GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Paraparakolouthese

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paraparakolouthese

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice,

Vandaag beu Jk toch even geschrokkeu.

Je zegt: o, dau is 't uiet erg geweest, als 't even was? maar

Eigenwijze jongeu, houd je mond: schrikken kan niet anders dan maar even wezen.

Ik ben dus geschrokken. Een dominee vertelde aan onzen redacteur iets, dat hèm aan 't schrikken bracht; en toen zei die redacteur, dat hij mij eens zou vragen, er wat over te zeggen. De dominee en de redacteur hadden 't over de jeugd gehad, moet je weten. Onder de jeugd zou hier en daar een gevaarlijke (de oudere heeren bedoelden eigenlijk: niet-gezonde) belangstelling zijn voor „de parapsychologie", 't Was zoo iets als para-belangstelliug; niet meer een belangstelling in den toom van leidraden en inleidingen voor de J.V. en de M.V., — maar nee: iets énders, zoo iets als: snuffelen aan wat ongezond is, althans voor snuffelaars verboden. Ongezond snuffelen dus, En nou gaf de redacteur 't onderwerp mij in handen: hij mompelde zoo iets als paradose; dat schijnt te beteekenen: overgeven aan een derde. Hij ook met z'n dominee Als gewone menschen zeggen: afschuifsysteem, dau praten zulke menschen van „paradose". Toch heb ik er wel zin in. Parapsychologie. Klinkt mooi, maar, wéét jij precies, wat 't is? Toen ik 't den redacteur vroeg, of jij dat wel zoo heel secuur weten zou, zei-d-ie: vast niet! Ik 'n beetje kwaad, dat mijn pubiek zoo veracht werd; ik zei: maar mijn publiek —• dat beu jij! — weet al vast het voornaamste: mijn publiek wéét tenminste wèl, wat psychologie is. Nou, en toen zei die koppige redacteur: dat is 't 'm juist: ze denken allemaal, dat ze dat weten, en ze weten er niets van, óók niet wat psychologie nu precies is.

Ik bedacht ineens, dat de man bekend staat als parazeloot tegen de psychologie, en zweeg dus maar; en misschien kón ik dat, óók wel (want de bui is al weer gezakt) omdat ik ineens me realiseerde, dat ik zelf 't óók uiet precies wist. Maar dat wou ik hem tóen uiet zeggen.

Maar jou móet ik 't wel zeggen, omdat ik wat verlegen ben; ik zie jou trouwens al verdacht trekken met den mond. Hoe kan iemand, die niet precies wéét wat psychologie is, dan praten over parapsychologie?

Weet je wat ? — we slaan een boek op; dat staat altijd gekleed. Dr Tenhaeff heeft voor enkele jaren een boek geschreven over allerlei oorlogsvoorspeUingen; ja zeker, van den laatsten oorlog. En de aan die voorspellingen gewijde verhandeling verscheen in de Parapsychologische Bibliotheek.

Ziezoo, redacteur of geen redacteur, maar de parapsychologie hééft haar Bibliotheek-redactie. En zou 't dan niet bekend wezen?

Tenhaeff vertelt, dat men bij parapsychologie denkt b.v. aan een kwestie als de telepathie; helderziendheid heet dat.

Je vindt dien naam onduidelijk? Omdat „tele" beteekent „ver", of „op verren afstand", b.v. tele-grafeeren ? Bu omdat „pathie" zoo Iets beteekent als „ondervinden", hetgeen veel meer Is dan iets „zien" ?

Kerel, vit zoo niet. Vooral niet In de „eeuw" (hoe zeg ik dat? ) der televisie. Telepathen zijn menschen, die zoowel in de ruimte als in den tijd „ondergSan", of, zoo gezeld, „zien", wat op een heel andere plaats gebeurt, en wat ook in een heel anderen tijd (soms) gebeurt, dan waarin zij het „zien". Een dame droomde in Pebr. 193S dat Seyss luquart, tóen alleen nog maar in Oostenrijk bezig, den boel te verraden, naar Nederland komen zou, en haar man en haar in moeite brengen zou. Kwam uit. Dan valt ook de telekinese onder de parapsychologie. Men kent menschen, die, zonder dat er een aanwijsbare bewegende oorzaak is, voorwerpen op een afstand, die alle lichamelijk zichtbare „aanraking" buitensluit, toch in beweging kunnen brengen. Je kent dat ouwe versje wel:

Mijn grootvaders klok was een deftige klok. Met een uurwerk zoo goed en secuur,

Maar opeens bleef ze staan, om nooit weer te gaan. Toen het doodsuur van d' oude verscheen.

Het is je echter allicht niet bekend, dat tegenwoordig sommigen bij zoo'n liedeke, ook in mijn jeugd ons vertrouwd, aan meer dingen denken dau ik destijds. Van Mourik Broekman, ook al in de Parapsychologische Bibliotheek, vertelt tenminste, dat iemand het sterfbed van zijn moeder had bijgewoond; hij had genoteerd, dat zij stierf te 5.52 ure. Later vond hij haar horloge in het mandje, dat ze placht te dragen. Het horloge stond stil. Het stond op 5.52. Het was „bewogen", maar „zonder hand". Sommigen deuken, dat ze uu ineens een Kommentaar kunnen schrijven op Belsazar's laatsten nacht.

Natuurlijk valt óók het „spiritisme" onder de parapsychologie. Men zoekt contact met de geesten van afgestorvenen; en er zijn, naar het heet, menschen met bepaalden aanleg, die als „medium" (tusschenpersoon, verbindingsschakel) kunnen optreden — de geest van den gestorvene manifesteert zich dan aan gewone menschen door het middel („medium") van dergelijke para-menschelijke menschen met mediamieken aanleg. Maar andereu zeggen: niks paramenschelijks: we móesten nog allemaal zóó gevoelig wezen. Hoe dat uu wezen moge, parapsychische verschijnselen is een naam voor veel van wat men cp dit duistere „gebied" beleeft; maar wie weet nu precies, of het soms eigenlijk uiet „paraphysische" verschijnselen zijn? Jij weet het ook niet? Geen wonder, want „ziel" en „natuur", „psychisch" en „physisch" zijn die wel van elkaar scherp af te grenzen? Denk daar maar eens over na.

En als je dau straks terugkomt, je hoofd tusschen de handen, klagende, dat je er niks meer van begrijpt, en dat je in het duister tast, reeds wat de eerste vragen betreft?

Wel, amice, dan ben je juist daar waar ik je hebben wou. Wat zeg je me daar? Dat ik nu al aardig met den redacteur meê praat? Houd je mond. Want geef eens antwoord:

Wéét jij soms, waarom speciaal bij spiritlstenséances — vanwege de geesten!! — iemand kan gaan „zweven", maar waarom, zonder dat er spirltisten in de buurt zijn ' in Tibet — het zal daar nu wel gauw wèggecultureerd zijn — hetzelfde verschijnsel zich voordoet: zwevende menschen, in uiterst snelle bewegingen? Met de „lung gom pas"?

Of: wéét jij soms, met welk recht geleerde parapsychologen het zelfgetuigenis van een stervende, b.v. mevrouw Hauffe, de „zieneres van Prevorst", een bekende sensibele helderziende, als betrouwbaar beTicHt over het sterven aangemerkt willen zien ? Ze vertellen ons, „dat haar geest zich losmaakte." Maar tegelijk erkennen ze, dat ze niet weten, wat sterven nu eigenlijk wel is. Is het dit: dat het lichaam van de ziel .wordt ontdaan? Een zielloos lijf? 2k> oals de meeste menschen het uitdrukken? Of is het, net omgekeerd, dat de ziel van het lichaam wordt ontdaan? Een lijflooze ziel? Ze vertellen ons, dat mevr. Hauffe haar „losmaldng voelde als een bevrüdlng". En < Jat ze werd „gehaald" door geesten, b.v. van haar eigen vader. Maar tegelijkertijd worden we in de geschriften van parapsychologen ervoor gewaarschuwd, dat helderzienden — daar valt mevrouw Hauffe ook onder — soms niets meer dan fragmenten eener handeling „zien". En •dat ze zich hevig kunnen vergissen. Oók inzake ruimte en tijd. En dat het best mogelijk is, dat stervenden, die hemelsche muziek hooren, niets anders vernemen dan de beroemde „harmonie der sferen". Of dat er een werking uitgaat van voor muziek ontvankelijke omstanders op den stervende, inplaats van een omgekeerde werking: van den stervende op de omstanders. Want er zijn wel menschen, die bij eens anders sterfbed zulke muziek vernemen

En dan, wéét jij soms, als het op het krijgen van „berichten" van „den overkant" aankomt, of er een zulke berichten ontvangend subject is aan déze, of misschien een met de heelé familie spelend sujet IS aan de andere zijde van de grenslijn? Of misschien een raar sujet, ook aan dézen kant? Er zijn rare heeren en dames onder die mediamieke naturen; dat is nummer één; en er zijn ook rare sujetten aan de overzijde, mag men de mediums gelooven. En waar is dan de betrouwbaarheid? Denk eens aan Robert Browning, in „Mr Sludge, 'The Medium' " (als men er geen wijs uit worden kan):

We imderstand!

That's the bad memory, or the natural shock. Or the unexplained phenomena!

En wat die vreemde sujetten aan déze zijde betreft:

„Eh, David? Did you hear? You jogged the table, your foot caused the squeeik, This time you're.... joking, are you not, my boy? ".... „N-n-no!".i..i.

Then, it's, so cruel easy! Oh, those tricks That can 't be tricks, those feats by sleight of hand, Clearly no common conjuror's! — no, indeed! A conjuror? Choose me any craft 1' the world A man puts hand to; and with six months' pains, I'll play you twenty tricks miraculous To people untaught the trade

Maar nu: stop met dat plukken en trekken aan argumeutje zóó en getuigenisje züs, waarmee de parapsychologen probeeren duidelijk te maken, dat ze wel degelijk zich mogen wagen op dat vaag afgeteekende terrein na& st (para), of: , , aan de overzijde van" (para) de door de wetenschappelijke psychologie onderzochte terreinen. En dat ze toch betrouwbare getuigen zijn, op wie je je verlaten kunt, en tegen wie je niet bij voorbaat „nee, meneer" zou hebben te zeggen, als ze ook jou inviteeren om eens een steekproefje te nemen in het „hiernamaals", of het „hieronder", of het „hierboven", of het „hiertusschen", in elk geval op het gebied naast („para") de gebieden, waarop je zeggen mag, met de Schrift vóór je: hier wéét ik.

„Para", — ja, ze kunnen het mooi zeggen tegenwoordig: parapsychologie. Ze praten ook nog al eens van „meta": metareligie. Beide vreemde woorden beteekenen zoo ongeveer hetzelfde.

Ik moet daarbij altijd denken aan wat een goed vriend me eens vertelde: een man uit zijn omgeving, in de buurt van de Zuiderzee, had kiespijn, razende kiespijn, hij kwam aan de grens van de pijn, aan de uiterste grens, en kwam er, docht hem, zelfs overheen, en zei toen: ik ben an d' aore kant van de koezezeerte; aan den anderen kant van de kiespijn. Dat was dus zoo iets als parakiespijn, paradouleur. Maar hij kon meteen niet meer zeggen, wat het nu precies was. Of: waar hij aan toe was.

En dat is 't 'm juist, waarop ik je wijzen wou. Kerel, doe met zulke dingen niet mee.

Ik zie je onwillig afweren: en, waaróm niet?

Nee, nee, ik zeg niet: „allemaal duivelswerk". De duivel is niet meer dan een rebelsche kreatuur, d.w.z. hij kan niet meer, dan hem toegelaten wordt; en hij kan niets scheppen. Heeft hij zijn part erin? Natuurlijk; dat staat al in Zondag 52. Maar jü toch ook? Dat staat óók in Zondag 52. God has a plan, you have a part. You, staat daar. En over jouw „part" en het mijne moeten we het hebben. De duivel, de wereld, en ons eigen vleesch. En jouw en mijn part in Gods plan, in zijn werkschema, dat hebben wij te spelen als menschen, die op den bodem der feiten staan, en die zich binden aan wat geopenoaard is. Dat beteekent, in nuchter nederlandsch: je moet niet spelen in, en ook niet mèt het donker. Kwajongens zeggen: ik ben niet bang in het donker. Kerels vullen aan: ik ook niet, maar — ik ben wèl bang voor mezelf, óók In het donker. Dat had ik eigenlijk ook al beleden in Zondag 52. Niet bang in het donker, wel bang voor de üonde. Niet bang voor een moeras, waar God me duidelijk aegt: en nu loopen, recht toe, recht aan. Denk aan de Hoode Zee. Maar wèl bang om te loopen in een moeras, als God heelemaal niet zegt: loop door, maar beveelt: Jioud je hypostase. Hypostase beteekent: vasten grond, vasten bodem. Je moet ijzer onder je schoenen hebben, •en een vasten grond onder die ijzers.

Wij gaan die parapsychologen heusch niet te lijf met den dooddoener: allemaal duivels-werk. O neen. Trek van iun stapels feitenmaterialen maar een flinke marge van «nbekooktheden, onbetrouwbare verslagen, misduide samenhangen, voor mijn part ook „tricks" af; dan zeg ik nóg: ze raken voor wat de feiten betreft, aan werken < iods, die God alleen maken kan. En zoowel In den hemel als in de hel zullen de menschen straks telepathische krachten hebben, en televisie, en telekinese, en helderzien, en dwars door mekaar heenkijken. Het tweede gezicht. En het derde. En het vierde. En het xn-de gezicht. Allerlei gezicht! Maar straks is stré, ks. Wou jij soms experimenteeren-op-gevaar-af? Er staat voor jou geschreven: jij zult den Heere je God niet verzoeken. Je Meester heeft dat ook gezegd tot den duivel, die met experimentsbekoring den val van je vader en moeder in het paradijs heeft Ingeleid.

Het zit hem niet in de „terreinen", waarop de parapsychologen zich bewegen. Het zit hem in die bewegingen. Het zit hem in de zonde tegen het eerste gebod: niet je hypostase in den God der Schriften. Het zit 'm in het leveren van waagstukken. In het zoenen van een sfinx; je weet niet wat je kust. Het zit 'm in de malle verliefdheid op een collectie aphorismen van „parolen" (losse woorden) van onbekenden van den overkant (misschien wel weerkaatsingen van je sujet, of van je subject, of van jouzelf, leelijk sujet), terwijl je vergeet te vragen: waar is de liefde voor het Woord? Het vaste? Dat hypostase legt, vasten grond, zoodat ik zeggen kan: ik weet, waar ik loop, tenminste, zoover ik weten kan en weten mag?

Misschien geloof je het van een oudere wel, dat de bekoring van het onbekende, en van het experiment, hem vaak overvallen is in zooveel jaren. Zouder experiment trouwens is geen enkele wetenschap, die van waarneming leven moet, ooit groot geworden. Maar juist de ongelukken die erbij gebeuren, waarschuwen ieder: kén je grens. Het grootste ongeluk was niet, daar, waar de man, die het buskruit uitvond, zelf al experimenteerend in de lucht vloog. Maar daar, waar hij de grens niet zag, of niet eerbiedigde. Niet dat je in „de lucht" vliegt, is het ergste. Maar dat je in „lucht" st& pt. En wie op het gebied der parapsychologie eens „probeeren" wil, even maar probeeren, en even de controle op jezelf stopzetten, dien zeg ik: zet even de electrische stroom af in je huis, even maar, maar de electrische klok staat stil. Precies op dat moment, waar de stroom onderbroken werd. Grootvaders kleinzoon had een klok, een deftige klok, met een uurwerk zoo goed en secuur. Maar opeens bleef ze staan, om niet meer te gaan, toen 't gelóófs-gaan van 't jongske verdween. Wie maakt je wijs, dat je met je geloofs-, je hypóstasegang doen mag. wat je niet probeeren zou met 2e bloedstroom: zet jij soms ook je hart stil, eventjes maar?

Kerel, dat begint met parapsychologie, maar het loopt uit op paraparakolouthése.

Een vreemd woord, grijns je, — je hebt gelijk; er zit zelfs een beetje experimenteeringslust in de keus van zoo'n woord. Hèb ik soms experimenten verboden? O neen, alleen maar: et stappen in lucht, het spotten met de grens. Zoo is het ook met zoo'n vreemd woord. Parakolouthése is een bljbelsch woord; het beteekent: en zaak onderzoekend, secuur, pietepeuterig nagaan. Weet je wel, dat je dominee vroeger je geleerd heeft, dat de inspiratie van den bijbel „niet mechanisch" was, „maar organisch" ? Ja, tegenwoordig zeggen die dominee's het ook wel weer eens anders, want ze houden niet meer erg van dat woord , , organisch", heb ik wel eens hooren zeggen. Maar ze bedoelen toch allemaal hetzelfde. En weet je nog, dat je dominee je toen op Lukas wees, die zijn evangelie begint met het zeggen: enschen, ik heb alles van te voren naarstig onderzocht; en tóen pas heb ik de pen op papier durven zetten? Nou dan, dan zegt Lucas: ods Geest drijft mij. God has a plan, I have my part, maar Ik heb daarom gedaan aan parakolouthése, Liukas 1:3. Ik geef geen een „los woord" (parool) door •—• zelfs niet van Jezus — aan mijn lezers, eer ik weet, dat ze samen het Woord zijn, en dat het de woorden van Hem zijn, die het Woord is. Dat is wat voor onze parapsychologen: nspiratie, én parakolouthése Dat is wat: imotheus, die parakolouthése deed aan de léér (1 Tim. 4:6) en dan wel ook speciaal aan Paulus' leer (2 Tim. 3 : 10). Je ziet Lucas: een stap zetten of doen zetten zonder controle. Ze ziet Timotheus: een parool ventileereu, zonder controle. Daarom wou Paulus, ofschoon hij van „gezichten" en helderzien ondervinding had, en ofschoon hij aan de parapsychologen van vandaag, ook Van Mourik Broekman, nog werk genoeg geeft, en aan Tenhseffé, en Dietz, en Du Prei, enzoovoort, er geen woord over praten; hij wou de menschen de léér leeren, en vorderde dan hun parakolouthése. Zooals Plotinus het al wist: ls het bewustzijn onhelder wordt, loopt het met de parakolouthése mis (Enn. 1, 4, 10). Ja, Plotinus noemt het bewustzgn zelf: arakolouthése (Ui, 9, 9).

Dat is nog zoo gek niet: het is concentratie, wilsvorming, zelfcontrole; en dat ligt allemaal in het bijbelsche begrip van de parakolouthése. Daar zit immers het woord „navolgen" in, niet nadoen, maar achter-iemand-aankomen. Achter den Heere aankomen. Wandel maar stillekens achter Hem aan: Hij kent de baan. Dat is parakolouthése. Maar daarachter ligt: par-pajrakolouthese. Dat deugt niet. Ik zou den generaal wel eens willen zien, die tot den soldaat zei: volg my (doe akolouthese), kyk uit je oogen, wat je dagorder is (doe parakolouthése). En die dan van den soldaat hoorde: pardon, vandaag moet ik naar den parapsycholoog, ik ga vandaag een beetje spelevaren op het Onbekende Water. De generaal zou zeggen: pak dien kerel op, hij doet aan para-parakolouthese; hij is „aan den anderen kant" van het volgen, en van het opletten. Wie wetenschap vermeerdert, vermeerdert smart. Noem dat maar eens kenpijn, kenzeerte. Maar wie met parapsychologen experimenteert, die is „an de aore kant van de kenzeerte", hij lijdt aan „parapijn". Hij is van gister, en daarom tast hij naar morgen, en hij weet niets. Amice, gao niet naor d' aore kant; blief an disse. Want je dominee weet het wel: de Heiland zei: leert van Mij (geef Mij uw parakolouthése), want: Ik ben nederig. Dat beteekent niet: Ik sla de oogen naar den grond. Maar: ik blijf laag bij den grond. Daar zitten jullie allemaal immers ook? l d n

Met para-loozen en meta-loozen groet:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 december 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Paraparakolouthese

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 december 1950

De Reformatie | 8 Pagina's