GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER BRIEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER BRIEVEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater.

Een voortgezet beschouwen van den liberalen burger der vorige eeuw en den socialistisch gezinden van thans, geeft ons in toenemende mate het beeld van treffend gelijken.

Het is een gelijkenis als die er kan zijn tusschen vader en zoon, tusschen die van twee broeders of dubbelgangers.

De dubbelganger is in de oude en nieuwere tooneellitteratuur een geliefkoosde figuur geweest, die het leven op de planken, naar Shakespeare's woord, maakte tot een „comedy of errors", een blijspel van vergissingen.

In de werkelijke wereld wordt zij hier tot een schrikkelijk drama van leed en ellende.

De menschheid, zeide Groen, zal, betooverd door een fata morgana, het fata morgana van een nieuwe heerlijke wereld van louter geluk, voortschuiven naar den afgrond.

Er is thans een verschil in kleed, dat den indruk wil wekken van felle tegenstelling en bereidheid tot geweldigen kamp.

Het nationaal socialisme zou het Duitsche volk be- Vrijden van communistisch gevaarlek woelen.

Ook belijders van den Christus dachten zoo.

Maar hoe spoedig bemerkten zij hun vergissing. Het fascisme in Italië ging den communisten te liji, f maar wie ziet thans niet, dat het ook daar was lood lom oud ijzer. . . . . , .

[ En thans roept heel de commumstische en sociaus- Hische wereld: weg met het fascisme, maar als wij rde practijk nauwlettend bezien, kan het ons gaan als f dien man, die tweelingbroeders tot zijn vrienden telde I en nimmer een van hen kon ontmoeten, zonder te inïformeeren: bij jij het nou, of is het je broer.

i Het verschil tusschen commimist en socialist be- I staat slechts ondanks allen schijn in graad van consefquentie, meer niet.

I Wij komen hier te staan voOr eenzelfde vergissmf lals in de dagen van Groen door vele van zijn vrienden "iWerd begaan en die op de samenkomsten der Evange- ' lische-Alliantie een ernstige rol speelde. Ik denk nu Biati'.' !'p.n de Pressensé, prof. Astié, en Chantepie de la Saussaye.

De strijd ging ten slotte zóó ver, dat Groen zich van al die vrienden moest losmaken, om met zijn bekende drietal te verschijnen in het politieke tournooi.

Het'revolutionaire leven nam ook toen wel, evenals ! 'thans, een christelijk element op, zij het dan al in ; een humanistisch erkennen van christelijke waarden, die men zelve minstens even goed bezat.

Maar zóó wordt de nieuwe wereld, en dit mogen , ynj thans wel bedenken, een nog ernstiger gevaar.

Ik las dezer dagen, in een werkje van Jacques Mari- 'f tain, een treffende opmerking, die ik vrees, dat hij. ; ^If niet doorziet.

I ÏEj wgst daar op d© beginselovereenkomst van de I „gelijkheid" bdj communisten en fascisten, en die van [ het liberale rationalisme. De laatste dwaling, dus zegt hij, lijkt minder afstooteüjk dan de eerste, omdat zij nog een christelijk element schijnt te bevatten. Maar in wezen is zij veel gevaarlijker, omdat zij juist dat christelijk element bederft.

Dan is er sprake van een pseudo-christendom.

Nieuw is de opmerking natuurlijk niet. De volksmond zegt, dat de duivel gevaarlijker is als hij komt op sokken dan op klompen.

En de Schrift waarschuwt meer tegen den booze, als hij verschijnt als een engel des lichts, dan wanneer hij rondwaart als een brieschende leeuw.

Een pseudo-christendom is gei'aarUjker dan een grof ongeloof.

•Wij zien hier dus twee dubbelgangers aan het werk en het slot zal ook zijn, maar dan ten kwade, als Shakespeare zijn blijspel eindigt „wij kwamen, in de wereld als broeder en broeder, maar laat ons nu gaan hand in hand, en niet de een voor den ander".

Het afwijzen van den burger, die doodverklaard wordt, en de aanvaarding van den nieuwen mensch dCT nieuwe wereld plaatst ons voor denzelfden afgrond en het slot zal wezen de groote strijd tegen de kerk des Heeren en haren Koning en Heer.

Zien wij, in weerwil van allen schoonen schijn, niet reeds de werkelijkheid te voorschijn treden?

Laat ons dan slechts letten op de practijk van het staatkundig en maatschappelijk leven.

Op enkele verschijnselen wil ik nog wijzen.

De autonome burger der vorige eeuw wilde, evenals die van dezen tijd, het leven bevrijden van den staatsdwang. De staat, zoo is al meermalen gezegd, zou sterven, alle geweld en alle dwang zou verdwijnen, want de mensch is goed, en wij kunnen het leven zoo inrichten, dat de oorzaak van alle kwaad verdwijnt.

De burger begeerde de voUe vrijheid in de maatschappij in een vrije concurrentie, die alle menschelijke kracht tot de hoogst mogelijke spanning zou opvoeren. Maar de eenheid moest worden gevonden in het geestelijk leven, in denken en spreken en de staat was daar, om het volk, dat nog niet ten volle daartoe bereid was, daartoe op te voeden. Op te voeden in de burgerlijke leer en levensbeschouwing. Dan zou alle duister der Schriftuurlijke waarheid, verdwijnen. Daar ' had men dan de kern van den schoolstrijd. Het ging -toen, zooals ook nu, om het kind. De gelukkige wereld kon slechts verkregen worden, als een bedorven oud ge- ' slacht verdween; de nieuwe wereld zou daarna volgen.

f Het liberalisme wilde zulks doen in den weg der ! opvoeding.

Het bolsjewisme vaagt die oude bovenlaag weg met het zwaard, en noemt dit „liquidatie".

Maar dat de burger voor geweld niet terugdeinsde, kan ons blijken uit de geschiedenis der Afscheiding.

Men volgde toen precies dezelfde redeneering als thans. De „seperatisten" werden niet vervolgd, omdat men him de vrijheid van religie niet gunde. Als die in gevaar was, zoo riepen de mannen der synode en de ministers uit, dan zouden wij aanstonds opspringen ter verdediging van dat groote goed. Maar — zij waren oproerlingen, gevaarlijke lieden voor den staat.

Thans neemt het socialistisch homianisme den schijn aan, alsof het geestelijke vrijheid swu begeeren en WiUen werken, maar het slaat de maatschappij in handem van den staat.

Hier is echter geen tegenstelling. 'Want — de radiostrijd maakt dit ons thans wel duidel^k — de geestelijke vrijheid, die men zegt te vrillen, kan op niets snders, uitlooiien dan op den dwang eener revolu- "ooaire eenheid.

En het is treffend, dat zelfs een synode der Ned, Herv. kerk, die de wereld met haar zestig raden wil bekeeren, dit niet ziet.

Een staat, die ons onze boterham niet toewflst, en zegt: redt wat die betreft u zelf, al kon de maatschappij trachten die boterham weg te nemen, is minder gevaarlijk, dan een staat, die öns wel het dagelijksch brood zal toereiken, elk naar behoefte.

Het is droef te zien, hoe er vele christenen zijn, die zich laten misleiden door de revolutionaire beloften en begeerig de handen uitsteken naar een staat, die voor alles zorgen zal. Rousseau bepleitte in den grond der zaak geen ander beginsel dan Marx. En wij mogen met voorbijzien, dat het historisch materialisme en de leer'van den klassenstrijd niet opkwamen uit wat men dan noemt het proletariaat, maar uit de nu gehate bourgeoisie.

Het was dé burger die de leermeester was van den proletariër. En de mensch der nieuwe wereld leeft op zoo goed als alle gebied naar hetgeen de autonome burger hem heeft geleerd, en' dit tot in de uiterste consequenties.

Zoo ongeloovig kan de nieuwe mensch niet worden, dat hij den ouden daarin overtreft.

Zoo hoogmoedig niet, dat hg daarin voor den ouden moet afleggen.

Zoo niet vol haat en nijd tegen God en SHjn 'Woord, dat de burger der vorige eeuw voor hem de vlag zou moeten strijken.

Daar is in het bolsjewisme en nationaal-soóalisme en fascisme of humanistisch socialisme niets, dat niet reeds in de vorige eeuw werd geleerd.

Dit werd door Lenin erkend, toen hij schreef, dat de historie van alle landen bewijst, hoe de werkende klasse op eigen krachten nimmer verder kwam dan tot eenige samenwerking in vakvereeniging.

De leer van het socialisme echter groeide op den bodem der philosophie.

De grondvesters van het moderne socialisme, dus zegt hij, behoorden zelve tot de „bourgeois-intelligentsia".

Maritain, dien ik reeds aanhaalde, zegt, dat de voorspelling van het nieuwe'type mensch op niets is uitgeloopen.

Niets in de wereld, dus deze Roomsche wijsgeer, is meer burgerhjk dan rationalistisch of atheïstisch hur manisme. Ik mag er het irrationalistisch humanisme wel bijvoegen.

Als wij de vruchten daarvan zien, zoo vervolgt hij, dan mogen vnj wel vragen, wat de wereld der arbeiders, die deze wijsheid heeft geabsorbeerd, daarbij heeft gewonnen, dat zij erfgenaam is geworden van het meest domme en dwaze ding, dat de wereld ooit heeft gekend: de burgerlijke vrijdenkerij.

En om nog een schrijver te noemen, de Engelsche professor H. G. Wood, in zijn in 1942 verschenen werkje over „Christianity and Civilization", verklaart: de socialistische theorie over de religie is het kind van het burgerlijke ongeloof. Groen wees de wortel van het kwaad steeds weer aan, als hij zeide: de revolutie zegt: de mensch is goed.

En heel de nieuwe wereld roept als uit één mond: de mensch is, ondanks allen gruwel, dien •wij zagen, toch in wezen goed, en, als vnj de misdadigers. hebben gedood, hebben wij de kracht heel het leven goed te maken.

En daar is men nu mee bezig. Met hartelijke groeten en heilbede üw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 november 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER BRIEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 november 1946

De Reformatie | 8 Pagina's