GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Hereniging” met de gebonden kerken?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Hereniging” met de gebonden kerken?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

KERKELIJK LEVEN

Op de in Augustus te houden synode der gebonden kerken te Rotterdam zal weer gehandeld worden over de „hereniging" — verschillende voorstellen zijn al gepubliceerd of rechtstreeks aan de synode gericht.

Eén daarvan, het Zutfense, beoogt de synode te brengen tot de uitspraak, dat de leerbeslissingen, zoals ze genomen werden, de bezwaarden in een dwangpositie brachten en de tuchtmaatregelen, voor zover ze onbillijk waren, alsnog dienen te worden ingetrokken, voorts tot de uitvoering van het besluit (der Haagse synode) om schuld te erkennen, eindelijk de uitnodiging (na het voorafgaande) aan de Vrijgemaakte Gereformeerde Kerken om samen te spreken, teneinde tot hereniging te komen, uitsluitend op de grondslag van Gods Woord en de Drie Formulieren van Enigheid.

Ieder kan zien, dat een voorstel als dit de kern van de kwesties heel niet raakt, en dus geen grondslag kan zijn voor vruchtbare samenspreking. Immers, het is niet de vraag, of door de leerbeslissingen een deel van 't kerkvolk in een „dwangpositie" geraakte, een zaak van sommige conscienties dus, maar of deze leerbeslissingen evident rustten op Gods Woord ja dan neen. Of ze met de Schrift in de hand als bindend mochten worden opgelegd, of niet — een zaak van primaire betekenis voor heel het kerkvolk dus.

In de tweede plaats: nu moet niet gezien worden, of sommige tuchtmaatregelen onbillijk waren, neen, maar als de leerbeslissingen niet hadden mogen worden opgelegd, dan is er bij de tuchtmaatregelen, daarop gevolgd, niet te spreken van onbilüjkheid, maar van gepleegd onrecht, waarvan reeds veel niet meer kan goedgemaakt worden na zoveel jaren, omdat God reeds verscheidene verongelijkten en gekrenkten door de dood wegnam.

En in de derde plaats: wat heeft de schulderkenning, op de Haagse synode aanvaard, voor betekenis? Aan zó iets hebben God noch mensen ook maar enige behoefte. Want is dat een se huidbel ij denis, zoals de Here ze over concrete zonden eist, en de kerk ze heeft uit te spreken? Weineen. Met drie stemmen meerderheid sprak de synode haar leedwezen uit over datgene, wat in de handelingen der vorige synode niet of niet geheel ju i s t was. Terwijl bovendien geen enkele bedreven zonde werd a a n g e w e z e n, bij de naam genoemd. Heeft dat nu ook maar iets te maken met de waarachtige verootmoediging, door de Schrift gevorderd — en dat na al de misslagen, door de synoden begaan? Niet of niet geheel juist gehandeld, dat kan elke synode, elke kerkelijke vergadering, gebonden of niet, zeggen van haar voorgangsters, want welk kerkelijk vergaderwerk handelt geheel juist? Precies hetzelfde: n i e t of n i e t geheel juist gehandeld, in sommige of in veel opzichten, dat kan en moet en zal gezegd worden door elk mens. Christen of humanist, die zijn werk in 't verleden overziet — tenzij hij lijden mocht aan hoogmoeds-dementie.

En juist wat ik hier in de derde plaats noemde, daar zit 't niet het minst op vast.

Wat valt er te beginnen met een gemeenschap, die haar eigen normen met voeten treedt?

ont­ 't Hele geval, van alle windselen en franje daan, is immers zo dood-eenvoudig.

Een synode doet leeruitspraken. Goddelijke waarheden. Die daarom bindend moeten worden opgelegd. Wee degene, die er niet mee instemt. Hij schendt als ambtsdrager de eens afgelegde belofte. Trouwbreuk. Dus: meineed. Hij is de zwaarste straffen waardig: schorsing, afzetting. En laten de kerken bidden om zijn bekering. — De schorsingen en afzettingen, naar bevel van de synode, worden een feit. Soms tientallen tegelijk. Een zuiveringsactie op grote schaal.

Moeten nu die synoden met de haar volgende kerken niet verlicht ademhalen? De operaties zijn toch naar wens geslaagd, en de boze gezwellen uitgesneden? Men heeft toch gehandeld naar Gods wil, en 't enige wat nu nog te doen valt, is immers te danken voor ontvangen getrouwheid, en te bidden voor de bekering der ketters?

Maar nu komt het ontstellende. Als de Here aan tienduizenden de genade geeft om de valse leeruitspraken af te vwjzen en te blijven bij het aloude fundament der gereformeerde kerken, dan verandert de synode in de practijk radicaal van koers. Zij trekt zich van de verwerping der „Goddelijke waarheden" niets meer aan. De een na de ander verklaart, dat gebonden is aan iets, waaraan God ons niet bindt, of dat men zich niet bekommert om enige leeruitspraak der synode inzake het verbond, of dat de laatste „formule" ('t doet er tenslotte niet toe, welke: zakelijk is alles, alles hetzelfde gebleven, zei de synode) een nnmoraliteit is, een monster met een Januskop, ja, dat de leer der vrijgemaakten in de „Verklaring van Gevoelen" in de gebonden kerken/rechtskracht heeft en de synode doet niets, niets, niets.

Nu laat men dus de Goddelijke waarheden rustig vertreden. Kan dat? Mag dat?

Of heeft men soms ingezien, dat het tóch Goddelijke waarheden zijn? geen

Maar waarom dat dan niet eerlijk en ruiterlijk ge­ zegd en schuld beleden? Schuld beleden, ook voor de weringen, uitsluitingen, schorsingen, afzettingen?

Toen Paulus de kerk vervolgde, sprak Christus: ge vervolgt Mij. Wie een ambtsdrager ten onrechte slaat, treft Christus. Wie Gods volk aanraakt, raakt Zijn oogappel aan.

Êén van beide: óf de synode moet doorgaan met haar tuchtmaatregelen, even strak en streng als ooit. Of ze moet van haar rampzalige weg terugkeren: schuld belijden, herroepen, en herstellen wat bedorven werd.

Maar nóch het een, nóch het ander doen, is spelen met Gods wil en wet. Het is de heerschappij van het vlees over de Geest. Het is het stellen van de utiliteit boven de normen Gods.

Hoe noodlottig de gevolgen hiervan zijn, toont het verloop der geschiedenis. De normloosheid, eenmaal aanvaard, gaat zich wreken in heel het synodale optreden tegen de vrijgemaakte kerken.

Er bestaat een minder mooi spreekwoord in onze taal: een ieder is een dief in zijn nering. Dat betekent: als het om je zaakje gaat, behoef je niet kieskeurig te zijn in het kiezen van methoden en middelen. De prediking van de zucht naar zelfbehoud zonder inachtneming van de eisen der ethiek; van de zelfzucht • zonder zelf tucht, die naar de normen luistert.

Dat spreekwoord komt me voortdurend in de gedachten als ik naga, wat de laatste jaren door de synode van de gebonden kerken klaargemaakt is.

Laat ik enkele dingen noemen.

't Begon al, toen men de verwerpers van de „waarheden Gods", ke 11 e r s dus, den volke ging voorstellen als s c h e u r m a k e r s, de ketterij niet kunnende bewijzen, en wetende, dat een kerklievend gereformeerde weinig dingen zó verafschuwt als scheurmakerij;

't ging verder, toen men de wet „niets te leren of 't moet geheel " eerst verbeten verdedigd, onder de druk van de tegenstand zelf ging wijzigen, maar weigerde, de op grond van de oude, vervallen wet uitgesproken vonnissen te herzien, wat geen enkel wereldlijk rechterlijk college, dat zichzelf nog enigszins respecteert, ooit zal doen;

toen men onder de schijn van „tegemoetkoming" en „verruiming" de bestaande uitspraken telkens wijzigde, maar achteraf verklaarde, dat er zakelijk in 't geheel niets veranderd was;

toen men deputaten koos voor „samenspreking", de indruk wekkend, dat er mogelijk verandering op til was, maar vlak tevoren nog eens nadrukkeliik de vroegere uitspraken bevestigde, waaraan natuurlijk de deputaten gebonden waren;

toen men zei te willen spreken van synode tot synode, maar intussen deed, wat geen enkel bedrijf dat verklaart met een ander bedrijf tot fusie te willen komen, zou durven of willen uithalen: onderdehand een poging doen om klanten of personeel van het andere bedrijf weg te lokken — immers de plaatselijke kerken moesten van de synode inmiddels alles doen wat mogelijk was om „de breuk te helen" — ongeacht wat de synode van de vrijgemaakte kerken zou besluiten;

toen men op een door de synodocratische leiding geënsceneerde zogenaamde „oecumenische synode" te Grand Rapids de vrijgemaakten liet veroordelen, zonder dezen in de gelegenheid te stellen, zich daar te verdedigen, of hun standpunt toe te lichten; hetgeen in flagrante strijd is met Johannes 7 : 51;

toen men voor het oog van 't publiek ging „broederen" en ons toonde „een schoon geluk naar het vlees" en deed of men heel verdrietig was over onze eis: eerst schrijven, dan praten — terwijl men door de advocaten in de rechtzalen bleef volhouden, dat wij, vrijgemaakten, afwijken van de gereformeerde leer.

Maar gesteld nu eens, dat de synode royaal de leeruitspraken terugnam, en eveneens de schorsingen en afzettingen, dan waren we er toch ?

Wat hartelijke blijdschap zou dit brengen, indien dit mocht opgevat als teken van waarachtige bekering.

Alleen: dan waren we er nog niet. Dan zou er nog heel wat te bespreken zijn. Want in en na de uitwerping is er heel wat veranderd. Prof. Schilder schreef reeds in 1946 (Reformatie van 14 Sept.): „Vergeet toch niet, dat er inmiddels ginds zoo heel veel gebeurd is. Stel, men gaat straks een man benoemen in het synodocratische, nieuwe Kampen, die dan de pretentie moet voeren, den stoel van Schilder te bezetten (Schilders voorgevoel is uitgekomen door de benoeming van Dr Polman en bovendien nog van Dr de Bondt, P. D.) welnu, dan is Kampen sedert de uitwerping van Greijdanus en Schilder getypeerd door nóg twee mannen, die ingaan tegen wat bij ons erkend is als de goede, schriftuurlijke lijn. Men heeft en passant den koers van Kampen veranderd. Men heeft het contact met de Belgische Zendingskerk hersteld; een kerk, die indertijd niet meer voor correspondentie in aanmerking kwam, omdat ze zoo sterk afweek van de lijn der Schriften. De correspondentie is veranderd. Men gaat oecumenisch doen, d.w.z. contacten leggen met loochenaars van den Christus der Schriften. Men heeft de kerkorde omzwachteld met zooveel bepalingen, en nog eens interpretaties, dat we er geen weg meer in weten, en in elk geval geen huis meer mee kunnen houden, en •— als we vandaag weer in het schuitje zouden stappen, meteen gevangen zaten in een spinneweb van ongereformeerde bepalingen.

Laten we goed begrijpen: er zijn in die paar jaar, nadat Greijdanus en Schilder zijn weggezonden, ontzaglijke veranderingen en frontverschuivingen geschied. En al zou vandaag formeel alles worden herroepen, wat men aan enkele mannen in en door de synode en voorts aan honderden anderen door andere vergaderingen misdaan heeft, daarmee is de z a a k nog niet gezond. Want we zouden een veranderd huis binnenkomen. Als een man zijn vrouw wegstuurt, en tijdens haar afwezigheid de heele zaak anders inricht, en ook de huisregels verandert (!!!) en dan zegt: kom maar weer terug, en misschien ook nog zoo iets van „sorry" mompelt, dan is die vrouw onverstandig en bovendien on-vroom, als ze niet eerst eens gaat praten over die veranderde huisregelen en die veranderde huisinrichting. 't Is maar een beeld, alle vergelijking loopt mank, maar u begrijpt het wel."

Tot zover Prof. Schilder, die er nog aan toevoegt: „De leiding zal verloochend moeten worden, zal er ooit van een gereformeerde samenleving weer sprake kunnen zijn".

Herhaaldelijk is ook door schrijver dezes en anderen hetzelfde betoogd: nooit zouden we b.v. kunnen instemmen met een verminking van Art. 31 der K.O. als dit artikel bij de gebonden kerken ondergaan heeft: steeds onmiddellijke onderwerping, minstens de facto, aan alle synodale besluiten; evenmin met de regel: wat de sjoiode besloot, hebben de kerken besloten; ook niet met kerkelijke censuur over ambtsdragers, met uitsluiting van de plaatselijke kerk, naar de regel: wie het meerdere mag doen, mag ook het mindere doen; heel de figuur van een synode als opperkerkeraad, die b.v. allerlei kerkelijke zaken gaat behandelen en beslissen zonder daartoe door de kerken gemachtigd te zijn en zichzelf naar verkiezing continueert, wordt door ons volkomen in strijd geacht met het gereformeerde kerkrecht.

Zou het geoorloofd zijn, onzerzijds aan de „hereniging" mee te werken, als de leiding zich niet bekeert, of de onbekeerlijk gebleken leiding niet verloochend wordt? Naar onze vaste overtuiging: neen!

Wij zouden daarmee de zaak des Heren niet dienen, noch de vrijgemaakte kerken, noch ook de gebonden kerken. Wij geloven nog steeds, naar art. 32 der Ned. Geloofsbelijdenis, dat wij ons wel te wachten hebben af te wijken van hetgeen ons Christus, onze enige Meester, geordineerd heeft, waarom wij verwerpen alle menselijke vonden en alle wetten die men zou willen invoeren om God te dienen, en door deze de consciëntiën te binden en te dwingen, in wat manier het zou mogen zijn.

Gerust wachten we het bombardement van liefdeloosheid, halsstarrigheid, eigengerechtigheid enz, , dat na dergelijke verklaring pleegt te volgen, af. — Eerst recht doen aan de Here. Eerst tonen onze liefde en trouw jegens Hem, anders kan er van recht en liefde jegens de naaste geen sprake zijn.

Alle schuld aan één kant? Wij de heiligen en braven? God vergeve de zonden van de leden der vrijgemaakte kerken, Hij schelde ons kwijt de smaad, die wij allen elke dag onze Heiland aandoen!

Maar dat is hier niet in geding. Hier is in geding de vraag of de zonde zich heeft vastgezet en zich handhaaft in de kerkelijke structuur, in haar organisatie, in haar officiële uitspraken en handelingen, en zolang d i t geschiedt, is vereniging uitgesloten.

Slechts bekering brengt hier uitkomst. Opene de Here ogen en harten en vinde Hij bereid­

heid, Zijn vsril te doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 juni 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

„Hereniging” met de gebonden kerken?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 juni 1952

De Reformatie | 8 Pagina's