GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Gideon., een blaadje dat te Brielle verschijnt, was de wensch uitgesproken, dat Ds. W. H. Gispen, de nieuw opgetreden redacteur van de Bazuin, dit weekblad in dier voege mocht hervormen, dat voortaan alleen de kerkelijke absolutisten daarin aan het woord kwamen. i t t D

Hiertegen protesteert Ds. Notten van Rotterdam in dit puntig geschreven stuk, dat hij aan de Bazuin inzond, en waaraan Ds. Gispen plaats verleende.

Meer dan één ambtgenoot wijst er mij met verontwaardiging op, hoe in «Gideon", het blaadje, dat bij den heer Wierema te Brielle verschijnt, en geschreven wordt door een Christelijk Gereformeerd predikant, mijn hooggeachte vriend, de emeritus-predikant W. G. Sraitt, naar aanleiding van diens benoeming tot redacteur van d.e Bazuin, ruw bejegend wordt en als een vijand van de Christelijke Gereformeerde kerk gebrandmerkt, wijl hij, onderscheid makende tusschen een kerk en het Godsrijk; geloovende, dat het halve lichaam het heele nooit is, nu als steeds tegen kerkisme durft waarschuwen, en in de meening verkeert, dat, wie hereeniging der belijders verlangt, naar den aard der Christelijke hefde zoover mogelijk broeders tegemoet komen moet; en zij vragen, of ik er niet tegen opkomen wil.

Ik acht dit niet noodig. Ds. Smitt staat daartoe te hoog in de schatting van ons volk. Hij is daarenboven de eenige Christelijke Gereformeerde niet, die in «Gideon" geminacht wordt. Voor jaren kon men er reeds in lezen, dat ik hoe spoediger hoe liever heengaan moest; welk een duw kreeg eens b. v. onze v. Andel; en hoe werd dezer dagen br. Wielenga getrak • teerd. Bovendien moet men het met den redacteur van «Gideon" niet zoo nauw nemen. Hij lijdt juist niet aan consequentheid. Even voor de Synode te Assen samenkwam, schreef hij dat - er geen wettige predikanten waren dan de Chr. Geref. dominees ; zelfs geen doop buiten ons mocht erkend; wie tot ons overkwam, moest gedoopt. Eén of twee weken later daarentegen verklaarde hij, dat het hem speet, dat het Reglement van '69 niet reeds onder de slagen bezweken was, wilde hij de vereeniging met de Doleerenden voetstoots. Men moest eenvoudig samensmelten, zonder meer, en dan in elkanders gemeenschap later, wat verkeerd was, zien weg te nemen. Na het besluit der Asser Synode zegt hij, zich teleurgesteld te gevoelen, om schier in éenen adem dat besluit goed te keuren, en zoo hevig tegen de Doleerende broeders, met name tegen Dr. Kuyper uit te varen, dat een der medewer kers van het nieuwe blad: »De Gereformeerde Kerk" van «spelen met onheilig vuur" kon schrijven. Maar ik ga dit alles voorbij. Wij zijn zondige menschen, en bij ieder onzer is, helaas, de broederliefde soms zoek. En op inconsequentheid werden in deze dagen van kerkelijken strijd, ook anderen betrapt.

Maar wat mij tot spreken dringt, is het «Gideon" nr. van II November jl. In dat nr. vloeit de redacteur dermate door, dat zelfs geen Paus het Roomsche Kerkidee consequenter doorvoeren kan.

Immers in dat nr. lezen wij letterlijk:

«Ons land wordt almeer in clubjes en groepjes op allerlei gebied verdeeld en begint heel aardig op een bedelaarsdeken te gelijken. En hoe meer men poogt eenheid te brengen, des te meer verscheidenheid om staat er. Of dit goed of kwaad is, weet ik niet; maar op kerkelijk gebied is het zeker kwaad. Op dat gebied moet eenheid heerschen; want de Heere wil immers, dat ziJQ.volk éen zijn zal, en zij, die de eenheid van 's Heeren volk op allerlei manier tegenstaan, zullen daarvan de vreeselijkste gevolgen in dit en in het toekomende leven moeten ondervinden. Doch kten we daarover maar niet meer spreken, Willem 1 want dan komen we weer tot dingen, die ons onaangenaam maken in de oogen der menschen en daar moeten we tegen waken; want met de menschen moeten wij omgaan.

Heel blij ben ik, dit wil ik echter nog zeggen, dat het tot hiertoe niet gelukt is om verdeeldheid in onze kerk, die de kerk des Heeren is, te brengen. Wel zijn daartoe pogingen en dat op de listigste manier, aangewend, doch het wil niet vlotten. Ik geloof, dat zij meer dan ooit vast in elkander zit. Nu, iemand die üd van de kerk des Heeren is, heeft dan ook aan niets anders meer behoefte, hij kan tot zijn ziel zeggen: neem nu rust. Hij kan het buiten laten stormen en de machten tegen elkander laten ingaan; hij heeft voor niets te vreezen en met niets te maken dan met zijne roeping ook anderen te dwingen om in te g.ian.

Mochten velen dit doen om dezelfde voorrechten te genieten, die wij genieten. Laten we het toch allen, die daar ronddwalen, toeroepen, dat zij zich wenden tot 's Heeren kerk, om in haar schoot de zaligheid te smaken, die de Heere aan zijn Bruid op aarde heeft toegezegd - en gewaarborgd. Wij moeten niet zoo vreeselijk bescheiden zijn tegenover anderen, dat wij de voorrechten gaan verloochenen, die wij genieten. Neen, groote dankbaarheid moet onze ziel vervullen, als wij aan alles denken. Groote dankbaarheid jegens Hem, die naar zijn vrije goedheid al deze onverdiende weldaden ons schenkt."

Ons dunkt, commentaar is overbodig. Dit is Roomsch. Zoo de Chr. Geref. Kerk ooit tot zulk onzinnig drlj ven zich leende, «Gideon" behoefde voorwaar, niet andermaal te zeggen, dat wij hoe spoediger hoe liever moesten heengaan; wij zouden zonder dien raad spoedig genoeg onze koffers pakken om een doodend doode atmosfeer te ontvUeden. Maar de Chr. Geref. Kerk wil, dank ook zij het onderwijs van haar pas ontslapen «Vader" Brummelkamp en van haar, den Heere zij dank, nog levenden «Vader" Van Velzen, wiens dezer dagen bij Donner verschenen rede men toch leze! van dergelijke theorieën niets weten, en, ik ben er zeker van. Ds. Gispen zal het allesbehalve vleiend vinden door een blad, dat zoo bazelt, op het schild te worden geheven, — Ds. Gispen, die vroeger zulk baze len zoo mannelijk geeselen kon. Intusschen is het te vertrouwen, dat de «Gideon"-redacteur niet als in zijn laadje in de prediking een ander fundament legt dan Christus Jezus en dien gekruisigd; maar tocli, waar ij niet slechts Roomsche ideeën te lezen geeft, maar ook de „Paapsche stoutigheid" heeft om in hetzelfde r, waarin dit geschiedt, de vrijheid hoog te roemen, erwijl hij de vrijheid van spreken in een wensch aan den nieuwen Bazuin-Redacteur, in zijn nr. van 4 dezer, in ons kerkelijk orgaan alleen voor zijne vermeende geestverwanten verlangt, daar dient gevraagd, of het niet tijd is, dat van alle zijden daartegen wordt geprob weln z dttesteerd.

NOTTEN.

Rott. 12 Nov. '88.

Ds. Notten schreef boven dit stuk: Roomsch, en acht dat het door Gideon verdedigde kerkbegrip Roomsch is.

Dit achten we niet juist.

Oneindig wijder dan Gideon heeft Rome het oog open voor de Catholiciteit der kerk.

Het is erger dan Roomsch.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 december 1888

De Heraut | 6 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 december 1888

De Heraut | 6 Pagina's