GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijh. D e Synode van de Unie der Vrije Kerken.

De Unie der Vrije Kerken van Frankrijk heeft in de maand September hare Synode gehad te Orthez. Hoe het in de kerken, die tot deze 5> Unic" behooren, gesteld is, kan blijken uit het feit dat op de Synode werd gerapporteerd, dat in de kerk van St. Jean du Gard, waarvan de groote meerderheid Baptistisch gezind is, een kinderdoop heeft plaats gehad.

Deze plechtigheid geschiedde in hetzelfde lokaal als waar de volwassenen gedoopt worden. »Zie daar de vrijheid ten opzichte van den vorm en het tijdstip van den doop in praktijk gebracht, waarop wij met recht zoo fier zijn in onze Unie." Men schijnt dus in de Vrije Gereformeerde kerken van Frankrijk niet te gevoelen, welk diepgaand onderscheid er is tusschen het beginsel der Gereformeerde kerk en dat der Doopers.

Bij de Synode was een brief ingekomen van den predikant Anderson, herder en leeraar der Engelsche Congregationalistische kerk van Parijs, houdende het verzoek om met zijne gemeente in het lichaam der Unie te worden opgenomen. De Synode besloot om genoemde gemeente op te nemen in de gemeenschap als eene »Eglise affiliée", hetwelk beduidt dat men wel met haar in haar gemeenschap wil treden, doch haar niet de volle rechten van de andere kerken wil verleenen. Zij mag voortaan een afgevaardigde naar de Synode zenden, doch alleen met een adviseerende stem.

Er werd door de Synode van Orthez ook nog gehandeld over de zaak van Leopold Monod, predikant te Lyon. Deze prediker had in eene dissertatie zich op eene wijze over »de conscientie" uitgelaten, die sommigen had doen denken dat hij God beneden de conscientie van den mensch gesteld had. De zaken waren te Lyon aldus geloopen. Toen de dissertatie van den heer Monod in de kerkelijke wereld sensatie verwekte, schreef hij een brief aan zijn kerkeraad om te melden dat hij zijn ontslag vroeg als herder en leeraar. De kerkeraad besloot daarop uit te spreken, dat hij op den bodem van de geloofsbelijdenis der Unie bleef staan, dat hij de zaak van hun predikant op de aanstaande synode brengen zou en dat hij dien leeraar niet uit zijn ambt ontsloeg. De predikant Monod herinnerde de Syijode, dat, toen de kerk van Lyon zich bij de Unie der Vrije kerken aansloot, hij zich geroepen achtte om eenige reserven te maken ten opzichte van den canon (dat wil zeggen, dat de heer Monod niet alle deelen van den Bijbel voor canoniek hield), ten aanzien van de rechten der critiek, (hiermede te kennen gevende dat hij Gods woord niet over hem wilde laten critiek uitbrengen, maar dat hij den Bijbel wilde critiseeren). Die reserven werden aangenomen. De heer Monod sprak ook op de Synode uit hoe hij dacht over de revisie der geloofsbelijdenis. Elk tijdperk, zoo redeneerde hij, drukt zijn geloof uit in termen die van elkander verschillen. Toen de stichters van de Unie der Vrije Kerken onze confessie hebben opgesteld, schreven zij niet eenvoudig de geloofsbelijdenis van La Roebelle na; zij wilden in hun eigen taal hun geloof belijden.

Alle documenten van dien aard zijn noodwendig feilbaar, en er komt een oogenblik waarop hunne herziening noodzakelijk wordt.

Er waren geruchten in omloop geweest, dat de Synodale commissie, die zich met de^zaak van Monod bemoeid had, eene revisie der geloofsbelijdenis in het schild voerde. Daarom was deze commissie bij monde van den predikant Holland genoopt om zich over deze zaak uit te spreken en zich tevens te verdedigen tegen de aanklacht, dat deze commissie zich wel in haar rapport voor Theologische vrijheid uitgesproken had, maar niet deed uitkomen dat men getrouw in de leer moest zijn. Die verdediging was uiterst zwak. De heer Holland wees er op dat er toch in het rapport der commissie uitgesproken was, dat het roeping is om getrouw te blijven aan het eenige fundament dat gelegd worden kan.

Omtrent de dissertatie van den heer Monod meende hij, dat deze leeraar niet bedoeld had Gou onder de conscientie van den mensch te stellen. De conscientie was volgens den heer Monod gelijk aan den blik die het licht opvangt. (Dus is er in den natuurlijken mensch volgens den heer Monod een vermogen om het licht des Heercn te aanschouwen, terwijl de Psalmdichter zegt: »In uw licht zien wij het licht").

Wat de revisie der confessie aangaat, sprak de heer Holland uit, dat de geloofsbelijdenis

der Vrije kerk te larjg is en te theologisch, dat zij eene betwistbare uitlegging geeft van eene uitdrukking van den apostel Paulus, dat hij er groot belang bij had dat zij eenvoudiger werd, zoodat zij gelijk Vinet het uitdrukte, van de lippen van het kind en van den stervende kon vloeien. Maar desniettemin zou hij geen veranderingen voorstellen. God moet die zaken geven, de mensch kan ze niet maken. Als de twee stroomingen van den tegenwoordigen tijd elkander raken, zal er eene nieuwe synthese plaats hebben.

De heer Pozzy sprak zijne bedenkingen uit over de dissertatie van den predikant Monod. Maar hij wilde de rechten der critiek niet miskennen. »Wij willen geen doofpot. Ik ben nooit voor de algcheele inspiratie geweest, " zoo sprak de heer Pozzy. Bijna was hij daardoor in onmin geraakt met Frederic Monod, naar aanleiding van zijne bedenkingen tegen een werk va; n de graaf de Gasparin over het gezag.

»Maar laten wij er voor waken", zoo sprak hij voorts, »dat wij niet op een hellend vlak komen. Laat ons aan het gezag niet raken. Er is nog^ een andere gevaarlijke dwaling : de mystiek. Jezus Christus, zegt men, is gekomen om het Teven te brengen, het Evangelie is in Christus saamgetrokken. Maar in welken Christus ? Er zijn er zoovelen als er scholen zijn. Wij weten wie de Christus is, door de getuigenis der Bijbels. Laat ons aan dien Christus ons vast houden. Wat mij aangaat, ik zou de nationale kerk niet verlaten hebben, als zij oprecht haar geloof beleden had. Laat er ons niet aan denken om onze gelocfsbelijdenis te wijzigen. Er zou geen slechter oogenblik daarvoor te kiezen zijn, dan het tegenwoordige."

Deze laatste uitdrukking is volkomen juist. Nu zoovele elementen in de kerken geslopen zijn, die naast het fundament dat eenmaal gelegd is, bouwen, zou een revisie der confessie eenvoudig een Sociniaansch karakter dragen. Steeds meer komt het uit, welk een groote fout die stichters van de Vrije Kerk in 1849 maakten, toen zij met de Confession de la Roebelle, die rechtsgeldigheid in de Fransche Gereformeerde kerken had, tot grondslag van kerkgemeenschap maakten, doch aan het werk togen om een nieuwe geloofsbelijdenis in te stellen. Dezelfde fout begingen de mannen die in de Staatskerk de vaan der orthodoxie omhoog wilden houden, toen de Synode van 1872 ook eene korte geloofsbelijdenis opstelde, zonder te letten op hetgeen onder de leiding des Heiligen Geestes de door het bloed der martelaren bevestigde belijdenis der kerken geworden was.

Na vele discussiën werd de volgende motie van den heer Pozzij aangenomen:

»Naar aanleiding van de theologische crisis, die tegenwoordig de kerken der Christenheid beroert en die ook in den boezem van de Vrije Evangelische kerken van Frankrijk gevoeld wordt,

geeft f de Synode, besloten om riet af te wijken van den geest van getrouwheid en onbekrompenheid, die de stichters der Unie bezield heeft, te kennen, dat het haar vast besluit is, om de fundamenteele waarheden in de geloofsbelijdenis der Unie neergelegd, ongeschonden te bewaren, echter de vrijheid van zijne Theologische meeningen aan een iegelijk waarborgende, en gaat over tot de orde van den dag."

Deze motie werd, nadat eene meer positieve van den heer Krtlger slechts vier stemmen op zich vereenigd had, met algemcene stemmen aangenomen.

Hoe het echter moet samengaan, dat men de fundamenteele stukken der geloofsbelijdenis zal handhaven, en een ieder op Theologisch gebied vrijheid zal laten, verklaren wij niet te begrijpen. In de practijk zal het er wel op neerkomen, dat men de verschillen die zich opdoen, voor niet fundamenteel verklaren zal.

Het is droevig om op te merken, hoe in een tijdsverloop van 45 jaren de Vrije kerken in Frankrijk zijn afgezakt.

Die Vrije kerken zijn geboren uit de machtige actie, uitgaande van Frédéricj Monod en den graaf Agénor de Gasparin, die protesteerde tegen het besluit van de Synode der Nationale Gereformeerde kerken in 1848 om de kerk van belijdenisschriften en de daarin vervatte leerstukken vrij te^^verklaren.

Door beide mannen werd in 1849 eene Synode te Parijs bijeengeroepen, waarop de » Union des églises évangéliques de\Francé'' werd gesticht. Dertig gemeenten sloten zich bij die Unie aan. Op het oogenblik telt de Unie ongeveer 42 kerken, met 3582 leden, dat is 54 minder dan twee jaren geleden. Hij die omtrent de statistiek der kerken verslag uitbracht aan de Synode, moest belijden, dat de kerken langen tijd geteerd hadden op den grooten naam van hare stichters, doch dat nu de tijd was gekomen dat men behoefte had aan een nieuw élan. Evenwel hoe is een nieuw élan mogelijk, wanneer de grondslagen waarop de kerk gebouwd is, ondermijnd werden?

Nu moge men uiteengegaan zijn met de gedachte, dat men geademd had in een atmospheer van vrede en dat de gerezen moeilijkheden uit den weg geruimd zijn, doch de geschiedenis zal leeren dat de Synode van Orthez hare roeping tegenover de ingekropen Sociniaansche doolleer niet heeft verstaan.

Bnsland. Vereeniging der Griekschorthodoxe met de ou d-R o o m s c h e kerk.

De vereeniging van de »oud-Katholieke" met de Grieksche kerk zal weldra een voldongen feit zijn. Een commissie is te St. Petersburg vergaderd geweest, om de bedingen vast te stellen, waaronder de Grieksche kerk de oud-Roomschen in hare gemeenschap wil opnemen. Zeker hebben de oud-Roomschen, klein in getal als zij zijn, behoefte gevoeld aan aaneensluiting aan een groote kerk als de Grieksche. Wij gelooven niet dat er vele punten van overeenstemming zijn tusschen de oud-Roomschen en de Grieksch-orthodoxe kerk, of het moest zijn, de verwerping van het pausdom, gelijk dit in de laatste helft der igden eeuw tot ontwikkeling gekomen is. Maar het is bekend, dat uit staatkundige oogmerken de afkeerigheid bij de Grieksch-orthodoxen, die voornamelijk in Rusland gevonden worden, van het pausdom niet zeer sterk meer is. De paus streeft er ook ernstig naar om de Grieksche en de Roomsche kerken, met elkander te vereenigen. En als dit eens gelukte?

Dan waren de oud-Roomschen weder gebracht onder de heerschappij van Rome — gelijk Illysses al slapende in zijn vadqjland terugkwam !

In de reeds genoemde commissie tot vereeniging heeft ook de biechtvader van den Russischen keizer zitting, een bewijs dat het hoofd der Grieksche kerk die vereeniging wil. Die commissie is van oordeel, dat de oud-Roomschen dezelfde leer hebben als de Griekschen; eene memorie is daarover aan de H. Synode der Grieksche kerk, aan den patriarchen van Konstantinopel, Jerusalem, Antiochië en Alexandrië, zoowel als aan bisschop Reinkens, den oud-Roomschen, verzonden.

Het is echter de vraag of de bisschoppen Herzog en Reinkens als bisschoppen door de Griekschen zullen kunnen erkend worden. Want die beide mannen zijn wel door een bisschop der Nederl. oud-Roomsche kerk gewijd, doch bij die wijding 'zijn de vereischte twee bisschoppen als getuigen der wijding niet tegenwoordig geweest. Het volle getal der oud-Roomschen bedraagt in Duitschland 30, 000' in Zwitserland 70, 500, in Oostenrijk 7 a 8000 en in Nederland wellicht niet veel meer.

W^ellicht komt de oud-Roomsche kerk van Nederland, door de vereeniging met de Grieksche kerk er ook toe, om de verplichte ongehuwde staat voor hare Priesters af te schaffen. Want in de Grieksche kerk bestaat het coelibaat, althans bij de lagere geestelijkheid niet. Zelfs zijn de Russische pope's verplicht zich tot den echtelijken staat te begeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 oktober 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 oktober 1893

De Heraut | 4 Pagina's