GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beisindrakken. (IIL)

Eerste ervaringen.

Terwijl ik deze regelen schrijf, zit ik in een draaibaren fauteuil, zóó gemakkelijk, dat de Hudson-rivier wel zeer boeien moet, zal ik niet in slaap vallen in den trein, die fauteuil en al trekt van New-York naar Buffalo. Men heeft mij al verzekerd, dat de Hudson mooier is dan de Rijn; en ik begin óók deze waardebepaling te rekenen onder de vele bewijzen vóór de stelling, dat de Europeanen opsnijden, als ze zeggen, dat de Amerikanen het doen. Opsnijden? Wel, het gaat hier allemaal zoo heel natuurlijk en gewoon, dat ik zoo langzamerhand de legende van den „amerikaanschen bluf" voor een uiting van europeesch ressentiment ga houden. Geen mensch /heelt mij zelfs maar plagenderwijze gevraagd naar de mogelijkheden in Nederland, toen wij met zijn drieën, mijn gastheer, een baptisten dominee, met verscheiden wetenschappelijke graden, en ik, een kantoorgebouw van een spoorwegmaatschappij binnenliepen, den dominee even lieten verklaren, dat ik theoloog was, en daarna binnen enkele minuten weer konden vertrekken, nadat ondergeteekende, wijl behoorende tot den geestelijken stand, papieren gekregen had, die hem het recht gaven op een reductie van 50 % (als ik me niet vergis) gedurende de reis van de Oost- naar de Westkust van Amerika. (Califomië wordt n.l. óók bezocht tot mijn groote vreugde.) Vandaag leg ik een afstand af (New-York—Niagara-watervallen, over Buffalo), dien ik niet durf schatten in Europeesche maten; ik vermoed, dat het ongeveer Rotterdam—Wurzburg of iets dergelijks is (gelet op den tijd en het al maar doortrekken zonder douaneformaliteiten). Maar het kost mij minder dan een reis van Kampen over Urk naar één der stations van de Zuid-Hollandsche tram. Ik behoor vandaag eenvoudig tot den clerus; en ik behoefde, om de reductie te krijgen, nfet eens te antwoorden op de vraag, of ik hoogleeraar was aan een k e r k e 1 ij k e, dan wel aan een niet-kerkelijke hoogeschool, zonder dan wel met promotierecht

't Is vandaag mijn eerste grootere treinreis. Op mijn knie heb ik zoo'n kleiner krantje van 40 bladzijden, één van de vele dag-edities, voor den prijs van 3 cent. Dat is de onderlaag voor dezen „Refórmatie"-brief. Onder ons gezegd en gezwegen: behalve één brief naar Kampen is dit de eerste copie, die ik in staat ben te schrijven, nadat ik voet aan wal zette. Al dien daartusschenliggenden tijd ben ik zóó druk bezet geweest, dat ik zélfs de „Refonnatie"-copie van dag tot dag moest uitstellen.

Het is, zal ik eerlijk opbiechten, een uitstel zonder pijn geweest. Want ik heb tot nu toe veel beleefd, en \ alleen maar goeds, alleen maar goeds. De ontvangst} is zóó hartelijk geweest als zich maar denken liet, en het program zóó bezet, als maar mogelijk was. En de variatie? Neen, die is niet anders dan mirakuleus. Tweemaal heeft K. S. een vergadering bijgewoond, waar getuigenissen van persoonlijke redding door Christus' bloed werden ontvangen met halleluja-, amen- en Praise-the-Lord-geroep; en 'twas niet eens een Buchman-conferentie, noch een house-partij. In beide samenkomsten waren goed-gereformeerde menschen, en is o.m. voor mijn reis gebeden. In ééne er van kreeg ik een bijbel ten geschenke met al de namen der aanwezigen er in, ten deele met een bijbeltekst achter de handteekening. In de andere had de Baptisten-voorganger het zoo juist uitgekomen tweede deel van de engelsche vertaling van „Christus-in-Zijn-Lijden" bij zich, en sprak over dat boek tot de aanwezigen. Kom eens in Nederland tot zóó'n combinatie! Of tot de andere, krachtens welke in een kersteniaansche gemeente officieel van den kansel de leden zijn opgewekt om 's middags te gaan luisteren naar de preek van K. S.! Ik denk, dat de „Banier"-schrijver, die nog pas op „grond" van wat „De Heraut" vlak vóór mijn vertrek, tegenover mij gepraesteerd had, constateerde, dat ik ongereformeerder dan de zwaarste (of lichtste) Remonstrant wasser kippevel van krijgen zou. En 'tis toch heusch gebeurd. Even reëel, als 't feit, dat ik vannacht heb geslapen in het huis, waar ook prof. Haitjema heeft gelogeerd, of dat mijn voorlaatste preek in een plaatselijk blad van ik weet niet hoeveel pagina's werd aangekondigd met „Telegraaf'-kopletters plus portret, vlak naast dat van twee danseresjes, of dat ik een negerdominee de hand heb staan schudden zóó hartelijk, alsof we samen naar de synode van Sneek mochten. Ja, men valt van het ééne feest in het andere, als men van Nederland naar hier onder de^ broeders komt en democratisch bevonden wordt. De eerste, die mij de hand drukte bij het verlaten van de boot, was ds van Halsema, dien we in zijn geestigheid en spontane vriendelijkheid reeds leerden kennen als redacteur van „De Wachter", welk orgaan — wat „De Heraut' scheen ontgaan te zijn — evenzeer als „The Banner" — blad der Chr. Ref. Church hier is. De tweede theoloog was ds Hieminga, een man, dien je zóó maar op den presidentsstoel der Sneeker synode zou wenschen, zóó nuchter, zóó eerlijk, zóó vroolijk-ernstig on op z'n quivive naar alle kanten. En voorts waren er natuurlijk de leden van het comité, dat de tournee voor het Oosten geregeld had, deels met dame. Ik heb nog voor allemaal mijn hoed afgenomen, figuurlijk èn letterlijk. Maar dat was een bewijs van mijn nog-maar-groen-zijn. Na enkele dagen weet ik al, dat wie letterlijk zijn hoed afneemt voor een man, een vreemde snaak gevonden wordt. Gelukkig mag ik wèl in figuurlijken zin mijn hoed afnemen óók voor heeron, oftewel „boys". En dat hoop ik te blijven doen. Want ik heb in korten tijd reeds zeer veel goeds mogen zien en ontvangen, dank zij de groote hartelijkheid en de perfecte organisatie. Hoe prachtig was des avonds uit mijn slaapkamer het gezicht op de lichten van New-York! In deze reuzenstad zelf is geen gemeente van „ons", al is er wel één in Hoboken, vlak bij, die het mooie Hollandsche Zeemanshuis verzorgt, en waar ik reeds preekte. Ik mocht dus logeeren bij den heer en mevrouw Van Genderen te Clifton, dichtbij New-York. Binnen de vijf minuten leek daar alles op een avondbezoekje in Nederland; er waren dan ook twee Maassluische „jongens", en ze wisten van alles en nog wat van Nederland, al waren ze ook al van eenigszins gevorderden leeftijd. Trouwens, toen ik in Paterson naar de kerk gebracht werd om te preeken, las ik op ettelijke winkelramen nederlandsche namen. En verleden week zaten we met zijn drieën als „Kamper jongens" in 't hartje van New-York: de heeren Valk, Schoemakers, en ik.

Intusschen, en dat is ditmaal het é é n i g e verdrietige zinnetje, dat ik neerschrijf, men late door al die nederlandsche namen zich niet van de wijs brengen. Er is geen twijfel meer aan: de nederlandsche taal is hier aan het uitsterven. De volle kerken, die ik hier in het Oosten bij lezing of preek mocht zien, mogen bewijzen, dat er nog veel nederlandsch verstaan wordt, gesproken wordt het steeds minder, en gelezen óok. Over tien jaar zou ik die kerken niet meer vol krijgen, al ware ik inmiddels ook tien jaar jonger geworden. De jeugd begint in het stadium te komen, waarin geen nederlandsche preek meer gevolgd kan worden. Dat op den duur de band aan Nederland zal verslappen, met name voor wat het theologische contact betreft, acht ik zeker. Kn natuurlijk spijt me dat. Want we kunnen van elkaar nog zooveel leeren.

Ik zeg met nadruk: van elkaar. En dat beteekent dus allereerst, dat ook wij, Nederlanders, hier heel veel kunnen „opsteken". Ik zal maar niet Zijne Excellentie den Minister van Financiën probeeren te vermurwen met de herinnering aan de hier in Amerika geldende bepaling, dat bij aangifte voor belasting mogen worden afgetrokken de bedragen, die men contribueert voor kerk, christelijke school. Stichtingen van barmhartigheid, Evangelisatie, kortom voor onderscheiden corporaties, die men steunt, en die zelf geen winst maken. Want primo zou zoo'n poging toch niet helpen, en secundo zou ze ook dwaas zijn, wijl de vergelijking onzuiver is. Maar wèl wil ik mijn broeders en zusters vertellen, dat ik verwonderd heb gestaan over de grootte der bijdragen, die per gezin hier in het Oosten onder gereformeerden jaarlijks worden opgebracht voor het kerkelijke leven; alsmede over de offers, die voor christelijk onderwijs, verstoken van staatssubsidie, worden gebracht, gelijk ook voor den barmhartigheidsdienst Eén christelijk sanatorium, alléén op particulieren steun aangewezen, mocht ik reeds bezoeken; en 't mocht

er wezen. En wat voor goeds heb ik al niet meer gezien! Een bijeenkomst, belegd voor de vrouwen, die in het Zendingswerk steun verleenen en waar o.a. dr H. Beets, dien ik inmiddels reeds enkele malen ontmoeten mocht, sprak; een bijeenkomst midden in de week, en in don winter, en waarbij toch de kerk driemaal op één dag vol liep. Een dienst des Woords, in de kerk van ds van Halsema^ waarbij voor lederen bezoeker niet alleen maar een liederenboek met liturgie etc. voor het grijpen lag, doch ook een bijbeluitgave, waarin onderscheiden teksten beter vertaald waren dan in de gangbare bijbeluitgaven. Ten bewijze diene, dat de mooie preek, die ds van Halsema hield in den engelschen dienst, over Hebr. 4:1, 2, zich baseeren kon op deze bijbelvertaling, die in de laatste woorden afwijkt van onze Statenvertaling, doch klopt met de overzetting van prof. Grosheide in de Korte Verklaring (Kampen, .1. H. Kok). Andere kerken, ook vlak in de buurt, gebruikten nog de oude vertaling; de ééne classis volgt een anderen regel dan de andere. Maar dat het zoo kan, zonder een storm te ontketenen, zegt veel. In geen enkele kerk heb ik tweemaal voor één doel zien collecteeren. En het offeren geschiedt systematisch. Velen leggen hun enveloppe (met de geregelde bijdrage) op de ópen schaal, die ik overal gebruikt zag. En als dan de huisvader geofferd heeft, naar zijn consciëntie, is 'took heel gewoon, dat de anderen de schaal laten voorbijgaan: systeem, systeem! Een leuk gezicht overigens, zoo'n open schaal, als die, gevuld zijnde, door de van hier en ginds uit het gebouw opgedoken collectanten wordt neergezet vóór het platform, waarop de katheder van den dominee en de drie stoelen voor hem en eventueele mede-sprekers staan. Geen enkelen keer heb ik ook maar één koper stukje tusschen den overvloed van wit ontdekt. Hoe is 't bij ons, diakenen en collectanten van 't oude vaderland? En wat dunkt u van de amerikaansche hoteliers, en regeerings- en andere autoriteiten, die aan een prachtige organisatie (de „Gideons") verlof geven, bijbels te plaatsen, niet alleen in hotelkamers, maar ook in vliegmachines? Eén van de vergaderingen der Gideon's heb ik mogen bijwonen; en ik heb me verwonderd over de kracht, die de liefde van Christus hier wist te ontwikkelen., Komt bij ons iemand een afstand als van Chicago naar de omgeving van New-York (ettelijke malen van Dollar tot Schelde) afleggen, teneinde een groep van werkers te bemoedigen om het werk der bijbelverspreiding voort te zetten binnen het kader eener vereeniging, die alleen van offers leeft, welker leden hun reiskosten voor collectereizen zelf betalen, die millioenen bijbels plaatst in hotels, vliegmachines e.d.? Ik heb in deze luttele dagen, in het Oosten onder de gereformeerden doorgebracht, vaak bevonden, dat te roemen ons, nederlandschen gereformeerden, niet oirbaar is. Wij kunnen hier veel ! e er en.

• Aan nen anderen kant is er hier ook groote' bereidheid om van Nederland te blijven leeren, en met broeders uit het moederland te spreken. Ik heb in deze enkele dagen niet alleen in 't openbaar, doch ook binnenskamers mogen spreken; de eerste maal bij een lunch, aangeboden door de predikanten hier uit het Oosten, de tweede maal voor een kring van gemeenteleden ten huize van de familie Van Genderen, de derde maal voor een groote groep van predikanten en enkele andere belangstellenden (onder wie een medicus-theoloog, die bij de bespreking alles afwist van theorieën inzake liet „Algemeene getuigenis des H. Geestes", het testimonium Spiritus Sancti generale). Al die drie koeren trof mij de belangstelling voor de nederlandsche theologie, met name voor de gemeene gratie, waaraan, op verzoek natuurlijk, niet van den gast, doch van de gast- Ueeren, de laatste avond geheel apart gewijd was. Wat hebben we vlot en prettig kunnen praten! Geheel overeenkomstig den wensch der synode van Kalamazoo bleek men bereid, nog verder te studeeren over de gemeene gratie (waarover, gelijk de synode terecht opmerkte, onder de gereformeerden nog geen algemeen gevoelen heerschte). En gaarne wilde men daarover ook eens vrij uit met een broeder uit Nederland spreken. En nu moet ik maar eindigen. Vanavond hoop ik de Niagara-watervallen te bezien, al ligt er ook overal ilik sneeuw. Ze zijn verlicht, ook in den winter. Morgenavond hoop ik te spreken in Cleveland. En vandaar gaat t-'e reis naar het „Jeruzalem" der broedera hier: Grand Rapids. Daar valt, naar ik vernam, een drukbezet pro- Sram af te werken. - ,

IntusscKen allen in Nederland hartelijk gegroet.

K. S.

Eene toespraak van Prof. Dr K. Schilder.

Zooals Prof. Schilder reeds schreef in het nummer van „De Reformatie" van 20 Jan. j.l., is hij door tegen- '"•vind één dag later te New-Yoi'k aangekomen, dan waarop gerekend was. Vrijdag 6 Jan. is hij door Comitéieden, predikanten on andere personen, bij zijne afkomst van de Washington hartelijk verwelkomd. Des •'Ondags daarop, 8 Jan., heeft hij een paar maal den 'honst des Woords vervuld. En Maandag, 9 Jan., werd "ij aan eenen feestmaaltijd te zijner eere, blijde begroet door Ds Hiemenga, Ds Broekstra, Ds E. van Halsema en Mr Van Genderen. In antwoord op dat gulle welkom heeft Prof. Schilder toen eene toespraak gehouden, waarvan Ds E. van 'talsema in „De (Amerikaansche) Wachter" van 17 ••an. j.l. het volgende verslag geelt: „Dr Schilder, het woord nemende, begon met er op te wijzen, dat hij dit bezoek beschouwde als genade '-'an God. Het had hem getroffen, in de weinige dagen -uer doorgebracht, hoe ook hier het geloofsprincipe aan hot uitbotten was, ja, op een wijze, die den Nederlander bescheidenheid mocht leeren. In. Nederland is veel om dankbaar voor te zijn. Onder Dr Kuyper's zegenrijken invloed is er veel tot stand gekomen, de cultuur en de offervaardigheid namen een groote vlucht, maar er is geen ruimte voor de gedachte: we zijn er zoo'n beetje, Nederland "über alles". Amerika, waar ons volk zonder staatssubsidie zijn eigen scholen onderhoudt, had hem beschaamd gemaakt.

De strijd over het handhaven van het erfdeel der vaderen droeg in Nederland, zei de spreker, een eigen karakter. Dat erfdeel moet getoetst aan de Schrift. Voortgaande reformatie eischt, dat uitgebannen wordt wat niet in lijn is met Schriftuurlijke beginselen. Er moet gebouwd voorzoover het bestek is naar de Schrift. Dat "voorzoover" had in het begin der 19e eeuw een bijsmaak der wereldgelijkvormigheid en kwam voort uit arglistigheid van het hart, maar het doelt nu op zuiveren voortbouw, als voor het aangezichte Gods. Die arbeid heeft in Nederland voortgang en spreker hoopte, ook in Amerika, opdat men over en weer van elkanders arbeid vruchten kon plukken.

Het toenemend taalverschil vervulde spreker met zorg. Verlies van de Nederlandsche taal beteekent eveneens verlies van cultuur en traditie, contact oefenen zal moeilijker gaan en het behoud van de gereformeerde grondbeschouwing zal meer inspanning vereischen. Hij wees er op, dat de vraagstelling in Nederland een andere is, dan die in Amerika, in 1924. Daar toch, in het oude vaderland, is de kwestie opgekomen uit het cultuurbegrip. In aansluiting aan wat ik" —• n.l. Ds E. van Halsema — „had opgemerkt over de Ruyter op de Thames en Schilder op de Hudson, kon spreker ons dan ook geruststellen, maar merkte daarbij snedig op, dat men na 1924 niet denken moest, dat men klaar was, want is men klaar, dan kan men dood gaem. De groote vraag is, hoe in de wereld in te werken met het Christelijk geloof. De groote verdienste van Dr Kuyper is geweest, dat hij het Christelijk volk, dat als een afgescheiden volk leefde, wakker heeft geschud en de oogcn heeft doen opengaan voor de taak die ons in de wereld wacht. Zijn arbeid heeft rijke vruchten gedragen op politiek en maatschappelijk terrein in Nederland. Zou dan ook iemand spottend spreken van het werk van Dr Kuyper, hij zou in Nederland nergens eenig punt van aansluiting vinden, ja, veeleer zich zelf belachelijk maken. Op de nazaten der vaderen rust echter de taak om, als kinderen Gods en mede-arbeiders Gods, het werk van het voorgeslacht opnieuw in te denken, tegenover een Barth en Brunner, die Kuyper's werk omver zouden willen stooten, en tegenover een theologie en anthologie (anthropologie? S. G.) met haar leugen, afval en Godverzaking. Kuyper sprak eens den wensch uit, dat zijn werk door anderen nader mocht worden ingedacht. De professoren Vollenhoven en Dooyeweerd hebben getracht, op filosofisch standpunt, aan te toonen, hoe de wensch van Kuyper lean worden ingewilligd. "Ze stellen zich niet tegen Kuyper, maar beoogen wel Kuyper te corrigeeren en zijn gedachten nader uit te werken^).

Ten slotte dankte Dr Schilder allen voor de hartelijke ontvangst. Hij besloot met de bemoediging, dat God Zelf Zijn volk zal handhaven, dat Zijn Kerk niet kan verloren gaan, en, waar zij leeft bij het oude beginsel der genade, de Kerk zalig wordt en daarom zalig is."

S. GREIJDANUS.

Over moeilijkheid van jniste terminologie. (ÏV.)

In zijne artikelen aangaande auctoritas historiae en auctoritas normae komt Prof. Hepp er terecht tegen op, dat men de Heilige Schrift uit elkander rukt, en maar woorden of zinnen uit haar neemt, zonder met het verband te rekenen. Alles dient in zijnen samenhang genomen te worden. Daarmede kan echter niet de juistheid der terminologie, die hij te dezer zake voorstelt en wil invoeren, bewezen worden. Hij keurt de benaming en onderscheiding van auctoritas historiae en auctoritas normae af, zooals reeds aangewezen werd. Hij acht die verwerpelijk. „Historisch gezag in tegenstelling met normatief gezag mag van de Schrift niet worden aangenomen. Een zuivere Schriftbeschouwing verzet zich daartegen", schrijft hij in „Credo" van 16 Dec. j.l. Nu hebben we hier weer de onnauwkeurigheid van het spreken van „Historisch gezag in tegenstelling met normatief gezag". Afgezien van den term „historisch gezag", zoo denken wie de termen „auctoritas historiae" en „auctoritas normae" bruikbaar, hoewel ook niet volledig noch onverbeterlijk oordeelen, niet aan eene tegenstelling tusschen beide. Van de deelen met auctoritas normae geldt ook de auctoritas historiae. En de naam „auctoritas historiae" sluit niet uit, dat de deelen, die onder dien naam vallen, meer kunnen geven, dan enkel met Goddelijke waarborging mededeelen, dat wij in het verhaalde met historie, met hetgeen werkelijk geschiedde, te doen hebben. Er kan tevens eene vermanende en waarschuwende strekking in liggen. Alleen drukt deze term dat niet duidelijk uit. Deze termen zijn niet onberispelijk, niet volledig, maar daarom nog niet verwerpelijk.

Mits genomen in hunnen eigenlijken, oorspronkelijken zin, en in hunnen juisten vorm.

Prof. Hepp meent echter betere gevonden te hebben, en stelt voor en dringt aan, er voor in de plaats te nemen: „Het normatief Schriftgezag in po- (Zie vervolg op Mz. 140.)


1) Standaard en Rotterdammer hebben dit onnauwkeurig en niet juist gere.sumcerd, alsof Prof. Schilder gezegd had: „In deze taak vindt spreker o.a. mannen als Prof. Dr H. Th. Vollenhoven en Prof. Dr H. Dooyeweerd naast zioh, die evenals spreker zich geenszins tegenover Dr A. Kuyper stellen, doch wel beoogen om Dr Kuyper te corrigeeren en zijn gedachten nader uit te werken". S. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's