GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Calvinistisch karakter van den Heidelvergschen Catechismus,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Calvinistisch karakter van den Heidelvergschen Catechismus,

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DOOR Dr. A. ZAHN.

De hofprediker Joh. Enst Andrea had de prinses onderwezen en noemt in zijn voorrede den Heidelbergschen Catechismus als het leerboek, dat de prinses uit het hoofd moest leeren. In de 49ste vraag wordt de prinses gevraagd: »Als nu de Heilige Schrift de leer der zaligheid bevat, hebt gij daarvan een kort begrip geleerd ? '' Antwoord : »Ja, door Gods genade, naar aanleiding van den Christelijken Catechismus, die een openbare geloofsbelijdenis bevat der Gereformeerde kerken.”

Het drie uren lange onderzoek, dat de prinses te ondergaan heeft, is een omschrijvende behandeling van den Heidelberger, die dikwijls dan ook geheel woordelijk voorgedragen wordt. De hofprediker zegt van haar: »Zij heeft geleerd, dat de beste waarheid de hemelsche, het beste sieraad het inwendige, de beste hoogheid de ware ootmoed voor God is. In één woord: De beste kroon is een onvervalschte godsvrucht.”

Het examen begint, evenals de Geneefsche sn de We«t-minstersche Catechismus, met de vraag, wat de voornaamste zorg van een verstandig mensch in dit leven zijn moet. Waarop geantwoord wordt: »Dat hij deel mag hebben aan de ware gelukzaligheid, die dan in de gemeenschap met God als het hoogste goed hier in den tijd en hiernamaals in de eeuwigheid gevonden wordt." Bij de vraag, waarom God valsche godsdiensten toelaat, wordt geantwoord, dat Hij daarbij ten doel heeft de goddeloozen te straffen voor de verachting der waarheid en de vromen te beproeven.

Al haar antwoorden moet de prinses met een aantal Bijbelteksten bewijzen. Als kenteeken der ware leer wordt, geheel volgens de Gereformeerde beschouwing, gezegd: »Als zij in het werk der zaligheid God boven alles verheft en aan zijn genade alles toeschrijft, en als zij den zondaar op het diepst vernedert en hem alle eigen kracht, roem en eere ontzegt. Bij het kenteeken, dat de Schrift alleen het onfeilbaar Woord Gods is, wordt ook de overeenstemming van het Oude en Nieuwe Verbond opgenoemd, daar het Nieuwe in het Oude verborgen, het Oude in het Nieuwe geopenbaard is. Den inhoud van eenige Bijbelboeken duidt de prinses heel kort aan: »Het boek Job leert geduld, het boek der Psalmen leert bidden, de Spreuken leeren wijsheid, de Prediker toont de ijdelheid van alle dingen en de vreeze Gods als den voornaamsten plicht van alle menschen aan. Het Hooglied leert Christus' liefde voor de kerk, zijn geestelijke bruid en haar wederliefde". Van het Oude Te.stament wordt gezegd: »Hem, die het Oude Testament niet leest, is slechts het halve Woord Gods bekend." De Heidelbergsche Catechismus wordt dan vtrder geroemd als die, welke naar hel voorbeeld van den Apostolischen Catechismus van Paulus, den brief aan de Romeinen namelijk, gevormd is en zijn inrichting is anders in geen Catechismus ts vinden. Alle drie stukken van den Heidelbergschen Catechismus zijn noodig, want de zonde te kennen zonder verlossing verwekt vertwijfeling, de verlossing zonder dankbaarheid te kennen, bewerkt zorgeloosheid of goddeloosheid.

De belijdenis, dat de mensch geneigd is God en zijn naasten te haten, wordt volstrekt niet zoo hard gevonden, maar geheel in overeenstemming met de Schrift. De val des menschen wordt beschreven als een val uit de grootste eere in de grootste ellende. - Adams val is echter de val van het geheele menschelijk geslacht.

Dit wordt zeer grondig behandeld. De mensch heeft van het evenbeeld Gods zelfs niet het geringste overgehouden, want de kleinste overblijfsels, die in het verstand en den wil overgebleven zijn, kunnen den menseh niet eens voor de zaligheid voorbereiden. Hiermee wordt de goede grond gelegd voor de leer van het geloof als een werk van God alleen.

In de derde vraag wordt God van alle schuld vrijgesproken, dat Hij nog altijd van den mensch in zijn wet vordert, wat hij niet doen kan; want Hij heeft het recht zijne schuld op te eischen, ook al is het doof den schuldenaar verspild. God heeft den mensch z(5ó geschapen, dat hij zijn wil doen kan.

Deze echt Gereformeerde en ook oud-Luthersche leer is door de geheele moderne theologie en philosophie prijsgegeven, terwijl m»n b«weert, dat wat van den menschgeëischt wordt, door hem ook moet kunnen gedaan worden. De, wet dient hun, om te bewijzen, dat de mensch het goede doen kan, terwijl volgens de leer der Schrift en der Hervorming juist het • tegendeel waar is, namelijk geheele onbekwaamheid des menschen. God kan zijn wil nooit prijsgeven, moet hem eerder allen schepselen als zijn heilige rijkswet voor oogen houden, en eischt van allen, dat zij zijn wil doen. Hij zou zichzelven vernietigen, zoo Hij zijn wil prijsgaf.

Maar Hij weet daarbij, dat geen mensch een hart heeft, om dezen wil te doen, en dat den mensch geen wet gegeven is, om daardoor levend te worden. Het is geen »spotternij" van zijn zijde, te eischen, wat niemand geven kan, maar eene met zijne natuur verbonden openbaring van zijn wil, waardoor hemel en aarde geschapen zijn en dien Hij den mensch ook eens bekend gemaakt heeft. 't Is geheel hetzelfde, als wanneer Hij bekeering en geloof of eenig ander geestelijk werk eischt. Hij weet zeer goed, dat het geloof niet aller is, en toch beveelt Hij iedereen te gelooven (Art. 17, 30). Zooals de zon moet opgaan over de geheele wereld, zoo ook Gods wet en gebod des geloofs, onverschillig, hoe de mensch zich daartoe zet. De wet bewijst niets voor de vrijheid van den menschelijken wil.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Het Calvinistisch karakter van den Heidelvergschen Catechismus,

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1887

De Heraut | 4 Pagina's