GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De worsteling om het leven.

Men heeft Psalm 88 weleens di© psalm van het zwakke oogenblik genoemd Ik zou wel wenschen, dat wij vele van zulke zwakke oogenMikken beleefden! Want daar wordt in dit leerdicht door Heman geworsteld' om het leven, in het geloof geworsteld om het leven. Deze psalm staat niet laag, maar hoog, heel hoog! Hier is een Jakob, die zich vorstelijk gedraagt met God. Hier zijn de lijdzaamheid en het geloof der heiligen! Hier vinden wij waarlijk een psalm, een Ued voor den oppierzangmeester onder de kinderen van Koracht Hoe houdt deze man met zijli melaatsche handen het leven vast, liij moet dat doen, hij kan dat doen, omdat hij Gód vasthoudt. Luister slechts naar idat krachtige begin: Heere, God mijns heils! Dat geloovig begin stempelt heel dlit lied tot een gèloofszang zóó krachtig, dat het nauwelijks ergens zijn wedergade vindt! Daarmede is het veiv dere van dezen psalm niet in strijd. De dichteit klaagt niet omdat hij geen God heeft, hij klaagt juist omdat liij' een God heeft. Hij lijdt als een geloovige, want hij heeft God in zijn lijden ontmoet. En geen lijden is wezenlijk, wanneer wij daar God niet in gekend hebben. Hij lijdt niet, omdat hij geen God heeft, maar juist omdat hij' een God heeft. Dat is het eigenlijke van zijn lijden: de toom Gods. Wij hebben daar mogelijk dqgmatisch wat moeite mede, want wij weten immers de oplossing ZOO! goed, de Toom Gods is immers dool? Christus ten volle gedragen? Maar dat beteekent nog niet, dat wij dé handen over den buik kunnen vouwen en zeggen: wie doet mij' wat? 'Al heeft Gods recht niets meer van ons te vorderen, Zijb liefde is in grooten ij^er over ons ontbrand, op^ dat wij als Zijn Volk zouden uitkomen in de wereld. Deze actie van Gods heiligheid tegen Zijn Volk is veel wezenlijker dan wij ons haar gewoonlijk voorstellen. O, wij maken daar begrippen van, vrome Satzen, maar de Bijbel durft het lied van de smart te zingen zonder ex- één couplet af te doen. D© Bijbel durft te spreken van oordeelen, die beginnen bij het Huis Gods. Dat heeft Heman gedaan, maar hij' heeft het geloovig gedaan. Zijn psalm is een zeer bijzonder geloofslied, dat een zoo krachti_g geluid laat hooren, dat wij' nauwelijks de ooren gelooven kunnen. Hij doet niet zooals veelal de Oud-Testamenüsche vromen, hij brengt zijn zaaksgerechtigheid niet naar voren, maar als een metalen klank schalt bet door dit lied: één pleitgrond slechts! Wat is voorts deze Heman een bidder geweest! Op zij'n zeere knieën buigt hij' zich neder, zijn gewonde handen strekt hij naar God uit. Hoever is hij niet gevorderd ia het voornaamste stuk der dankbaarheid! Hij' zegt niet gemoedelijk van het lijden: O, dat hindert niet, dat is zeker goed voor mij'! Neen, hij smeekt: Heere, neem Uw Hand weg! Wij vergeten weleens, dat er ook een gereformeerde gebedsgenezing is! Hij blijft roepen, ook als hij de verhooring niet ziet. Hij' bergt zijn smeeldng niet kalmpjes weg in het kabinet der onverhoorde gebeden, maar hij worstelt met God^ biddend slaapt hij' in en bid'd'end' wordt hij wakker. Ondanks alles houdt hij vast aan de waarachtigheid Gods, hij redeneert niet: Gods Verbond komt niet altijd uit! De redeneeh ringen, waarmede wij de anti-nomiën trachten te verzoenen, bevredigen den dichter niet meeï-. Hij smeekt: Laat mijn gebed voor Uw Aanschijn komen. Zoo vinde nog ons sterfuur ons biddend voor een ongeloovige vrouw, een afkeerig kind, een afgedwaald volk!

Is dit een psalm zonder slot? Heman wacht op Gods oplossing, hij construeert er niet zelf één. Maar er is in Gods Boek wel eeni slot op dezea psalm en er is in Gods Raad wel een antwoord op uw gebed. Heman zingt: Uw hitüge toornigh beden gaan over mij. Uw verschrikkingen doen mij vergaan! Maar het is mij alsof ik de tegenrei antwoord hoor geven: Een oogenblUc is er in Zijb Toom, maar een leven in Zijh goedgunstigheid, des avonds vernacht het geween, maar des mor­

gens is er gejuich.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1939

De Reformatie | 8 Pagina's