GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DaiSschland. Ha mack's aanval op de belijdenis der 12 artikelen.

Het geval van den predikant Schrempf, die door het kerkbestuur van Wurtemberg werd afgezet omdat hij weigerde de twaalf artikelen des geloofs te lezen bij het bedienen van den H. Doop, daar hij sommige artikelen niet beleed, heeft ten gevolge gehad, dat sommiger conscieniie wakker werd geschud. Het schijnt althans dat enkele aanstaande dienaren des Woords met schrik aan den tijd zijn gaan denken, waarop ook zij zouden geroepen zijn, om de twaalf artikelen voor te lezen, en daar zij daartegen bezwaar hebben, is het in hen opgekomen om aan de kerkbesturen te vragen of niet de twaalf artikelen uit de proponentsformule, d, i. de formule die de aanstaande dienaren des Woords moeten onderteekenen, voor zij in het ambt kunnen treden, konden verwijderd worden en of niet tevens goed was dat het »apostolicum" gelijk men de XII artikelen wel noemt, uit de liturgie kon gedaan woiden, voor zoover de dienaren des Woords verplicht zijn om de liturgie te gebruiken. Eene commissie uit de theol. studenten te Berlijn, wendde zich eenige weken geleden tot den hoogleeraar Dr. Adolfs Harnack, met de vraag of hij zou kunnen adviseeren om in vereeniging met andere theologische studenten aan den »Oberkirchenrath" der Evangelische kerk een verzoek in dien geest te richten.

De Berlijnsche 41 jarige hoogleeraar gaf het antwoord op een van zijne colleges en deed dit ook openbaar maken in die Christliche Welt. Daarbij gaf deze professor te kennen, da hij het goed acht dat het vraagstuk aan de orde gebracht is, al moet hij het afkeuren dat een verzoek om algeheele afschaffing tot het kerkbestuur zou gericht worden. Er zijn toch nog altijd menschen die dat »apostolicum" belijden, en een verzoek om botweg het af te schafi"en zou hun ergernis geven. Doch men vrage dat de twaalf artikelen uit de verplichte liturgie geschrapt worden, of dat het aan de vrijheid der gemeente gesteld worde om het 'al dan niet te gebruiken, terwijl het aanbeveling zou verdienen om in plaats van de oude Apostolicum, eene nieuwe, betere formule aan te geven. Voorts tracht Harnack aan te toonen, dat men aan sommige uitdrukkingen van de XII artikelen aanstoot nemen kan. Hij meent dat de sopstandingdesvleesches" niet kan worden gehouden; het is ook onpaulinisch! Vooral is volgensj Z.H.G. het «ontvangen van den H. Geest, geboren uit de Maagd Maria" verwerpelijk! Hierin is werkelijk een nothstand gelegen, d. w. z. hierdoor komen sommigen in den nood.

Wie een dergelijk artikel niet onderteekenen kan en daarom meent buiten de kerk te moeten blijven, moet doen wat zijn consciënte hem gebiedt. Harnack wil echter dat men niet zulk een juridisch standpunt inneme. Wie het met de grondgedachte van de kerk eens is, ga haar dienenofblijve haar dienen. Hij verberge echter zijne afwijking niet en werke mede, binnen de hem gestelde grenzen, om tot ophefiingder moeilijkheid te geraken. Op grond van hun leeftijd en hunne positie meent de hoogleeraar dat studenten in deze geen stappen mogen doen. Hij geeft ten slotte den studenten den raad om vlijtig dogmengeschiedenis en symboliek te bestudeeren, d. i. de ontwikkeling der leerstukken en der geloofsbelijdenissen na te gaan en te zorgen dat zij met een welgevestigde overtuiging in hunne gemeenten komen. Voorts voegt Harnack er aan toe dat »de werkelijke inhoud van het Apostolicum bestaat in de belijdenis, dat in den Christelijken godsdienst deze goederen gegeven zijn: de Heilige kerk, vergeving der zonden en een eeuwig leven; dat het bezit dezer goederen is beloofd aan hem die gelooft in God, den almachtigen Schepper en Zijnen Zoon Jezus Christus en in den Heiligen Geest, en dat die goederen door Jezus Christus onzen Heere voor ons zijn verworven. Deze inhoud komt overeen met het Evangelie."

Terecht heeft men in de Evangelische kringen van Duitschland ingezie5i, dat Prof. Harnack een aanval op de apostolische geloofsbelijdenis gedaan heeft. Geen wonder dat groote ontroering daardoor gewekt is Niet alleen dat tal van predikanten en »Kreissynoden" tegen de uitlatingen van Harnack met kracht protesteerden, maar ook beginnen gemeenteleden hunne stem er tegen te verheffen. De »Vorstand" van het genootschap van den : Duitschen Adel, " heeft den adel opgeroepen ; om zich tegen Harnack schrap te zetten, om-\ dat trouw aan de apostoli, sche geloofsbelijdenis I het eerste artikel is van den bond dev Duiti

sche edelen. »Het apostolicum is de band die de leden van de Evangelische en van de Roomsche belijdenis onverbrekelijk te samen snoert."

Intusschen heeft Prof. A. Harnack eene brochure uitgegeven, getiteld: De Apostolische Geloofsbelijdenis. »Een geschiedkundig bericht met een nawoord, " waarin hij zich nader uitspreekt. Dit boekje strekt voornamelijk tot betoog, dat de kerk de apostolische geloofsbelijdenis tamelijk laat in zijn tegenwoordigen vorm heeft aangenomen. Dit is een feit dat wel bekend mag geacht worden. In de Zuid-Gallische kerk was het sedert het midden der 5de eeuw als een doopsbelijdenis, door Karolingische invloed nam de kerk het in de 8ste of 9de eeuw over. Ook in Rome had men reeds vroeger, toen het er namelijk om ging, om tegen het Arionisme op te treden, het oude, eenvoudige Doopsymbool, met het Niceaansch-Konstantinopolitaansche verwisseld; dit was echter voor kerkelijk gebruik te lang; men nam de Apostolische geloofsbelijdenis te liever aan, wijl de betrekkingen tot Konstantinopel nauwer en ook die tot de Koralingers vaster werden."

Maar Harnack werpt hiermede zijii eigene glazen in. Want daaruit blijkt toch dat de kerk zich reeds vroeg tegen het Arionisme heeft verzet en de eeuwige godheid van den Heere Jezus Christus heeft gehandhaafd.

Zeker is het dat de moderne Arianen, die gelijk de hoogleeraar Harnack, uit de school an Ritschl zijn voortgekomen, in hunne ontkenningen veel verder gaan, dan de oude volgers van Arius. De eisch van den Berlijnschen hoogleeraar komt hierop neer, dat de loochening van de Godheid Christi recht van bestaan in de Evangelische kerk zal gegeven worden.

In zijn »nawoord" zegt Harnack, dat de Evangeliscliie Theologen, de heilige plicht hebben, zonder zich te bekommeren om de gunst of de ongunst der menschen, om aan de reine belijdenis des Evangelies te arbeiden en openlijk te verklaren, wat naar hunne overtuiging met de waarheid overeenkomt en wat niet; terwijl hij zich daarbij beroept op de houding der Pruissische Algemeehe Synode van 1846, zoowel op het doen van onderscheidene landskerken, die het liturgisch gebruik van het Apostolicum vrijgesteld hebben. Op de protesten, smaadredenen, op het hen toedichten van meeningen en het verdraaien van zijn woorden zal hij zwijgen. Het is zijn ambt niet de vraag te opperen, of zulk een »drijven" gelijk dit thans weder, gelijk voor vier jaren, toen hij tot hoogleeraar te Berlijn benoemd was, als op commando, ontketend is, in de Evangelische kerk geduld worden mag."

Schoon het nog altijd door protesten tegen het optreden van Harnack regent, blijven sympathiebetuigingen voor de Berlijnsche hoogleeraar niet uit. Een i5tal professoren en predikanten, medewerkers en vrienden der Christliche welt, hebben den isden October een verklaring van instemming de wereld ingezonden. Ook is de liberale pers als één man op de hand van Dr. Harnack.

De Evangelischen dringen er bij den Opperkerkeraad op aan, dat tegen Harnack maatergelen genomen zullen worden. Tot hiertoe trekken de hoogere besturen zich weinig van de zaak aan. De National. Zeifung wijst er op, dat de benoeming van Dr. Freiher v. d. Goltz van de »uiterste rechterzijde" tot vicepresident van den Oberkirchenrath niet ge^ acht kan worden in het nadeel van Harnack te zijn. Immers is de heer v. d. Goltz geen aanhanger van Harnack. maar kan ook niet tot zijne tegenstander gerekend worden. Hij behoort tot de mannen die altijd naar een middenweg zoeken. Ons komt het voor dat als men in deze richting zich blijft voort bewegen, de beide partijen in de Evangelische kerk eveneens ontevreden zullen zijn en blijven.

Het moet den Gereformeerden opvallen, dat bij hen die voor de belijdenis der Evangelische kerk opkomen, de oogen uitsluitend gericht zijn op den «Oberkirchenrath", en op den keizer als opperste bisschop der kerk. Het besef dat de tucht behoort uit te gaan van de opzieners der gemeente, schijnt bij het Episcopale kerkrecht geheel te loor te gaan. Wel wees men er van positieve zijde óp, wat er van de kerke worden zou wanneer de wijze van de bediening der sacramenten geheel afhankelijk gesteld werd van de willekeur van de leeraars. Een Duitsch predikant verhaalt, natuurlijk met afkeuring, hoe hij in Zwitserland een predikant heeft ontmoet, die eenvoudig weigerde een kind te doopen, omdat de kinderdoop volgens hem niet schriftuurlijk was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 november 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 november 1892

De Heraut | 4 Pagina's