GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onze vaderen en de Luthersen in verband met de artt. 27-29 N. G. B. (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze vaderen en de Luthersen in verband met de artt. 27-29 N. G. B. (IV)

(Bijdrage tot kennis van de verhouding van de Gereformeerden tot de Luthersen in ons land van omstreeks 1571 tot 1620)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het lutherse Woerden, en hoe onze vaderen „met der tydt een reformatie daer aenstellen". (Vervolg).

REFORMATIE „AENSTELLEN".

Van die eerste poging om Woerden te reformeren is dus niets gekomen.

Het duurde echter niet lang, of er kwam een kentering, uitgaande van de burgerij.

Na het vergeefse beleg door de Spanjaarden en na het vertrek van Van der Laer naar Bodegraven, waar zich een kleine lutherse gemeente gevormd had, is Hendrik Vredeland naar Woerden gekomen, evenals de andere predikant E e a t u s, een vurig flaeciaan. Was Beatus in Duitsland al tweemaal uit het ambt ontzet wegens afwijkingen, Vredeland had dat lot al driemaal ondergaan.

Het optreden van die beide ijveraars gaf al spoedig ongenoegen, vooral het drijven van Beatus, die een zeer strenge tucht voorstond en zijn gevoelen over de verdorvenheid als zijnde het wezen geworden van de menselijke natuur, allerminst onder de tafel werkte. Een en ander werkte er toe mede, dat verschillende Woerdenaren, onder wie enkele aanzienlijken, naar de gereformeerde religie begonnen over te hellen. Van lutherse zijde wordt beweerd, dat dit slechts een voorwendsel was om zich aan de kerkdiensten te kunnen onttrekken en aan het h.i. arrogante optreden van de beide predikanten. In hoeverre dit juist is kan bij gebrek aan nadere gegevens niet worden vastgesteld. In ieder geval is het een feit, d a t w e thans voor het eerst van de aanwezigheid van gere f-o r m e e r d e n horen.

In 1579 werden bij de verandering van de stadsregering enkelen van hen door de prins in het stedelijke bestuur gekozen, wat van lutherse zijde werd gebrandmerkt als een schending van het verdrag van 1572, waarbij bepaald was, dat Woerden luthers zijn zou. Toch ten onrechte. De aanwezigheid van enkele gereformeerden in het stadsbestuur maa.kte op zichzelf nog geen inbreuk op de bepaling, dat Woerden officieel de lutherse godsdienst zou bezitten. Wel moet natuurlijk worden toegegeven, dat de positie der luthersen er door werd verzwakt. Maar het is niet omnogeUjk, misschien waarschijnlijk, dat deze daad van de prins een politieke achtergrond had.

In datzelfde jaar toch kwam bij de Staten van Holland officieel ter sprake de kwestie van de afzwering van Filips, waartegen men in de flacciaanse kring erg fel gekant was.' Beatus viel de Staten zeer scherp aan in zijn prediking en in zijn kanselgebeden en smeekte vurig, dat God hun plannen mocht verijdelen. Dit bracht hem in conflict met de Staten, en het uiteindelijk resultaat was, dat hij en Vredeland, die zich solidair verklaarde, bij acte van 10 Nov. 1579 door de Staten uit het ambt werden ontzet.

Het begin van het conflict, waarin het lutherdom. in Woerden het onderspit zou delven, v/as van politiek karaktei-.

Op de eerstvolgende Zondag (15 November) preekte Nicolaas Simonszoon. De kerkmeesters hadden hem de toegang tot de kerk geweigerd, maar de slotvoogd had de deuren met geweld laten open breken. Nicolaas was luthers, maar met gereformeerde inslag. Door toedoen van de slotvoogd werd hij van Woubrugge naar Woerden beroepen en hij kwam. Formeel bleef de Augsburgse Confessie gehandhaafd evenals ook de lutherse liturgie in ere bleef en men de lutherse liederen bleef zingen, terwijl ook het altaar üi de kerk bleef. Maar de prediking geschiedde nu in gereformeerde geest. En Nicolaas, die een begaafd spreker was, wist het volk aan zich te binden. Toen de Staten van Holland na ongeveer een half jaar in verband met de kerkelijke woelingen in Woerden bepaalden, 'dat daar niemand meer preken mocht zonder hun consent, en dus ook aan Nicolaas alsnog een acte moest worden verleend, schreven zij daarin, dat zijn leer „Conform der oprechte Gereformeerde Religie van HoUandt" was.

Een belangrijk deel der bevolking bleef echter trouw aan de lutherse leer. Het vergaderde in een stalling, die sindsdien de naam kreeg van koe-kerk. De Staten bevalen echter, dat de prediking daar moest gestaakt worden. Aangetast in hun vrijheid beriepen de strenge lutheranen zich nu op de prins. En door zijn bemiddeling bepaalden de Staten nu, dat zowel de hervormde als de lutherse godsdienst in vrijheid zou worden uitgeoefend; dat ieder de vergaderplaats zou behouden, die hij had, wat zeggen wil, dat de strenge lutheranen de koe-kerk behielden; dat de luthersen de vrijheid hadden om een of twee predikanten te beroepen, maar dat Beatus en Vredeland Holland moesten verlaten. Dat was dus resp. de 3de en 4de maal, dat zij uit hun ambt werden verstoten Het was in April 1580.

Zo waren er dan nu in t w e e g e m e e n t e n. Woerden

Tegen het einde van dat jaar stierf Nicolaas. Velen wilden 't herstel van de vroegere eenheid met een specifiek lutherse prediking. Maar de Staten dachten daar anders over. Toen in diezelfde tijd de slotvoogd stierf, benoemden zij opnieuw een gereformeerde. En op hun aandrang werden de diensten in de slotkerk voorlopig waargenomen door de g e r e f o r ­ meerde predikanten van Gouda en Oudewater. Echter behield men formeel de lutherse confessie en liturgie. Onze v a d e r e n v/isten in een r e f o r m a t i e p r o c e s van aanpassen.

Inmiddels had ook de gemeente van de koe-kerk niet stil gezeten. Zij beriep Mattheus Rudse, evenals zijn voorgangers een vurig flaeciaan. Ook hij had spoedig moeilijkheden. Toen in Juni 1581 de afzwering van Filips een feit was geworden, protesteerde hij er heftig tegen, gaf een geschrift uit, waarin hij die daad als zondig aan de kaak stelde, en hij weigerde de eed van trouw aan de Staten af te leggen. Toen hij na samenspreking met een politieke commissie, waarin ook drie gereformeerde predikanten ' zivting huaitn, pcsistcerde bij zij: i weigeiing van de nieuwe eed, werd hij evenals zijn voorgangers uit Holland verbannen, 1582.

Toestemming om een ander te beroepen werd niet verleend. De Staten waren bezig met een nieuwe regeling van de kerkelijke zaken voor heel Holland, en met het oog daarop moest voorlopig worden gewacht. Echter vlotte het met de regeringsplannen niet al te best. De politieke kwesties namen te veel tijd in beslag en de gereformeerde predikanten, die de al te grote bemoeizucht van de Staten ongaarne zagen, verleenden niet de gewenste medewerking. En zo bleef Woerden vacant, wat zowel de gemeente van de slotkerk als van de koe-kerk gold. En ieder moest er zich maar mee vergenoegen, naar de prediking van de gereformeerde classispredikanten te luisteren. Dat dit zeer ten ongenoegen van de burgerij was, vooral van de strenge lutheranen, laat zich begrijpen. De laatstgenoemden hielden niet op, de gereformeerde prediking te ondermijnen en op herstel van de lutherse godsdienst aan te dringen.

Maar het kerkeUjke geschil had intussen ook de aandacht van de synodes.

De particuliere synode van Zuid-Holland bracht ter generale van Middelburg, 1581, het verzoek „hulpe te begeeren voir de kercke van Woerden". Bedoeld zal wei zijn, dat er bij de Staten op aangedrongen zou worden, dat zij de reformatie in Woerden zouden bevorderen door consent voor het beroepingswerk. En op de generale synode van Den Haag, 1586, was er van de zuid-hollandse synode de instructie: „Dat ook niet ende worde vergheten der Kercke tot Woorden ende Bodegraven. Iten tot Vianen ende den lande daeromtrent, om die onder de Kerckenordeninghe te brengen ende te reformeeren". De samensteller van de lijst der ingekomen instructies heeft die van Zuid-Holland aldus geredigeerd: „Vorder dat de kereken tot Woorden, Bodegraven ende te Vianen, ende den lande daeromtrent gereformeert ende tot goede eendrachtigheyt ende ordeninghe met de andere kereken in dese gheünieerde provinciën mochten gebrocht worden".

In een „remonstrantie", die de deputaten dier synode aan de engelse landvoogd Leycester (die na de dood van prins Willem hier het gezag uitoefende) aanboden, „over een aantal punten, waarop, naar het oordeel der Synode, door de Overheid orde moest gesteld worden", lezen we o.m. ook, dat men had vernomen, dat aan het stadsbestuur van Woerden was geadviseerd om als dienaar te beroepen een zekere Johannes Ligarius, „die voldoende bekend is, een zeer partijdig man te zijn, een woelgeest en zeer gevaar^ lijk", zodat men tot meerdere rust aan zijn Excellen-

tie verzocht, „zulk een beroep te verhinderen door een missive aan die van Woerden of anderszins"^). Aan de rand van het afschrift van deze remonstrantie Is door een der gedeputeerden bijgeschreven: „fiat", — waaruit blijkt, dat Leycester er zijn goedkeuring aan

gegeven heeft. Toch is dat beroep doorgegaan. Nog In datzelfde jaar beriep de stadsregering met goedvinden van de Staten en op sterke aandrang van de strenge luthersen een tweetal predikanten, nl. Segerlus Koningsbergen en Johannes Ligarlus, laatstgenoemde waarschijnlijk een flacclaan. Merkwaardig is daarbij, dat zij in de slotkerk mochten pre­

ken, tegen de bepaling van 1580. Schijnbaar was daarmee de eenh.eid hersteld en hadden de stren­

ge Lutheranen het pleit gewonnen. Toen de deputaten van de zuidhollandse sjmode zich bij de Staten beklaagden, dat de slotkerk aan de luthersen was afgestaan en er niet anders dan de lutherse prediking gehoord werd, beriepen deze zich op mogelijke reacties in Duitsland tegen de gereformeerden, als zij anders hadden beslist. In hoeverre dit een voorwendsel was, is moeilijk uit te m.aken.

Toch was deze nieuwe situatie van korte duur. Koningsbergen begon naar de gereformeerden over te hellen, en Ligarlus werd al fanatieker tégen de gereformeerden. Tenslotte was het weer het verzet tegen de Staten, dat de luthersen opnieuw het onderspit deed delven. Om zijn oppositie tegen de Overheid werd Ligarlus voor het Hof van Holland gedaagd en werd hem het preken verboden. In October 1591 verüet hij de stad. De tot het uiterste toe gespannen verhoudingen in de herenigde gemeente vonden haar oplossing in een daad van agressie, toen tijdens de afscheidspreek de gesloten deuren van de slotkerk werden geforceerd en Ligarlus onder klokgelui door een woedende menigte ter stad werd uitgeleid. In zijn plaats kwam de gereformeerd-gezinde Belg H e n d r i k B o X h o r n.

Weer was men uiteen gegaan, we mogen wel zeggen: uit elkaar gespat. Toen de strenge lutheranen weer het verzoek deden om een eigen predikant te mogen beroepen, werd dit door de Staten afgewezen met de opmerking, dat de Staten niet beter wisten, of in Woerden werd „de oprechte, reine en • ware geloofsbelijdenis volgens Gods Woord" gepredikt.

Zo was dan nu de tijd eindehjk rijp geworden om de gereformeerde godsdienst officieel in te voeren. Het begon met de aanschaffing van de gereformeerde psahnbundel! Het schijnt wel, dat het lied, dat gezongen wordt, in de kerk het criterium, is van' de richting, die men welbewust wil ingaan! Protesten bleven niet uit. Maar men zette door. En op 5 September 1594 bepaalden de Staten, dat te Woerden evenals overal in Hollandgeen a n d e r e dan de h e r v o r m d e godsd i e n s t l e e r zou worden gehandhaafd.

Zo was de reformatie „daer aengestelt".

Maar de strenge lutheranen heten het er niet bij zitten. Ondanks boeten en verguizing zetten zij hun godsdienstoefeningen in het geheim voort. Zij beriepen "B er nardus Muyskensenna diens spoedig vertrek in 1601 A r n o l d u s Glaserus, „een jonckman met een lanck mager aengeslcht, een Rwart dunnen bartken, die een phantastisch ofte jesuïtisch wesen ende gelaet aen slch heeft". Hoe men een dominee van de tegenpartij beoordeelde!

Zijn komst ging met heel veel moeilijkheden gepaard. Er is schier eindeloos geconfereerd. De luthersen eisten met beroep op de resolutie van 4 April 1580 hun vrijheid van godsdienst op. Behalve dat de stadsregering er mee van doen had, die er afwijzend tegenover stond, en ook de Staten van Holland, die al heel wat last van de lutherse oppositie hadden gehad, kwam de zaak ook op een vergadering van de Edelen en Steden, van welke er enkelen waren, die het verzoek van de luthersen steunden. Tenslotte werd bij resolutie van 30 December 1603 de vrijheid van godsdienst onder beperkende bepalingen toegestaan! Het was meer oogluikend dan uit gulheid. Dit laatste wordt het best getypeerd door wat Oldenbarneveldt tot de afgevaardigden van Woerden sprak: „M annen, uw zaken zijn hoog overwogen. Gij zult mogen prediken. Maaralsgij te Woerdenkomt, roept dan geen victorie, dat men het hier in Den Haag hoort!"

Woerden had z'n rol als bolwerk van de luthersen uitgespeeld. Maar de godsdienstvrijheid behouden!

We zijn hiermee gekomen aan het begin van een nieuwe phase. Weldra zou een felle strijd tussen de gereformeerden en de luthersen uitbreken door heel Holland. ,


1) De letterlijke text, die In het Frans geredigeerd is, luidt: „Et a cause qu'on entend que ceux de Woerden (qui au faict de la religion sont lusques au present d'une autre confession, que les Eglises de ces Provinces Unies) seroient d'advis d'appeller pour leur Mtnistre uu Johannem Ligarium, qui est assez cogneu d'estre homme fort partial, d'un esprit remuant et fort dangereux; on prie qu'll plaise a son Exeell. pour plus grande transquilité de ces pais d'empecher ime telle vocation, par ime missive a ceux de Woerden ou autrement".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 november 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Onze vaderen en de Luthersen in verband met de artt. 27-29 N. G. B. (IV)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 november 1951

De Reformatie | 8 Pagina's