Vrije Universiteitsblad 1934-1935 - pagina 14
203 zijn voor die stichting, hebben zij niets anders over dan critiek. Zij prijzen het schoon wat elders wordt gevonden, vaak nog het schoon van de „wereld ', geven daarvoor hun gaven, doch miskennen het geschenk van God aan ons Volk, de Hoogeschool die reeds haar gouden jubileum mocht vieren. Is het niet droevig te weten, dat aan deze boom, die door G o d s gunst zijn takken wijd mocht uitbreiden en zijn wortelen diep mocht schieten, de noodzakelijke levenssappen onvoldoende toevloeien, terwijl nog zoovelen die zich wèl onder zijn schaduw weten te koesteren, onwillig zijn tot zijn instandhouding bij te dragen ? J a er zijn zelfs nog velen onder hen, die hun studieën aan de Vrije mochten voltooien, door haar hun vorming ontvingen en daarvan thans profiteeren in beroep of ambt, die hun beurs gesloten houden voor hun Alma Matar. Ik beklaag de Vrije daarom niet, doch beklaag hen die aldus blijk geven van gevoelloosheid, van onkunde, van gemis aan geestelijke veerkracht. Ook zonder hen kan God Zijn werk doen en de Vrije is gelukkig niet allereerst afhankelijk van menschelijk kunnen. In den Naam des Heeren is haar hulp W a r e dit niet zoo, dan moge in vervulling gaan de bede bij haar opening op 2 0 October 1880 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam geuit: „En Gij, die ons de nieren proeft, O Rechter ook van onze natie en Oordeelaar ook van de scholen der wetenschap, breek zelf de muren dezer Stichting af en delg ze uit van voor Uw aangezicht, indien ze ooit iets anders bedoelen, ooit iets anders willen zou, dan te roemen in die souvereine, die vrijmachtige genade, die er is in het kruis van den Zoon Uwer teederste liefde." Al kleeft, gelijk aan alle menschenwerk, aan de Vrije Universiteit menige smet, al kunnen aanmerkingen worden gemaakt op leeraren en leerlingen (wie werpt den eersten steen ?), al siert anderzijds ons bij de aanschouwing van den groei dezer stichting vaak meer het kleed van hoogmoed dan dat van ootmoed, de Vrije werd haar beginsel nog nimmer ontrouw. Zij was, is nog steeds en wil blijven draagster van de banier van G o d s Woord, predikster van G o d s Wijsheid. Daarom kunnen wij allen, leden en contribuanten der Vrije Universiteit, blijmoedig geven, want wij geven uit liefde. Wij geven naar vermogen, nietwaar, ja velen onzer eigenlijk boven vermogen. Wij gedenken deze School toch ook in ons gebed ? Maar daarom kunnen wij dan ook niet nalaten anderen mede te doen deelen in datgene wat wij hebben, hen te lokken ook toe te treden tot
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934
VU-Blad | 185 Pagina's