gesproken is door David in Psalm 2.

Evenals Petrus op den Pinksterdag zoo maar, in éénen wist, absoluut zeker wist: dit is het, wal gesproken is door den profeet Joel; zoo zegt de Kerk van Jeruzalem: O ja, daar en daar staat hel al beschreven, wat thans geschiedt. Ze leggen als hel ware hun vinger bij den tekst: kijk maar, daar staat het.

En wat staat daar dan beschreven? 't Gaal in Psalm 2 allereerst om Davids koningschap. Hij, de theocratische koning", wordt door de volkeren rondom, door de heidenen aangevallen en in zijn koningschap belaagd. Maar David weel zich aan Gods zijde. Strijd tegen hem, Gods Gezalfde, is strijd tegen God! En Die in den hemel woont, zal lachen!

Dit alles ziet profetisch op den waren thcocratischen Koning, op Christus, in Wien Psalm 2 in vervulling is gegaan. Tegen Hem waren bijeenvergaderd alle machten der aarde, koningen en oversten. Ze wilden van Hem, Gods Gezalfde, zich ontdoen. Ze wilden van God zich ontdoen. Maar oolc nu gold: Die in den hemel woont, zal lachen! Christus is wel vernederd, gekruist, gedood. Maar God hoeft Zijn Kind Jezus ook verheerlijkt. De heidenen zijn Hem gegeven ten erfdeel; de einden der aarde tol Zijn bezitting. God en Zijn Gezalfde trinmfceren.

Maar, dat de gemeente van Jeruzalem deze verzen van Psalm 2 aanhaalt, geschiedt niet alleen om daarmee te herinneren aan wat geschied is, aan wat Kajafas en Herodes en PonUus Pilatus legen Jezus gedaan hebben, enkele maanden terug. Zij bedoelt dit met het citaat: nu, vandaag, zijn, door hun dreigingen, de oversten weer opgestaan tegen den Heere en Zijn Gezalfde; op dit oogenblik zijn weer bijeenvergaderd tegen Gods Kind Jezus Herodes en Pontius Pilatus, nu de Kerk bedreigd wordt.

Maar hoe kan men zoo, met die bedoelmg, dezen teksl aanhalen? Is dat geen vermetelheid, om zich zoo de partij des Heeren te noemen? Om te zeggen: strijd tegen ons is strijd tegen God en Zijn Gezalfde? Is dat niet God en Zijn genade voor zichzelf reserveeren? De heele wereld ligt toch in het booze, onder het oordeel, de kerk in Duitschland, evengoed als haar vervolgers. Allen strijden toch' tegen God, zonder uitzondering?

Zoo wil men thans in schijnbaren spreken. ootmoed

Maar Gods Woord laat andere taal hooren. Dit gebed van Jeruzalems Kerk is door God Zelf gesanctioneerd: als zij gebeden hadden, werd de plaats, waarin zij vergaderd waren, bewogen. Zoo moet de gemeente spreken. Zóó moet zij zich één weten met haar Heiland, dat ze 't weet: wat haar aangedaan wordt, geschiedt tegen haar Heiland. Anders is geen gebed in den nooid mogelijk. Dat kan alleen worden opgezonden in het geloofsbewustzijn, dal de strijd' van vandaag niet anders is dan de voortzetting en de uitwerking van den strijd op Golgotha.

Zulk spreken is dan ook geen hoogheidswaanzin. Jeruzalems Kerk spreekt zoo in 't geloof, roemend in Gods genade. Die genade is zoo machtig, dal door haar, door Gods Geest die nauwe band gelegd is met den Christus, die onverbrekelijke band. En 'lis schijnbaar ootmoedig, maar inderdaad hoogmoedig, dien band des Geestes niet to erkennen. Dal is strijden tegen God en Zijn Gezalfde, ook tegen Zijn gemeente.

Bidden wij zoo voor de vervolgde Kerk des Heeren op aarde, in dat geloofsbewustzijn? En voor allen arbeid in Gods Koninkrijk? Dat 't gaat om Gods zaak, die — geprezen zij Gods genade — ook onze zaak is? Ons wetend aan Gods zijde?

Dan is 't geen gebed in angst en verslagenheid, maar in krach Lig vertrouwen: Die in den hemel woont, zal lachen! De Heere zal triumfeeren, en Hij doet Zijn Gezalfde triumfeeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's