GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een blik in het huiselijk leven in 1600.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een blik in het huiselijk leven in 1600.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bekende Willem Teelinck (gest. 1629) gunt ons in zijn Huisboek een blik in het huiselijk leven, zooals hij het in Engeland en Nederland gezien heeft. Hij zegt:

»Des burgers huis was aldus gereguleerd: 's Morgens bij tijds maakte zich een iegelijk op tot zijn werk, doch alzoo, dat geen zich tot de werken zijner roeping begaf, aleer hij den naam des Heeren met gezetheid aangeroepen en een kapittel met behoorlijke onderzoeking gelezen had, alzoo heiligende door den gebede en het woord wat zij wilden ter hand nemen om te doen. Dit werd zoo trouwelijk betracht door een ieder, dat zelfs de dienstboden daarin niet verzuimen mochten; maar hun werd ook genoegzame tijd daartoe allen morgen vergund.

Nadat de dag dus begonnen was, volgde een iegelijk zijn beroep tot omtrent 12 uur. Alsdan verzamelde het huisgezin, jong en oud, zich en lazen zij samen een kapittel uit de Heilige Schrift. Alzoo bereid zijnde door het lezen des Woords, riepen zij eendrachtelijk, met gebogen knieën den naam des Heeren aan. Daarna, aan tafel de spijze door een kort gebed gezegend hebbende, spraken zij samen van hetgeen een ieder uit het kapittel bemerkt had. Soiptijds hadden zij ook eenige stichtelijke vragen, die elk op zijne beurt daags te voren voorstelde, welke daarna aan de tafel van een iegelijk, naar de gave, die hij had, ïjeantwoord wierden. Na den eten zongen zij samen een psalm. Dan keerde zich een iegelijk wederom tot zijn werk. Dit deden zij 's avonds vóór den eten en ook aan tafel op dezelfde wijze. Tegen dat zij te bed zpuden gaan, overleiden zij den loop des daags tusschén God en zichzelve alleen (sommigen deden dit vóór den eten) en zoo bevalen zij zich Gode, naar de gelegenheid van hun staat, door den gebede. In de week werden ook de predikatiën, die dan gedaan werden, naarstiglijk waargenomen. Zaterdagsmiddags werden de klein-wetenden, - de dienstboden en de kinderen gecatechiseerd. Op den dag des Heeren kwamen zij 's morgens vóór de predikatie samen, lazen een kapittel en baden eendrachtelijk; daarna spoedden zij zich naar de kerk, gaven acht op alles en hoorden met aandacht als degenen, die wisten, dat ze rekening zouden moeten geven of eischen van hetgeen zij gehoord hadden. Eenigen schreven de predikatie uit den mond des dienaars op; thuis korjjende eigende een iegelijk in het bijzonder aan zijne conscientie, hetgeen hij gehoord had en bad den Heere om een zegen daarover; 's rniddags aan tafel sprak men van de predikatie. Na een psalm gezongen te hebben, onttrok zich een iegelijk, om zich door den gebede en de heilige overlegging wederom te bereiden tot het gehoor des Woords, waarheen zij zich's namiddags te behoorlijker tijd spoedden, pogende bijtijds in de kerk te wezen. Na de predikatie overleiden zij wederom, öf alleen bij zichzelve, öf ook met anderen, hetgeen zij gehoord hadden.

Tegen den avond kwam het gansche huisgezin samen en verhaalde de predikatie. Daar werden dan de dienstboden en kinderen terdege onderzocht, hoe aandachtig zij geweest waren en wat zij onthouden hadden. Was er ook iets voorgedragen in de predikatie, dat bijzonder op de gelegenheid des huisgezins of der huisgenooten eenigszins paste, dat' werd ook opgemerkt en daarop werd door vermaning gelegenheid genomen, om wat tevoren verzuimd was, nu voortaan te betrachten, wat nog ontsteld was, te beteren. Dus was hun de predikatie van Gods Woord een lantaarn voor hunne voeten en een licht op hunne wegen.

Als dit gedaan was, baden zij samen en deden voorts, gelijk boven meegedeeld is.

Voorts indien zij gewaar wierden, dat eenigen van het gezin hunne voeten niet recht droegen naar de waarheid des Evangelies, het ware dan in de werken hunner beroeping, of ook in eenige onvriendelijkheid of onzedelijkheid, waren de anderen met de vermaning straks bij de hand en rustten niet, totdat het verbeterd was. Kwam ook iemand onder hen ziek te liggen of in andere zwarigheid te geraken, die werd immers toch wel vriendelijk gadegeslagen, en de gelegenheid werd ook waargenomen, om, zoo daar iets bij hem te verbeteren was, daarop te werken en hem dat nu bescheidenlijk aan te wijzen. Dus letteden zij op elkaar, tot ontsteking der liefde en der goede werken.

Dus brachten zij hunne dagen door, wat aangaat geestelijke betrachtingen met gedurigheid zonder eenige opschorting het geheele Jaar door, winter en zomer, gelijk wij dat zelven gezien hebben. En ook (hetwelk wij bijna vergeten hadden), als zij tezamen ergens gingen wandelen tot hunne vermaking, zochten zij gemeenlijk iemand met zich te hebben, die bekwaam was, om hun een psalm of kapittel profijtelijk uit te leggen, gelijk daar verscheidenen op die plaats waren, die daarin bijzonder begaafd waren. En hadden zij bij het lezen, overleggen of samenspreken door de week ietwat ontmoet, waarover zij niet wel gerust waren, dat teekenden zij aan, en zoo dikwijls als zij in het gezelschap van eenige verstandige personen en voornamelijk van dienaren des Woords kwamen, stelden zij dat voor, om daaromtrent onderricht te wórden. Ook hij bijzondere gelegenheden, nu de eene, dan de andere, altemet altezamen, vernederden zij zich vqor den Heere door vasten en bidden op eeii zeer verstandige en stichtelijke wijze. Dus dienden zij den Heere met gestadige gedurigheid en betoonden alzoo inderdaad, dat men niet met de bijgeloovige Roomschen in een klooster behoeft te kruipen, om een godsdienstig leven te leiden. Ja, zij bewezen wel krachtiglijk, dat het monnikenwezen een onnoodige, ja een schadelijke menschenvond is, want zij deden door hun voorbeeld blijken, dat een Christenmensch wel genoeg zijn tijdelijk beroep kan volgen en evenwel den Heere zijn God dienen, dewijl toch de Heere Christus voor de rechtvaardigen niet tevergeefs gebeden heeft, als Hij begeerde, dat zijn hemelsche Vader hen niet wilde uit de wereld nemen; maar voor den Booze bewaren (Joh. 17:15).

Maar nu verlangt gij mogelijk te hooren, wat vruchten deze godsdienstige betrachtingen voortgebracht hebhen ? Wel, daar kunnen wij ook met waarheid van getuigen, dat de vruchten dezer heilige oefeningen zoodanig waren, dat zij juist hun bitterste vijanden door hun Christelijken wandel onder de menschen genoegzaam overtuigden, dat zij ongeveinsdelijk de voorgemelde heilige oefeningen betrachtten. Want daar zag men het geloof, krachtiglijk werkende door de liefde, in een gansch e envoudigen handel, wat aanging hunne meening of hun dagelijksch beroep, en daarbuiten in het handreiken aan de armen, in het bezoeken en vertroosten der zieken en verdrukten, in het onderwijzen der klein-wetenden, in het overtuigen van verdoolden, in het bestraffen der schuldigen, in het vermanen der slappen, in het bemoedigen der ijverigen, en dit alles met zulk een ijver en aandoening des gemoeds, met zulk een blijmoedigheid, troost en vreugde, dat wij waarlijk aldaar terdege bespeurd hebben, dat de kinderen der wereld in hunne vreugde niet dan met draf gevoed werden, gelijk zij het ook verdienen (Luk. 15:16) en dat God machtig is te doen boven al hetgeen wij bidden en denken (Efez. 3 : 20), zoo wij maar de gave opwekken, die in ons is en ernstelijk betrachten te smaken, hoe goedertieren de Heere is (i Petr. 2 : 3).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Een blik in het huiselijk leven in 1600.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1889

De Heraut | 4 Pagina's