GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPVOEDING EN ONDERWIJS

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN BRIEF AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT.

We ontvingen afschrift van volgenden brief:

Den Haag, 11 October 1946.

Den Weledelgestrengen Heer Mr Th. J. Barentsen, Correspondent der Vrije Universiteit, Archimedesstraat 70, Den Haag.

Mijnheer,

Wij ontvingen Uw schrijven van 30 September j.l., waarmede U ons als keric uitnoodlgt, op Zondag 20 October a.s. den arbeid Uwer vereeniging in ons gebed te gedenken.

Eenerzijds zijn wij dankbaar voor de herinnering aan den stichtingsdatum Uwer vereeniging. Wij willen zeer zeker den Heere danken voor Zijn barmhartigheid en trouw, daarin aan volk en kerk bewezen, dat Hij mannen verwaardigd heeft om de heerlijkheid van Zijn Naam uit te roepen over het terrein der wetenschap door een vereeniging in het leven te roepen tot beoefening der wetenschap in volstrekte gebondenheid aan het Woord des Heeren en, voor wat het onderwijs in de Godgeleerdheid betreft, op den grondslag van de Drie Formulieren van Eenigheid. Danken willen wij ook voor den 2!egen des Heeren, waarmede deze daad van geloofsgehoorzaamheid bekroond werd in vruchten van geloovig wetenschappelijk onderzoek en in de vorming van trouwe Dienaren des Woords.

Anderzijds is deze tot onze kerk gerichte oproep voor ons een zeer pijnlijke gewaarwording. Het is ons ook niet mogelijk, zóó te bidden, als U van ons verlangt. Ten eerste is het gezamenlijke gebed van degenen, tot wie U zich blijkbaar heeft gericht, daardoor verhinderd, dat onder hen een ernstig confessioneel conflict is uitgebroken, dat als zoodanig, gezien den grondslag Uwer universiteit, in het bijzonder ook dien van haar theologische faculteit, oimüddellijk Uw Vereeniging raakt. In verband hiermede kan ook ten tweede de inhoud van het door ons op te zenden gebed niet in overeenstemming zijn met hetgeen U wenscht. Wij kunnen n.l. niet bidden, dat de Heere deze Universiteit in haar tegenwoordige gestalte in stand moge houden en wij kunnen en mogen ook niet om des Heeren Zegen over haar tegenwoordigen arbeid bidden, omdat wij weten, dat Zijn IZegen op dien arbeid niet kan rusten. Wel moet er gesmeekt worden om wijsheid voor haar hoogleeraren, doch slechts in dien zin, dat verschillende harer professoren, verbonden aan haar Theologische Faculteit, zich van hun dwaasheid bekeeren, waarmede zij met een valsch beroep op den grondslag van him Faculteit, de zich nog steeds Gereformeerd noemende Kerken hebben doen afdwalen van het Woord Gods en de Gereformeerde Belijdenis, ja zelfs van dè Gereformeerde Beginselen, welke voor alle Faculteiten Uwer universiteit als grondslag gelden. En tenslotte hebben wij zeer zeker ook te bidden voor Uw studenten, niet het minst, opdat zij bewaard mogen worden voor de verderfeUjke theorieën, welke verschillende Uwer professoren huldigen.

Onder leiding en op advies van verschillende Hoogleersuren der Theologische Faculteit Uwer vereeniging hebben n.l. de Generale Synodes van 1939/1943, 1944 en 1946 onder dienen, die de V. U. liefhebben of liefhadden, een droeve scheur getrokken. Deze Synodes hebben, speciaal inzake Genadeverbond en Zelfonderzoek, uitspraken gedaan, bindend verklaard en tegenover ingebrachte bezwaren gehandhaafd, welke naar hun zakelijken inhoud blijkende uit officieele stukken als Toelichting en Praeadvies, zoomode blijkens door Synodeleden en andere vooraanstaande leiders van het Gereformeerde volk gegeven voorlichting en verdediging, bewezen zijn niet gegrond te zijn op Gods Woord, de Gereformeerde Beüjdenis en de Kerkelijke Formulieren. Verder is al weder, mede bnder invloed van genoemde professoren, die een verbonds- en sacramentsleer voorstaan, welke zeer duidelijk met Schrift en Belijdenis strijdt, een hiërarchisch systeem van kerkregeering ingevoerd, dat niet alleen in strijd is met het aangenomen accoord van kerkehjke samenleving, maar • ook ten sterkste door de Gereformeerde Belijdenisschriften veroordeeld wordt. Tenslotte heeft dit hiërarchische stelsel met hun volle instemming en medewerking geleid tot de verschrikke- Ujke zonde van schorsing, ontzetting uit het ambt en valsohe bediening van de sleutelmacht, waarmede trouwe dienaren en beUjders van onzen Heere Jezus Christus vervolgd werden. Ja, één dezer professoren heeft zich zelfs niet ontzien het gedrag dergenen, die het eerst aan deze valsche kerkelijke tucht ten offer vielen, „goddeloos" te noemen en daarmede te lasteren de trouw en de gehoorzaamheid van die broeders, die om des gewetens wil slechts wilden buigen onder het gezag van den Koning der Kerk.

Gezien nu deze verschrikkelijke tweespalt tusschen professoren Uwer vereeniging en leden Uwer vereeniging, die zich aan de besluiten van genoemde synodes geconformeerd en daarmede de verantwoordelijkheid voor de uitwerping van getrouwe belijders van 's Heeren Naam mede op zich genomen hebben eenerzijds, en die uitgeworpen broeders, die ook Uw vereeniging om Gods wU liefhadden anderzijds, past het U niet, dit diep ingrijpende conflict, dat direct den grondslag Uwer vereeniging raakt, te negeeren en te doen, alsof hier een GEZAMENLIJK gebed tot den God van Waarheid en Gerechtigheid zou kunnen worden opgezonden. '

Ondanks het geschil inzake de Belijdenis en het gezag van het Woord des Heeren, heeft Uw vereeniging het, voor zoover ons bekend, geacht niet op haar weg te liggen, zelfstandig in dit geding een beslissing te nemen en te beoordeelen, of haar professoren zich in him kerkelijke handelingen wel getrouw hebben betoond aan den door de Vereeniging beleden grondslag. Directeuren Uwer vereeniging hebben blijkbaar geen oogenblik gemeend te moeten ingrijpen, toen zij konden constateeren, hoe bedoelde professoren in hun afwijkende leer en met hun van de Gereformeerde Beginselen, door stichters der Vrije Universiteit zoo schoon beleden, afwijkende kerkrechtelijke theorieën, een funesten invloed uitoefenden op de kerken, die de V. U. via haar Theologische Faculteit heeft willen dienen. Daarom is er in Uw oproep zooveel, dat ons bedroeft, omdat zij aantoont, dat Uw vereeniging zich niet bekommert over het schrikkelijke onrecht en de smaadheid, ons met een beroep op haar eigen grondslag aangedaan of wel daaraan haar goedkeuring hecht. In het laatste geval echter is de breuk met Uw vereeniging, voor zoover niet reeds een feit, menschelijkerwijs gesproken onherstelbaar en kunnen w^j in dezen oproep geen enkelen factor vinden, die ons vertrouwen zou kunnen inboezemen.

Wij meenden U eerUjkheidshalve omtrent ons standpunt rekenschap te moeten geven en wij willen hieraan de bede toevoegen, dat Uw vereeniging zich op deze punten moge bekeeren en wederom in waarheid en gerechtigheid haar grondslag moge maken tot een geldende basis van geheel haar optreden en tot een werkelijk erkenden norm voor haar interne tuchtoefening.

Dan alleen zien wij een mogelii'kheid den vereenigingsarbeid te zuiveren van dwalingen die de V. U. van binnen uit in haar hartader, d.i. in de door haar beleden beginselen, aantasten. '

Wij verzoeken U het bovenstaande wel aan Uw opdrachtgevers, de Directeuren Uwer vereeniging, te willen doorgeven. Onzerzijds zal dit schrijven ter publicatie in het weekblad „De Reformatie" worden aangeboden.

Met verschuldigde Hoogachting teekenen wij inmiddels, de Kerkeraad der Gereformeerde Kerk van den Haag-West (onderh. Art. 31 K. O.).

NOG EENS DE A.N.O.V.-KWESTIE.

Zoo is dan nu de beslissing gevallen. Toetreding van de Ver. van Chr. onderwijzers en onderwijzeressen in Nederland en overzeesche gewesten tot het A.N.O.V. is een feit geworden, i 1600 leden namen aan het Referendum deel. De rest, d.i. ongeveer */5 van het totaal aantal leden, heeft zich van stemming onthouden. Waarom toch? Was de kwestie hun te onbelangrijk om zich daarvoor ook maar eenige moeite te geven? Interesseerde het hun niet of „De Groote"; (zoo wordt immers kortheidshalve de Vereeniging van Chr. onderwijzers genoemd) toetreedt tot het A.N.O.V. — Algemeen Nederlands Onderwijzers Verbond?

In elk geval zij zijn klaar met hun standpunt, dat ze nu, na toetreding tot het A.N.O.V., hebben in te nemen. Ze bUjven natuurlijk heel gewoon lid van 'e

Vereeniging, betalen hun contributies en gaan soms ook nog eens naar een afdeelingsvergadering. Maar die anderen! Die 600, die tegen aansluiting hebben gestemd, wat doen die? Conformeeren ze zich? Zullen ze als goede spelers hun tegenstanders in deze kwestie gelukwenschen met het behaalde succes en verder hun lidmaatschap van „De Groote" continueeren? De vraag is slechts of ze deze aangelegenheid zien als een principieele kwestie, ja of neen.

Hebben ze antwoord gegeven op deze vraag, dan is het in beide gevallen gemakkelijk om tot een beslissing te komen. Immers: is het wèl een principieele zaak dan moet de band met „De Groote" worden verbroken. Is het geen principieele kwestie — dan blijft men lid.

Dus — de groote vraag is: „Is toetreding tot het A.N.O.V. een principieele kwestie? "

Laten we, om die vraag te kunnen beantwoorden, eens in gedachten een vergadering van het A.N.O.V. bijwonen. Het valt ons op, dat zonder gebed wordt begomien. Dat gaat nu eeiimaal niet in zoo'n heterogeen gezelschap van Christenen, Roomschen en Humanisten. Maar 't is misschien ook niet noodzakelijk, immer=i het gaat aan de Anov-tafel alleen over dingen, die geacht worden niet-principieel te zijn en de menschelijke rede is wel voldoende om de problemen, die hier aan de orde komen, tot een oplossing te brengen. Bovendien — een ieder, die behoefte zou gevoelen licht of wijsheid van Boven te vragen, kan dat immers voor zichzelf doen, vóór de vergadering, b.v. in een stil-gebed in een treincoupé!

Een klein offertje mag toch ook wel worden gebracht, want nu kan het groote winstpunt worden gemaakt, n.l. dat men opgenomen is in een Algemeen Onderv/ijzers Verbond. Men staat niet langer op een eiland. Nu doet men mee. In alle eendracht samenwerken aan het groote ideaal: Nederland een goed onderwijsstelsel te verschaffen. Kan op alle punten misschien niet worden samengewerkt, door de problemen dóór te praten en elkander beter te leeren kennen en te waardeeren, zal het aantal onderwerpen, dat voor behandeling in aanmerking komt, steeds grooter worden. Zoo wordt de eenheid bereikt, die noodig is en passend voor goede vaderlanders.

Te lang hebben we in afzondering geleefd. Het wordt tijd de deuren eindelijk eens open te doen en een frissche wind gelegenheid te geven het sombere en muffe huis, dat we tot dusver bewoonden, te doorwaaien.

Wie spreekt daar van verflauwing der grenzen en van een meedoen met de wereld, van wereldgezindheid en wereldgelijkvormigheid? Dat zijn de criticasters, die altijd Iets hebben aan te merken, de Farizeeërs, die in zondige hoogmoed en eigengerechtigheid het alléén en natuurlijk beter meenen te weten, maar die vergeten, dat wij, Christenen, getuigen moeten zijn, overal en altijd waar ons de gelegenheid wordt geboden. De nieuwe 'tijd vraagt nieuwe vormen en komt met nieuwe eisehen! j

We verlaten de A.N.O.V.-vergadering.

Hebt u de geesten geproefd? Voelde u zich daar thuis? Acht u de belangen van ons Chr. onderwijs daar veilig? Ik niet! Ik ga er uit! Ik weiger de verantwoordelijkheid van het doen en laten van deze Vereeninging nog langer te dragen.

Eerst Ds Van Nifti-ilt laten optreden op de Algemeene vergadering, hem toelaten de grondslagen van onze Chr. school aan te tasten en nu de toetreding tot het A.N.O.V.! Het gaat verkeerd met „De Groote" en ik roep al mijn collega's die het wèl meenen met de Chr. school toe, met deze vereeniging te breken.

En dan? Aan den kant van den weg blijven staan en wat goedkoope critiek uitoefenen? Dat niet! Maar jirat dan wel?

Een vereeniging verlaten, waarvan men lange jaren lid geweest is en waarin men zijn vrienden heeft, is moeilijk. Eerst de kerkelijke strijd en nu de scheur in „De Groote", die al opgericht werd in 1852 en thans 8000 leden telt! Wat is het alles erg!

Ik kan me voorstellen, dat verschillende collega's, die deze ontboezeming lezen, denken of hard op zeggen: „Man, schei uit. Wees a.u.bl. niet zoo dierbaar! Dat past niet en dat gaat niet! Houd liever op met dat gescheur, zoek de eenheid te bewaren, bouw met ons mee. Wees niet zoo laf onze hopeloos verdeelde vereeniging te verlaten. Vecht met ons mee tegen den verkeerden geest, die al meer den boventoon voert in onze vereeniging. Protesteer en schrijf in het „Correspondentieblad". Schud de menschen wakker! Dat is mannenwerk! Maar er uitgaan? We moeten er niet aan denken!

Kom terug!"

Ongetwijfeld zit er in die uitnoodiging terug te keeren, iets dat weldadig aan doet. Men wil ons niet Jaten gaan. Men verzekert ons, ons noodig te hebben in den strijd tegen de ontbindende factoren, die zich al duidelijker in onze onderwijskringen openbaren.

En toch — het gaat niet! De leden van „De Groote" vormen een te heterogeen gezelschap. Met Barthianen en leden van de Partij van den Arbeid kan men niet vruchtdragend samenwerken. Het zout is smakeloos geworden! De kracht van „De Groote" is gebroken!

Het groote getal kan haar niet meer baten. We moeten den weg terug! De weg van het isolement! Dat beteekent, dat we van voren af aan moeten bej^innen. Een nieuwe vereeniging stichten waarin opgenomen worden alle werkers bij het Christelül< ander-wijs, onverschillig of ze werkzaam zijn bij het Fröbel-, Lager-, Ulo-, Middelbaar, of voorbereidend Hooger onderwijs, als ze maar staan op den grondslag van de 3 formulieren van Eenigheid en verklaarde voorstanders zyn van de vrije Chr, School.

Laten we niet beginnen met te vragen, hoe groot het aantal leden van de nieuwe vereeniging zal zijn.

We moeten afleeren op het getal te zien. Een kleine vereeniging, waarvan de leden eensgeestes zijn, kan meer kracht ontwikkelen dan een groote vereeniging, waarvan de leden onderling verdeeld zijn.

De invloed van de nieuwe vereeniging hangt alleen liier van af, of ze leeft uit het geloof, dat immers bergen kan verzetten.

Binnenkort zult u waarschijnlijk de oproep tot de werkers bij het Christelijk onderwijs om een nieuwe organisatie te stichten, in de kranten kunnen lezen.

Doet u mee? We rekenen op u! Komt tot de daad! Strijdt den goeden strijd!

Moge op niemand van u de woorden van Debora van toepassing zijn:

In Rubens gedeelten waren de inbeeldingen des harten groot. De gedeelten van Ruben hadden groote

onderzoekingen des harten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 november 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 november 1946

De Reformatie | 8 Pagina's