GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een twist in 1704.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een twist in 1704.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Terwijl de afgevaardigden der classis te Sluis waren, konden zij hunne taak langzamerhand beter overzien. Met den kerkeraad kwamen zij tot een goed einde, al was het niet dan na een strijd van vier dagen. De vrouw van Ds. Hattinga werd van de censure ontslagen, zonder dat zij leedwezen betuigd had, omdat daar geen grond was voor zulk een eisch. Minder goed ging het met den magisstraat. De beide diakenen, die veroordeeld waren tot 25 gulden boete, en gijzeling, totdat zij de boete betaald en den magistraat leedwezen betuigd hadden, bleven veroordeeld. Ook werd het verzoek afgewezen, Ds. Hattinga zijn traktement uit te betalen, alsmede de ƒ 200 transportkosten, hem reeds toegestaan. Onder de burgerij was groote vrees, om iets ten voordeele van Ds. Hattinga, of ten nadeele van Ds. Van Leeuwen te zeggen. Ook onthield zich iedereen, die tot ouderling of diaken kon benoemd worden, zich daar te vertoonen, waar de aandacht op hem kon 'gevestigd worden. Doch dat alles was niet zoo moeielijk als het laatste punt hunner taak, namelijk liet onderzoek naar de leer en de gevoelens van Ds. Van Leeuwen.

Het was in den middag van den ipden Juni (1704), dat de afgevaardigden naar Ds. Van Leeuwen gingen, teneinde hem te spreken over zijn gevoelens en wat zij daarvan gehoord hadden. Binnenkomende, werden zij in de studeerkamer van Ds. Van Leeuwen gebracht.

De welkomstgroet van den laatste was niet hartelijk. Zelfs was de kwalijk ingehouden wrevel niet te miskennen. De afgevaardigden begrepen dus, dat zij recht op het doel moesten afgaan en niet eerst het gesprek op andere punten brengen.

»Geachte collega!" zoo begon Ds. Schorer, dien als den invloedrijkste was opgedragen het hoofdgesprek met Ds. Van Leeuwen te houden, »gij begrijpt zeker al het doel van onze komst. U is Lucas de Bode, dien wij gesproken hebben, niet onbekend."

Over Ds. Van Leeuwen's gelaat schreed een donkere wolk. Zou hij verraden zijn? Wat wisten die broeders van hem? Jlij besloot voorzichtigheidshalve zich niet uit te laten over De Bode. Hij zweeg dus,

»Lieve broeder!" ging toen Ds. Schorer voort, »gij vat het doel onzer komst anders op, als wij wenschen. Niet om u te verklagen zijn wij bij u, maar om ons gerust te stellen en zoovele anderen, die ook over u ongerust zijn. Zijn de geruchten niet waar, dan zullen we ons verheugen. Zijn ze het wel, laat ons dan beproeven u van onrechtzinnigheid te overtuigen en terug te leiden tot de

ware leer, die ge imrners ook hebt onderteekend. Met Lucas de Bode hebben we de reis gemaakt van den steiger tot hier en hij heeft ons zijn gevoelen, op en top Sociniaansch, meegedeeld. Hierover hebben wij hem onderhouden. Toen beriep hij zich op een gesprek met u, waardoor hij was bevestigd in zijne wangevoelens."

»En komt ge nu op de bewering van dien éenen mij lastig vallen? " vroeg Ds. Van Leeuwen bitter.

»Neen, broeder!*' hernam Schorer, »maar we hebben meer getuigen gehoord. Want wel heeft de magistraat ons verboden, met iemand uit de gemeente te gaan spreken over u — waaruit ons blijkt, dat ge in de gunste der overheid deelt — maar wie bij ons kwamen, hoorden wij."

»Hebt ge dan eene beschuldiging tegen mij, doet mij. haar hoeren; noemt mij de getuigen, welke tegen mij getuigd hebben, en ik ben bereid u te antwoorden, '' zei Ds. Van Leeuwen.

»Zoo behoeft het toch niet, broeder!" sprak weer Schorer, »wij zijn geen rechters; wij willen u behouden in naam, goed gerucht en rechtzinnigheid. Deel ons nu iets meê over uw gesprek met Lucas de Bode."

»Ik heb er geen plan op, " antwoordde Ds. Van Leeuwen bits.

»Deel ons dan meê, wat er in den laatsten tijd hier is gebeurd, br. Van Leeuwen! want gij en uwe gevoelens zijn er bij betrokken", zeiden de afgevaardigden.

»Volstrekt niet, heeren 1" zei Ds. Van Leeuwen, »ik zal antwoorden, als ge schriftelijke beschuldiging, bewijzen en getuigen mij overlevert."

»Is dan niet ieder Christen, met name ieder leeraar, gehouden verantwoording te geven van zijn gevoelen ? " zeide Ds. Schorer, »vooral de predikant, want hij is door zijne onderteekening daartoe verbonden."

»Ik wil toch niet antwoorden", hernam Ds. Van Leeuwen, »tenzij gij mijn eisch inwilligt."

»Dat gaat niet", was het wederwoord. »Maar opdat ge moogt weten, dat de beschuldigingen, tegen u ingebracht, hoogst ernstig zijn, zullen we u eenige voorlezen:

1. Hebt ge geleerd, dat het eene stoutigheid is God een Geest te noemen?

2. Ook, dat God een eenig God is, zoo in wezen als in personen, en drie kan genoemd worden ten aanzien van zijn wezen, wil en verstand.

3. Ook dat ge er wat tegen hadt, dat men God algenoegzaam noemde.

4. Ook, dat het aannemen niet het geloof zelf was, maar een gevolg ervan.

ü " 3' • ( • •

»Houdt maar op, heeren!" zeide Ds. Van Leeuwen, »zegt mij liever: wie zijn mijne beschuldigers? "

„Och, waarde broeder! wees toch niet hardnekkig op dit punt, " hernamen de afgevaardigden, »laat ons ten einde toe lezen."

De andere punten volgden. »5. Gij zegt, dat de namen van Vader, Zoon en Heilige Geest maar zien op het werk der verlossing.

6. Ook, dat God, voorgenomen hebbende, zondaren te zaligen, zijne wijsheid zijn Zoon noemde en zijne liefde zijn Geest, en dat deze allen één waren; want hetgeen op de eene plaats van den Vader gezegd wordt, wordt op een andere van den Zoon gezegd.

7. Dat Christus' ambten tot twee kunnen gebracht worden: het regeerende en leerende.

Wilt ge nu voorloopig deze punten — wij hebben meer — in copie hebben en daarover eens nadenken? ''

»Ik wil de copie wel hebben", hernam Ds. Van Leeuwen, »maar niet om er over na te denken, maar om ze uit te geven en aan de wereld bekend te maken".

»Ons smart uwe hardnekkigheid", zeiden de afgevaardigden. »Nu zullen we u de copie niet geven. Moge de Heere uw hart ombuigen. Van het gehoorde zullen we aan den kerkeraad van Sluis en de classis kennisgeven".

Zoo scheidden de broeders, door Ds. Van Leeuwen ter deure uitgeleid. Eene buiging, en weg waren ze van elkaêr. Des anderen daags vroeg zett'en zich de afgevaardigden in den wagen naar de boot, nadat zij een schrijven aan den kerkeraad hadden achtergelaten, waarin ze mededeeling van hunne ontmoeting bij Ds. Van Leeuwen hadden gedaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 juni 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Een twist in 1704.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 juni 1889

De Heraut | 4 Pagina's