GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De doleerende kerk van Oudewater in’t begin der 17de eeuw..

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De doleerende kerk van Oudewater in’t begin der 17de eeuw..

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

IX.

Lydius gedeporteerd.

Het jaar 1616 spoedde ten einde. Het scheen alsof de verbittering tusschen de strijdende partijen binnen Oudewaters veste steeds heviger werd. Op de markt was voor ieders oogen Lydius met Willem Jacobsen door den burgemeester Jacob Willemsen gescholden voor smeineedige, oproerige muitmakers, " nadat burgemeester Van Swieten hun reeds de volle laag met schimpwoorden gegeven had. Er kwam niets van verzoening, zoodat Lydius het avondmaal niet wilde bedienen, maar zijn beurt aan de Raedt overgaf. Zoo is het dan gebeurd dat deze de bondzegelen uitreikte aan weinig lidmaten, die voor het meerendeel van meening waren, dat de geschillen waren bijgelegd.

Het jaar 1617 bracht voor de kerk nog eeler strijd De Remonstrantsche partij gevoelde ich sterker nadat zij de meerderheid in de roedschap verkregen had. Tóch bestond bij aar de vrees, dat zij al te zeer door alle goedezinden gelaakt zou worden, indien alle poging ot verzoening achterwege bleef. De hoofen der Remonstrantsche factie hadden toch ubliek schandaal gemaakt en een gereformeerd eeraar met een ouderling zoo gescholden, dat et volk op de markt te hoop geloopen was. r werd dan ook aan de leden van den ouden erkeraad een brief gericht met verzoek om chriftelijk te willen melden, op welke wijze ij meenden, dat men tot vredesluiting zou unnen geraken.

In dien brief kwamen veel onwaarheden voor, elke Lydius ook van Maerland aanwees, boendien betoogde, dat het niet aanging, dat het ene deel des kerkeraads tot het andere schreef, aar dat 'volgens de orde der kerk over de eschillen mondeling behoorde gehandeld te orden. Zoo was ook de meening van Lydius' edestanders. Na de avondpredikatie den izden anuari, werd dit aan De Raedt, Maerlant en uijbertsen medegedeeld. De Raedt liep boos it de consistorie weg, terwijl Van Maerlant, it afkeurende, vroeg »of de reconciliatie iet en zoude moghen gheschieden, in geneale termen oversiende alle het ghepasseerde an weder zijden" i). Maar daar kon niets an komen. Men eischte, dat De Raedt zou heroepen wat hij geleerd had, of openlijk er voor it komen, dat hij Remonstrantsch gezind was; an Galen behoorde te belijden, dat hij de roeders had beleedigd; de diakenen moes'.en van et gevoelen van Coornhert afstaan en beloven ij het volk de gezonde leer niet meer te laseren; terwijl men het ook noodzakelijk achtte dat dit alles dan ook der gemeente bekend gemaakt werd.

De Raedt en zijn aanhang wilden hiervan niets weten, en hielden aan op het geven van een schriftelijk antwoord. Den ryden Januari gaf de oude kerkeraad echter te kennen dat hij bij zijn eischen volhardde. Het geduld der Gereformeerde broeders was nu uitgeput. Ziende dat alle hoop om tot vereeniging te geraken ^zonder krenking van de eere Gods was afgesneden, nam men het koen besluit om zich bij de doleerende kerken te voegen, »soeckende voortaen bij deselve, (als die daer blijven bij de ghesonde leere) raet in 'tghene haer van nooden ware." 2).

Zoo was dan de scheur getrokken. Het moet ons verbazen, dat de breuk niet eer had plaatsgehad. Doch — onze vaderen handelden niet lichtvaardig; eerst moest de onmogelijkheid, om tot verzoening te geraken, gebleken zijn; eerst daarna achtten zij zich gerechtigd Om zich te scheiden van hen, die voor eene andere autoriteit dan die van den Koning der kerk bogen.

Reeds tweemalen was er Avondmaal gehouden, zonder dat de broeders en zusters die aan de Gereformeerde religie vasthielden daaraan konden deelnemen; daarom was de eerste daad van den dóleerenden kerkeraad der Geref. kerk van Oudewater om, op ernstig aanhouden der lidmaten, het besluit te nemen om op ia Februari bij brood en beker 's Heeren dood te gedenken. Den sden van die maand las diensvolgens Lydius een stuk van den kansel voor, waarbij tegen den volgenden Zondag het Avondmaal werd aangekondigd, terwijl die broederen en zusteren genoodigd werden »dewelcke alle menschelijcke wijsheijdt aan een sijde stellende, haer willen voortaen ten eijnde harer levens houden bij de suijvere reijne leere, ende de ordre die tot noch toe in Godes kercke is gehouden."

Dit was te veel voor de overheid. Terwijl Lydius bezig was huisbezoek te doen, werd hij ter raadkamer ontboden, waar de magistraat van hem eischte, dat hij de acte, die hij den vorigen Zondag had afgelezen, zou overgeven. Lydius' antwoord was, dat hij dit niet doen kon zonder de broeders, maar dat hij meende, dat de leden van zijn kerkeraad daar geen bezwaar tegen zouden hebben. Toen de burgemeester vroeg, op wiens last hij het houden van het Avondmaal had afgekondigd, antwoordde hij vrijmoedig.-»uit last van mijn meester Christus." Daarmede was Van Galen niet tevreden, hij wilde weten wie het denkbeeld van Avondmaal te houden geopperd had. Daarom riep men nog drie leden van den kerkeraad, die allen beleden, kennis gedragen te hebben van het stuk door Lydius voorgelezen en evenals Lydius antwoordden op de vraag, op wiens last zij aldus hadden gehandeld. Hadden de Rem. overheidspersonen de hoop gehad, dat de kerkeraadsleden Lydius zouden afvallen, of dat blijken zou dat deze voorganger op eigen gezag gehandeld had, dan waren zij zeer teleurgesteld. Nu trachtten zij de Gereformeerden door dreigementen van hun voornemen af te houden. Lydius zou uit de stad gebannen en de ouderlingen en diakenen burger-en poortersrecht verliezen, indien men tegen het verbod in Avondmaal hield, tenzij de staten of de kerkeraden in het algemeen het anders goedvonden. Ouderling Willem Dirxsen werd bevolen niet als sehepen bij de overheid te blijven zitten op boete van 200 guldens, omdat er kerkelijke zaken werden behandeld; Van Maerlant en Van Galen mochten wel daarbij tegenwoordig blijven!

Den roden Februari kwam de vroedschap samen en werd de Geref. kerkeraad ontboden en bij monde van den baljuw verzocht om toch af te zien van de bediening van het Avondmaal, omdat het een buitengewone tijd was.

Schriftelijk werd hi-rop geantwoord met een voorstel om tot minnelijke schikking te geraken. De Gereformeerde Kerkeraad verzocht om een »vrije ende separate kerkeraet, ende bedieninge des Avontmaals voortaen te hebben , opdat een ijder bor^her vrijelick hoore ende communicere, met die wekken hem belieft."

Het stuk van den raad der kerke werd aan de overheid overhandigd waarbij de kerkeraadsleden zich bereid verklaarden in alle politieke zaken aan de overheid gehoorzaamheid te betoonen, maar in geestelijke aangelegenheden slechts het bevel van Christus te kunnen opvolgen. Hierover ontstak de toorn van burgemeester van Swieten, die den voor de overheid verzamelden kerkeraad uitschold voor het saamgespannen rot van Korach, Dathan, en Abiram. Ten slotte werd hem belast van het houden des Avondmaals af te zien, anders zouden Lydius verbannen en de kerkeraadsleden ontpoortert worden.

Denzelfden dag teekenden Lydius en de zijnen tegen dit besluit appel aan bij de heeren Staten als hunne Souvereinen. Dit alles weerhield Lydius niet om denzelfden avond de proefpr^dikatie te doen. De Raedt was ook in de kerk, die toen Lydius van den kansel gekomen was, hem aansprak en zeide, dat hoewel het zijne beurt niet was, hij toch den volgenden Zondag des vóórmiddags zou prediken, al moest hij twee uren te voren op den preekstoel gaan. Lydius vermaande hem zich stil te houden en begaf zich daarna in de kerkekamer om op belijdenis des geloofs zestien lidmaten aan te nemen.

1) Hist. Verhael bl. 28.

2) Hist, verhael, bl, 29.

Om het houden van het Avondmaal te keeren, vergaderden burgemeesters en schepenen den uden Febr. om den kerkmeesters te verbieden voor wijn of brood te zorgen, den koster om de tafel aan te richten, en den voorlezer om ouder gewoonte gedurende de bediening voor te lezen.

Toch werd het Avondmaal den 12 Febr. door Lydius bediend, terwijl hij des avonds de dankzegging hield.

De toorn der Overheid, niet gewoon zoo getrotseerd te worden, was groot. Den volgenden dag vergaderde zij reeds en het vonnis luidde, dat Lydius moest gedeporteerd, terwijl de andere kerkeraadsleden hunne vensters zouden sluiten, geen nering meer mochten doen noch een kerkelijke of politieke bediening uitoefenen.

Men kan denken welk een schok dit der gemeente gaf.

De broeders van den kerkeraad droegen echter met lijdzaamheid om 's Heeren wil de smaadheid, hen aangedaan; zij sloten hunne deuren en vensters en deden hunne bedrijven stilstaan. Tqgh bleven zij niet stilzitten, maar zonden Lydius en Bastiaensen naar Den Haag om aan het Hof «mandement" te vragen en een verzoekschrift te overhandigen, waarin de geheele toedracht der.zaak getrouw werd vermeld, en men met nadruk deed uitkomen, dat alleen om der wille van de belijdenis der beproefde waarheid Lydius niet meer preeken mocht op boete van »ioo karolus guldens tot 40 groot" en de broeders geen nering meer doen op boete van tien ponden munt.

De zaak kwam ditmaal niet in handen van Oldenbarneveldt, maar in die van prins Maurits, die door zijn secretaris Duijck aan de overheid van Oudewater last gaf, om binnen drie dagen na ontvangst van zijn brief, schriftelijk bericht in te zenden omtrent den toestand der zaak.

Een schriftelijk antwoord werd echter niet gezonden, maar Van Galen, Van Maerlandt en Van Rijswijck afgevaardigd, die den zosten Febr. voor de achtbare heeren van den provincialen raad en zijne excellentie prins Maurits gehoord werden, tegelijk met de gereformeerde ouderlingen, die ook naar Zuid-Hollands hoofdstad gereisd waren.

{Wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 december 1888

De Heraut | 4 Pagina's

De doleerende kerk van Oudewater in’t begin der 17de eeuw..

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 december 1888

De Heraut | 4 Pagina's