GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De doleerende kerk van Oudewater in ’tbegin der 17de eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De doleerende kerk van Oudewater in ’tbegin der 17de eeuw.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

X.

Een modus vivendi.

Het was 20 Februari, toen de magistraat der stad, vertegenwoordigd door Van (ralen, Van Maarlandt, en A. Van Rijswijck voor prins Maurits en den provincialen raad tegelijk met Lydius c.s. verschenen. Het zal een verademing voor de Geref. broederen geweest zijn, dat zij nu niet te doen hadden met Oldenbarneveldt. Van Galen en de zijnen wilden Maurits. diets maken, dat zij allen contra-Remonstranten waren; doch Lydius scheen die leugen te hebben voorzien, • althans hij haalde een stuk voor den dag, nog wel onderteekend door eene nicht van Van Galen, waaruit bleek, hoe verwoed zich de laatste over de Gereformeerden had uitgelaten.

Den 2isten werd de conferentie voortgezet, in het bijzijn van burgemeester Van Swieten, en het einde was, dat er een modus vivendi tot st«nd kwam, of in den taal van dien tijd uitgedrukt; dat een vijftal »poincten" werd aanghenomen, tot accomodatie ende ruste van de stadt ende de ghemeente." De punten waren de volgende:

I. Lydius zou wederkeeren naar Oudewiter en zijn ambt mogen waarnemen onder belofte zich stil en stichtelijk te willen gedragen met respect tot den magistraat. Ditzelfde moest ook De Raedt beloven.

2. Lydius en De Raedt zouden bij beurten stil en stichtelijk naar Gods Woord moeten prediken zonder »invectiven" te mogen gebruiken.

3. Het Avondmaal zou beurtelings door Lydius en De Raedt worden bediend, een iegelijk met zijn eigen ouderlingen en diakenen.

4. De kerkeraad zou blijven gelijk die in December geweest was; tegen Paschen zou hij nog een jaar blijven zitten, terwijl de kerkeraadsvergaderingen gezamenlijk zouden gehouden worden, indien men te handelen had over zaken, die de leer en de conscientie niet aangingen.

5. De ontpoorterde burgers zouden alle hunne rechten wederkrijgen.

Deze punten werden eerst door de over­ n heid, daarna door den kerkeraad aangenomen. d Den 21 sten Februari reisde Lydms terug naar Oudewater, na eerst nog bij Prins Maurits ontboden te zijn geweest, welke hem bijlastte om bij de overheid acte te verzoeken, dat het hem vrijstond ora voortaan te predi­ v ken Die acte werd hem niet gegeven, doch bhh wel mondeling gezegd, , dat het uitoefenen n zijn ambt hem geoorloofd was.

Nauwelijks, den 26sten, was de karikel, met Lydius en zijne vrienden binnen de poorten van Oudewater gereden, of de stadsbode stond voor Lydius deur, om hem voor de overheid te ontbieden. Gehoorzaam verscheen hij voor de heeren, bij welke ook de Raedt zich gevoegd had, die hen zochten van den stoel te houden. Doch toen Lydius medegedeeld had, wat er in Den Haag voorgevallen was en de vijf punten medegedeeld waren, waarvan i, 2 en 5 ook. door de Staten aangenomen waren, legde men het hoofd in den schoot, en tèt groote blijdschap der godvreezende; i, die den met het bloed der martelaren bevestigde waarheid niet wenschten prijs te geven, predikte Lydius dien dag weder.

Den I yden . Maart kwam er bericht, dat de Staten ook in punt 5 van de overeenkomst genoegen namen, zoodat de Kerkeraad voor een jaar zou blijven zitten.

Denzelfden dag kreeg Lydius een brief van J. Van GaleA, predikant te Schoonhoven, waarin hij mededeelde, dat men van plan was om de Classis te zijnen huize te houden.

Lydius antwoordde: »D. Van Galen, Mijn raeyning is mij te houden bij de dolerende Kercken, daer wij ons bij ghevoegt hebbe, scheijden wij gantsch van de Remonstranten ten tijde de zake door een Nationalen Synodum is beslecht, ben niet van meyninghé de Remonstranten in mijn huys te ontfanghen, vergadert daert 11 belieft, ick sal vrij houden bij die gèhe die met mij in een ghevoelen zijn. Den 27 Martii ist hier mijn beurt te prediken can alsdan niet uiit." Joh. Lydius.

Den zosten Maart werd aan de Staten door de overheid verzocht, dat het haar zou worden toegestaan om den Kerkeraad te veranderen. Dan kon men alle Gereformeerden uitwerpen en zou Lydius alleen hebben gestaan. Om de Staten tegen Lydius in te nemen werd het briefje er bij gedaan, dat deze aan J V. Galen had geschreven. Daar de brief van E. M. Heeren geopend was en het antwoord hierop al klaargemaakt was, voordat alle leden van den magistraat aanwezig, zoo protesteerde twee Gereformeerde schepenen daartegen.

Weder moesten den 21 sten Maart Lydius en Dircksen naar Den Haag om voor de Staten te verschijnen. Het einde der procedure waïs, dat de Provinciale raad, waarvan Maurits de ziel was, der overheid van Oudewater last gaf om den Kerkeraad een jaar te laten, gelijk hij was, »op vaste hope, dat daerentusschen bij de Heeren Staten van den Lande in deze kerckelijcke dispuyten een vaste, eenparighe resolutie soude worden ghenomen."

De Staten daarentegen schreven wel ook dit, maar voegden er aan toe, dat de beide kerkendienaars en alle kerkeraadsleden gezamenlijk vergaderingen zouden houden, zonder dat men elkander »wegens afsvijkende gevoelens, zoü mogen censureeren of berispen, " terwijl nog bepaald werd, dat zoo spoedig mogelijk Avondmaal móest gehouden worden.

De nieuwe kerkeraad nam dit schrijven aan j doch de oude alleen met beding, dat hij niet met de Remonstranten vergaderen zou, dan wanneer men handelen zou over zaken, die de leer en de conscientie niet aangingen.

Den 2den April kreeg Lydius 't bezoek van Nys Simonsen en J. Jansen, die hem aanzeiden, dat hij den 3den April in de Classis moest komen, omdat de nieuwe kerkeraad van meening was over de oude te klagen Lydius antwoordde, dat hij zich hield aan 't geen hij den kerkeraad had geantwoord.

Den 3en April kwam de Classis Gouda te Oudewater samen. Niet tegenwoordig waren de predikanten Lydius, S. Van der Borre, Fred. Abbema, Thomas Bruschenus. Clemens Rosaeus, allen Gereformeerde predikanten. De Classis zond tot Lydius nog Poppius en Bochusius otn hem over te halen voor de Classis te verschijnen, doch Lydius weigerde en bleef weigeren.

(Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 december 1888

De Heraut | 4 Pagina's

De doleerende kerk van Oudewater in ’tbegin der 17de eeuw.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 december 1888

De Heraut | 4 Pagina's