GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Reformatie van het onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatie van het onderwijs

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen we een aantal jaren geleden eens bladerden in een oud notulenboek van een reeds heel oude Jongelingsvereeniging kwamen we het verslag tegen van een inleiding over de gelijkenis van het mosterdzaad. De inleiding was — blijkens de notuleering — begonnen met de woorden: „De Heere Jezus legt alles maar eenvoudig aan".

Wijze woorden.

Woorden, die ons door het hoofd gingen, toen we bedachten, dat onze schoolmeesters in de Paaschvacantie samen zullen komen om met elkander te spreken over de reformatie van het onderwijs.

ken over de reformatie van het onderwijs. We zijn daar hartehjk blij om.

Want niet alleen onze ouders, ook onze schoolmeesters hebben hier een taak.

We gelooven, dat reformatie van het onderwijs dringend noodig is. En daarom juichen we het toe, dat ook de broeders — en zusters! —, die in dit onderwijs aan onze kinderen een levenstaak ontvingen, eens contact zoeken om met elkander over deze gewichtige zaak te spreken. En we zijn belangstellend en benieuwd te vernemen, wat ze straks op hun samenkomst hebben gedaan.

Hopelijk halen ze de zaak niet té diep op. Hopelijk denken ze eens aan de wijze woorden van dien inleider — we hebben hem later als een grijs en wijs ouderling gekend! —: „De Heere Jezus legt alles maar eenvoudig aan". En onze meesters mogen daar bewaard worden voor het bouwen van reformatorische luchtkasteelen. De gevaren zijn niet denkbeeldig.

In de allereerste plaats vernemen we onder ons vrijgemaakten soms klanken, die doen vermoeden, dat men in de meening verkeert, dat met de kerkelijke „gelijkschakeling" van de school, de „reformatie" reeds zou voltooid zijn. Nu ligt hier een inderdaad brandende vraag. We moeten, als God de HEERE mogelijkheden geeft, toch wel scholen hebben, waar we naar Zondag 47 van den Catechismus, den HEERE in al Zijn werken mogen „heiligen, roemen en prijzen" en waar we Gods werk niet alleen in de groote Reformatie van de 16e eeuw, maar ook in de Afscheiding, de Doleantie, én de Vrijmaking niet behoeven te verbergen voor het navolgende geslacht. Kerkelijke scholen. Zooals Sikkel daarover preekte: „Wij hebben gelukkig Gereformeerde scholen. Maar zonder Catechismus is het geen Gereformeerde school. Waar niet de Catechismus geleerd wordt, is het geen Gereformeerde school. Een Gereformeerde school is niet kerkelijk 'in den technischen zin, dat wil zeggen: de kerkeraad houdt geen school. Maar zij is wel kerkelijk, in dien zin, dat zij den Catechismus houdt, en dat de meester dien leert: „dat is onze Catechismus, mijn en uw belijdenis ; dien zullen we leeren. Dat kunt ge nog niet alles begrepen, maar ge zult dien leeren. Ge moet ook in de kerk naar de verklaring gaan luisteren".

Zulke Gereformeerde scholen hebben we niet meer. Reeds lang niet meer.

Sikkel beklaagde het reeds in 1920, toen hij in het gebouw in de Willemstraat te 's Gravenhage sprak op het zilveren feest van de Groen van Prinstererschool. Januari 1920. Hij waarschuwde toen reeds tegen de „interkerkelijk" Gereformeerde school, die wel voer onder Gereformeerde vlag, maar — aldus Sikkel — „deze vlag dekte de lading niet meer".

Sikkel werd dien avond-zachtjes afgehamerd. Het tooneelgordijn, waarvoor hij stond te spreken, werd herhaaldelijk wat opgetrokken, 'n Zachte wenk —• Achter dat gordijn stond een groepje schoolkinderen, dat een liedje van Willy Derby moest zingen — En de voorzitter beduidde in de wat onrustig wordende zaal, dat des sprekers gerantsoeneerde tijd om was. Maar Sikkel, oprichter der school, sprak dóór. Nóg zie ik hem: de lorgnet driftig bewegend in de rechterhand. Nóg hoor ik hem: „Een Gereformeerde school! — Gereformeerd! —

We moeten weer Gereformeerde scholen hebben! Als 't God belieft!

Maar dan zijn we er nog niet!

Dan begint het pas.

We zijn er niet, als de school kerkelijk omgeschakeld, gelijkgeschakeld is. Men reformeert niet met een schakelaar! Want het zou wel eens kunnen zijn, dat bij zoo'n omschakelings-reformatie de oude firma onder een nieuwen naam werd voortgezet. Een schoolvereeniging van vrijgemaakten, een bestuur van vrijgemaakten, het schoolpersoneel netjes vrijgemaakt. Allemaal heel gezellig. Maar we moeten vrijgemaakt, dat is heel gewoon Gereformeerd onderwijs hebben. Gereformeerd.

Als 't God belieft!

Dat is genade van God!

Een school, waar onze kinderen weer den Bijbel leeren en den Catechismus. En Nederlandsehe taal. Daar is de bekeering noodig.

We hebben weer noodig te weten „hoe groot onze zonden en ellenden zijn", óók in de school. Het komt voor, het komt vaak voor, dat kinderen, die een christelijke school verlaten, het a.b.c. der Schrift niet kennen. Dat namen als Nadab en Abihu, Uzza en Uzzia, klanken voor hen zijn, en dat van de dertig niet één weet, dat de namen Saulus en Damaskus iets met elkander te maken hebben. Dat wat het vak „Bijbelsche geschiedenis" betreft. En dan: het taalonderwijs. Een onzer predikanten vertelde mij, dat de meesten zijner catechisanten niet in staat zijn een eenvoudig-dictaat te houden. Anderen hadden dezelfde ivla.'-ht.' De taai van den Catechism : ; s, dat is dui ook de taal van de andere belijdenis-geschriften en van de liturgische formulieren verstaan ze niet meer. Ook afgedacht van spellings-kwesties. De beteekenis van een aanvoegende wijs ontgaat hun. Het belang daarvan springt in het oog als men eens denkt aan de beden van het Gebed des Heeren: „Uw Naam worde geheiligd". En dan zwijg ik nog maar van andere dingen. Van mannen als Bilderdijk, Da Costa, De Cock, Groen van Prinsterer, Kujrper kennen onze kinderen ternauwernood de namen. De verkeersregels leeren ze. Ook die van het verkeer met ' God den HEERE?

Inderdaad, er is reformatie van ons onderwijs noodig!

Onze schoolmeesters en schooljuffrouwen — we mogen het toch zoo graag zóó zeggen: we hebben zelf zulke echte meesters gehad — komen' in de Paaschweek samen. Mogen ze voor quasi-filosofisch en quasi-wetenschappelijk gedoe worden bewaard. Mogen ze' er voor bewaard worden reformatorische luchtkasteelen te bouwen. Bewaard worden voor schakel-gedoe! Moge het hun gegeven zijn elkander te helpen om weer echt Gereformeerd onderwijs te geven! Om wat te doen voor een Gereformeerde school zooals Sikkel die wenschte: een Gereformeerde school! Ge-re-for-méérd! Om wat te doen voor Gereformeerd onderwijs in den Bijbel! Voor de reformatie van het taalonderwijs. Om den kinderen weer te leeren, dat je „des kerkeraads" en niet „der kerkeraad" schrijft, vischgraat met een t en warmtegraad met een d. Dat is reformatorisch! Dat óók!

Broeders: „De Heere Jezus legt alles maar héél eenvoudig aan!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Reformatie van het onderwijs

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's