GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXI. (Slot.)

Stroobants onderwerping.

De afgevaardigden toefden nog eenigen tijd in Hoeck, en bevonden, dat het gif der ketterij, door Stroobant uitgestrooid, nog erger was, dan men in de Classis dacht. In zijne gemeente vrijer dan tegenover zijne ambtgenooten, had de Hoeksche leeraar daar zich duidelijker durven uitspreken, dan in de vergadering der Classis. Toen de gedeputeerden den i7den Maart hiermee in de bijeenkomst der kerken te voorschijn kwamen, trof dit de broeders zeer. Zij namen zich dus voor, zoo spoedig doenlijk het kwaad, door Stroobant gesticht, te keeren en te weren. Toen dan ook den yden April een nieuwe onderwijzer voor Hoeck voorgesteld werd, met name Adriaan Visser, voorheen ondermeester in den Oudenbosch, vermaande de Classis hem: »zijne schoolkinderen benevens in lezen en schrijven enz. ook wel te onderwijzen in de gronden van de christelijke religie, inzonderheid ook in de leerstukken, die in de gemeente door de verkeerde leeringen van den predikant Stroobant bij sommige huisgezinnen al waren ingekropen, als: het niet-bidden om vergeving der zonden, gelijk hij bekende, dat sedert zijne beroeping aldaar in zijnen dienst hem al waren voorgekomen, tegen te gaan."j

Toen den jisten Maart (1695) het Collegium Qualificatum van Hoeck bijeen was ('t was de afgesproken tijd), verschenen daar ook de afgevaardigden der Classis. Ds. Stroobant leverde weer een geschrift in, om zijne rechtzinnigheid te bewijzen. De gedeputeerden beweerden echter, dat de: Classis er geen genoegen in kon of zou nemen. Maar wij' zijn met het geschrift tevreden, zeide het Collegium Qualificatum. Dat is niet aan u om te beoordeelen, hernamen de afgevaardigden, gij hebt alleen maar te zeggen, of ge de motieven voor het advies der Classis goedkeurt. Eindelijk vroeg Stroobant twee maanden uitstel. De afgevaardigden stonden dit toe, mits hij in dien tijd niet preekte. Zorgt dan, dat de Classis mijn geschrift goedkeurt, vroeg Stroobant. Dat kan niet, zeiden de afgevaardigden weer. Nu, dan blijf ik doorpreeken, beweerde de leeraar. Doch na de vergadering noodigde hij de afgevaardigden bij zich in luiis, en beloofde daar in bijzijn van den ouderling Seys, twee schepenen van Nguzen en zijn schoonvader Betsman, dat hij niet zou preeken, terwijl hij vcor de Classis wilde verschijnen, om daar den strijd uit te maken. Doch wie er kwam, Stroobant verscheen niet. Eindelijk kwamen de afgevaardigden der Classis den i5den Juni weer in het Collegium Qualificatum (Ds. Hulsius was toen geen afgevaardigde, hij was ernstig ziek. Eenige dagen later stierf hij en werd vervarigen door Ds. Jac. Fruitier), maar dit weigerde, bij meerderheid van stemmen, het advies der Classis te volgen. Deze echter handhaafde de suspensie: »opdat de gemeente J. C. van Hoeck, zoo jammerlijk met de Antinomiaansche dwalingen besmet, gelijk uit het rapport der deputatie bleek, alsmede uit de opgestelde, overgelegde notulen, niet verder en ten eenenmale bedorven wierden." Een deel van het Collegium Qualificatum, de magistraat van Neuzen (ook die van Hoeck) vereenigde zich met het advies der Classis en moest daarvoor van den Hoeckschen kerkeraad, die het met Stroobant eens was, fmishandeling dragen. De kerkeraad weigerde voor de Classis te verschijnen, toen hij tot 3 malen toe geciteerd werd. Stroobant nam echter intusschen zijn toevlucht tot Prof. Van Til en verzocht dezen zijn gevoelen te toetsen. De hoogleeraar, een Coccejaan, keurde Stroobants geschrift, bij de Classis ingediend, goed en stijfde daardoor den dwalende in zijn verzet. Eerst den lyden Nov. kwam de kerkeraad voor de Classis, maar weigerde daar de uitvo'ering van de akte van suspensie, i. omdat Ds. Stroobant niet onrechtzinnig was, 2. omdat Prof. Van Til zijn gevoelen had geapprobeerd. De Classis hield hun echter voor, dat zij, krachtens de onderteekening van Ds. Stroobant, verplicht waren zich aan haar advies te onderwerpen, indien zij tegen de motieven niets in te brengen hadden.

Toen de Classis zag, dat zij met deze opmerking niet vorderde, wendde zij' zich tot de gecommitteerde Raden van Zeeland, die den 21 sten April 1696 het besluit namen, dat »die van het Collegium Qualificatum van de kerk op den Hoeck zich hadden te defireeren aan het advies en de orders, die hun bij die van de Classis van Walcheren, volgens de kerkenordening dezen aangaande, bereid zijn en nog zouden mogen worden gegeven, zonder daaraf wijders te blijven in gebreke. Zoo zij nochtans zouden mogen gefondeerde redenen hebben ter contrarie, blijven dezelve gehouden binnen den tijd van zes weken daarvan aan de heeren gecommitteerde Raden kennisse te geven, die, dezelve gezien zijnde, in zoodanig geval of bij comparitie bij haar Ed.M. absentie hierop verder zullen disponeeren naar behooren."

Verschillende omstandigheden werkten er toe mede, dat de zaak van Stroobant 5 jaren bleef rusten. Eerst toch in de Classisvergadering van 22 September 1701 konden de gedeputeerden komen met de mededeeling: dat zij reden hadden, om God te danken, dat »Hij het gemoed van Ds. Stroobant zoodanig bevoorrecht had, dat hij de antitheses, van de gedeputeerden voor hem opgesteld, geheel verworpen en de theses voor orthodox en voor zijn belijdenis en gevoelen aangenomen had, behoudens alleen zijn particulier gevoelen over den toekomenden tijd en toestand van Gods kerk". Bovendien was Stroobant bereid het stuk der Classis te onderteekenen, »mits zijn onderteekening geenszins wierde betrekkelijk gemaakt, noch op de inleiding en voorrede, noch op het generaal besluit van de theses en antitheses.".

De Classis, die het alleen om de zuiverheid der leere te doen was, zag de kleinigheden, die Ds. Stroobant zich voorbehield, over het hoofd. De eere des Konings ging haar boven eigen gevoeligheid en eigen eere. Den 2 7sten September 1701 onderwierp zich Stroobant in het Collegium Qualificatum. Des Zondags daarna predikte hij ten aanhoore der gedeputeerden zeer rechtzinnig over den tekst: »Ik zal den dorstigen geven'', enz. Des middags trad Ds. Schorer voor de gemeente op en besprak Sions opbouw volgens Ps. 51. De strijd was uit. Meer dan 10 jaren had hij gediuird. De Classis mocht zich verheugen, dat niemand verdorven was, ook Ds. Stroobant, de .weerbarstige, niet.

Ziet, dat is nu toepassing der tucht, zooals die behoort in de kerk van Christus; niet tot vernietiging maar tot behoudenis geschiedt zij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 september 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Jets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 september 1887

De Heraut | 4 Pagina's