GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Buitenland.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Fi*ankrijS{. Een voorval indegerechtszaal van het hof van Assises.

Eenigen tijd geleden deelden wij een staaltje mede van verwildering van zeden onder het opkomend geslacht in Engeland; niet minder blijkt het in Frankrijk gesteld. Immers lazen wij onlangs het volgende:

Het volgende voorval had plaats in de rechtszaal van het hof van Assises, in een departementale hoofdstad nabij Parijs :

Emil Gaudot, een bengel van 17 jaar, die reeds een heel strafregister bij de politie had staan, stond terecht wegens moord op eene oude vrouw, Rosine Lénié, die hij van veertig sous (twee. gulden) beroofd had. Gaudot bekende met de meeste brutaliteit: ïlk geef er evenveel om, als een visch om een appel", en toen de president hem vroeg, of hij de oude - vrouw wel zou gedood hebben, als i^hij geweten had, dat zij niets meer bezat, antwoordde hij : > Nu, dat weet ik niet. Wat raakt het me, een oude karkas meer of minder. Ik werk tot eiken prijs." »Uw cynisme (hondschheid) zou een kanibaal (menscheneter) doen walgen!" riep de president uit. In welke school van schande hebt gij al die verdorvenheid geleerd ? "

»Dat komt zoo vanzelf, mijnheer de president." Nu kreeg de heer Saint-Appert, de advocaat van den beklaagde, het woord.

Mijne heeren, " begon hij, smijn taak is zeer eenvoudig, daar de beschuldigde alles heeft bekend. Ik behoef hem niet te verdedigen, daar ik voor hem geen barmhartigheid zie. Ik zal dan ook kort zijn.

Maar als de justitie hem rekenschap vraagt van zijne misdaad, dan zult gij mij veroorloven op mijne beurt de justitie rekenschap te vragen van haar vonnis.

Hoe zal het luiden? Ik weet het niet. Maar hoe het uitvalle, een is er hier, die schuldiger is dan de schuldige zelf. Dien. schuldige, ik wijs hem u aan; of liever dien schuldige klaag ik aan, dat zijt gij, die de maatschappij vertegenwoordigt, die maatschappij, welke zich gedwongen ziet de misdaden te straffen, en die hare zorgeloosheid en verdoivenheid niet hebben weten te voorkomen.

Daar aan den muur, vóór mij, zie ik en be-" groet ik Christus aan het kruis. Hij is hier in eene rechtzaal, daar, waar gij den misdadiger voor uwe balie daagt. Waarom.is Hij niet in de school? daar waar gij het kind roept, om het te onderwijzen ?

Waarom straft gij onder Gods oog, wanneer gij de zielen vormt buiten Hem? En waarom moet Gaudot den God van Golgotha hier voor de eerste maal ontmoeten ? Waarom heeft hij Hem niet ontmoet voor de banken zijner school? Dan zou hij zonder twijfel de bank der schande hebben vermeden, waarop hij thans gezeten is.

Wie heeft hem gezegd, dat er een God is, eene toekomstige gerechtigheid ? Wie heeft hem gesproken over zijne ziel, over de plichten jegens zijnen naaste, over de broederhefde ? Wanneer heeft men hem het Goddelijk gebod geleerd: sGij zult niet doodslaan ? "

Men heeft deze ziel overgelaten aan hare booze driften. Dit kind heeft geleefd als een jong wild beest in de woestijn, alleen in deze maatschappij, dat de tijger gaat dooden, terwijl gij op het geschikte oogenblik zijne nagels had moeten afwenden, zijne bloeddorstigheid wegnemen."

Gaudot hoorde dit prachtig voor hem zoo vreemd pleidooi met verstomming, met zekeren triomf aan en een glans van voldoening lichtte in zijne oogen, toen de heer Saint-Appert eindigde met den uitroep:

»Ja mijne heeren, u beschuldig ik; u, beschaafden, die slechts barbaren zijt; u, moralisteu, die de groote trom roert ten bate van godloochening en zedebedervende lectuur , .., . En gij verbaast u, dat men u antwoordt met misdaad en verdorvenheid!

Veroordeelt mijn cliënt, dat is uw recht! Maar ik beschuldig u, dat is mijn plicht."

Toen de advocaat ging zitten, daverde de zaal van de stormachtige toejuichingen. Doch de president maakte er weldra een einde aan. De juryleden zonderden zich ter beraadslaging af, en keerden terug met een bevestigend antwoord op alle vragen.

De zeventienjarige moordenaar werd ter dood veroordeeld.

»God zal recht doen over de rechters" riep de heer Saint-Appert uit, staande en met den vinger uitgestrekt naar het kruisbeeld.

Wij voegen hieraan niets toe, dan de mededeeling, dat helaas in Frankrijk en in België de Protestanten er ijverig aan hebben medegewerkt, om de scholen godsdienstloos te maken. Zij meenden, dat dit de macht van Rome zou breken. Nu in België de reactie gekomen is, zitten do ''^ ' - .^"d-r Christelijke scholen.

kracht toeschrijft, die alleen de Heilige Geest bezit. Doch dit daar gelaten, en ook de uitdrukking sde God van Golgotha" voor zijne rekening latende, verheugen wij er ons in, dat van Roomsche zijde zulk een welsprekend protest tegen de godsdienstlooze school werd ingediend. Mochten de Gereformeerden in Frankrijk er door wakker geschud worden.

WINCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1895

De Heraut | 4 Pagina's