Buitenland.

Rusland. Weder eene nieuwe secte. Er is eene nieuwe secte in het Wolga-gebied ontdekt, aan welke door het volk de naam van de ïheimelijke wurgers" gegeven is. De aanhangers dier secte verwerpen de ambtsdragers der orthodoxe of Grieksche staatskerk, en willen ook van de meeste ceremoniën dier kerk niets weten. Wanneer er een der leden komt te sterven, hebben er allerlei geheimzinnigheden plaats, en worden de lijken des nachts in afgelegen holen of wouden begraven. Het Russische volk is daardoor gaan denken, dat men in die secte den dood van zieke gemeenteleden geweldadig verhaast.

Een boer, die er op betrapt werd, dat hij het lijk van zijne moeder naar een bosch sleepte, dat ver van zijne woning verwijderd is, werd daarover door de overheid in verhoor genomen. Van overheidswege werd daarna een onderzoek ingesteld, dat meer dan een jaar duurde, en v/aarbij een groot getal personen betrokken werd. Men kon den boer echter niet voor de rechtbank brengen als beschuldigd van zijne moeder te hebben vermoord, omdat de geneeskundigen verklaard hadden, dat de vrouw den dood langs natuurlij.ken weg gevonden had. Om het verdwijnen der lijken van hunne dooden niet in het oog te doen vallen, plegen de leden der nieuwe secte voor hunne zieken een relspas naar een of ander ver verwijderd oord te vragen. Sterft de kranke, dan heet het dat hij is weggerèisd. Het spreekt wel vanzelf, dat op die manier het plegen van misdaden zeer is vergemakkelijkt.

Ook blijkt opnieuw uit het opkomen van deze en zoovele andere secten in Rusland, dat het van staatswege met geweld bevorderen van eene oflicieele kerk, niet de uitwerking heeft, dat het volk zich aan die kerk gehecht gevoelt, althans niet belet, dat ondersclieidene secten tegenover haar worden opgericht. In elk geval bewijst het ontstaan van zoovele gemeenschappen, trots de tegenwerking der overheid, dat er zekere godsdienstige aspiratiën zijn onder 'de Russen, die in de staatskerk geen bevrediging kunnen vinden.

Korea. Hervormingen door Japanschen invloed.

Men kan uit eene proclamatie, door den koning van Korea dezer dagen uitgevaardigd, opmerken, hoe de geestelijke en redelijke atmospheer aldaar is. Daarin worden de volgende hervormingen voorgeschreven:

I". In plaats van de Chineesche tijdrekening, die het rijk tot dusver gehad heeft, treedt onze eigene, die begint met het ontstaan van onzen staat.

2". De militaire ep civiele ambten houden op erfelijk te zijn. Alleen bekwaamheid zal voortaan in aanmerking genomen worden. Daardoor zal de armste van mijne onderdanen het hoogste ambt kunnen verwerven.

3". Ieder misdadiger blijft voor zijne overtreding alleen strafbaar, en niet meer zijne geheele familie om te zwijgen over zijne verwanten en vrienden.

4". De rang dien iemand inneemt wordt voorta: ; n bepaald naar het ambt dat hij bekleedt, en niet door zijn aanzienlijke familie of door zijn vermogen.

50. Evenals de mannen, die van hunne vrouwen scheidden, kunnen ook de gescheiden vrouwen een nieuw huwelijk aangaan. 6". Mannen mogen eerst op 20; meisjes op i6-jarigen leeftijd een huwelijk aangaan.

7". Het aanraken van de aarde met het voorhoofd, vfanneer men een hooggeplaatste tegenkomt, valt weg. Het is voortaan voldoende, om op zijde te treden.

8°. De Boedhistische priesters mogen van nu aan in onze hoofdstad vrij uit en in gaan, (Bij de troonsbestijging van de dynastie, die thans nog op Korea gevestigd is, bood de Boedhistische priesterschap hardnekkig wederstand, waarom het der Boedhistische priesters op straffe des doods verboden werd een voet in de hoofdstad des rijks te zetten. - Dit verbod is 523 jaren van kracht geweest!)

9". Van nu aan is ook de laatste mijner onderdanen gerechtigd, met datgene wat hij over den staat en zijne ambtenaren, zijner inrichtingen denkt, mij schriftelijk bekend te maken.

l0". De bepaling, dat iemand die een sterfgeval in zijn ouderlijk huis heeft zich drie jaren van alle regeeringszaken moet onthouden, vervalt. Men kan in-zijn hart treuren en toch zijne plichten jegens den koning en zijne medeburgers vervullen.

11°. Het koopen en verkoopen van menschen als slaven is op straffe des doods verboden.

12°. Ambtsdragers mogen zich niet meer aan afpersing schuldig maken, maar behooren zich met hunne bezoldiging te vergenoegen. Deze hervormingen zijn onder de pressie der overwinnende Japanners tot stand gekomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen