GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Dr. Zahn over Doumerque's werk betreffende Calvijn.

Ook in Gereformeerde kringen in Duitschland heeft het verschijnen van Doumergue's werk over Calvijn zeer de aandacht getrokken. Dr. A. Zahn getuigt in de Ref. Kirchenzeitung, dat de arbeid van den hoogleeraar van Montouban een ware schat is voor het bestudeeren van Calvijn. Men kan zonder gevaar voor tegenspraak zeggen, dat het leven van niet één reformator zóó schoon beschreven is, als dat van Calvijn. Wat over Luther geschreven werd, is een groote rijkdom, maar iets zoo geacheveerd schoons heeft de Duitsche reformator niet gekregen. Voor hen die na drie eeuwen zich op de hoogte willen stellen van de nog thans merkbare werkingen van het Calvinisme, is het een groote vreugde, dat bij het eind der 19de eeuw zulk een werk tot stand kwam. In de voortreffelijke uitgave zijner werken, in deze levensbeschrijving krijgt de reformateur de waardeering die hij verdient.

Dr. Zahn wijst er ook op, dat Doumergue de vraag, wanneer men de bekeering van Calvijn moet stellen, afdoend beantwoord heeft. Bij Calvijn heeft een plotselinge ommekeer plaats gehad, maar daarna is hij van lieverlede voortgeschreden. Hij heeft een mysterieuzen stoot van God ontvangen en is daarna van klaarheid tot klaarheid voortgevaren.

Het blijkt dat de bekeering van Calvijn veel vroeger dan men gewoonlijk doet, moet gesteld worden. Uit de tweede verdediging van Calvijn tegen Joachim Westphal, den Hamburgschen Lutherschen predikant, die Calvijn over zijn avondmaalsleer aanviel, blijkt het, dat hij reeds vóór het gesprek te Marburg een tenuis sanae doctrinae gustus gehad, en Luther gelezen had. Calvijn had dus „eenigen smaak van de gezonde leer" gehad en was niet onbekend gebleven met de werken van Luther Door het lezen van de geschriften van Luther was Calvijn langen tijd afgehouden van het onderzoek van de geschriften van Oekolampadius en Zwingli. Hieruit blijkt, dat de bekeering van Calvijn ook langen tijd vóór het gesprek te Marburg moet gesteld worden.

Het is Dr. A. Zahn's kennelijk doel, den Duitschen Gereformeerden aan te raden om Calvijn's leven en werken beter dan tot hiertoe geschied is te bestudeeren. Het is toch niet te ontkennen, dat over het algemeen de Duitsche Gereformeerden tot hiertoe zich meer voedden met. de geestelijke nalatenschap van Zwingli, dan met die van Calvijn. In Duitschland is „Calvinisme" een verwijt, dat men van Luthersche zijde tot Gereformeerden richt. Toen de Gereformeerden in Duitschland in 1884 herdachten hoe vóór vier honderd jaren Zwingli geboren was, toonden zij zich zeer verwonderd dat er in Nederland in Gereformeerde kringen van dit gedachtenisfeest zoo weinig werk werd gemaakt. Mocht hetgeen Doumergue geleverd heeft, in Duitsche Gereformeerde kringen aanleiding geven om Calvijn's leven en leer meer te maken tot een onderwerp van studie!

En mocht het den hoogleeraar te Montauban gegund worden om zijn arbeid te voltooien! Tot hiertoe kregen we nog maar alleen eene beschrijving van de jeugd van Calvijn, De zwaarste taak, namelijk om eene beschrijving te geven van Calvijn als reformator, wacht hem nog.

Oostenrijk. Evangelische beweging in Stiermarken.

Een Duitsch blad bevat een schrijven over bovengenoemde beweging, waaraan wij het volgende ontleenen:

„Het is nu bijna twee jaren geleden dat in eene groote studentenvergadering te Weenen, de eerste maal de strijdkreet werd vernomen: „Los van Rome." „Los van Rome, " weerklonk het van de Boheemsche grenzen en op de bergen van Stiermarken. In Bohemen vond de beweging snellen ingang, en zoo ziet men daar de eene evangelische gemeente na de andere ontstaan. In Stiermarken gaat het langzamer, maar toch, het gaat. Wij hebben geen schitterende resultaten gelijk onlangs te Teplitz, waar 160 personen op één dag tot de Evangelische kerk overgingen, maar toch heeft men dikwerf de genoegdoening, te zien hoe nu eens die, dan weder gene breekt met eene kerk, die slechts steenen voor brood geeft, en vol begeerte naar het woord des levens grijpt, dat hem verkondigd wordt. Vele al te bedachtzame en al te voorzichtige geloofsbroeders wijzen er telkens op, dat de beweging geen toekomst heeft, dat zij in zand moet verloopen. Wij moesten veelmeer de blijde hoop koesteren, dat er een groote heerlijke ure Gods voor Oostenrijk is aangebroken voor het arme geplaagde volk, dat zoo zwaar lijdt onder de zegeningen van de alleen zaligmakende kerk en onder de verdrukkingen van feodalen adel. In plaats daarvan, zoeken zij hunne mistroostige overleggingen ook aan anderen mede te deelen, die zich van de beweging grooter dingen hadden voorgesteld.”

De schrijver is wel van meening dat de beweging „los van Rome" in een verkeerd vaarwater geraken kan, (wij zouden zeggen, nog nooit in het goede vaarwater geweest is) maar haar onderdrukken kan men niet, zegt hij, al roept men ook gendarmeu te hulp en al neemt de Overheid er ook maatregel op maatregel tegen.

Men is het eens, dat men zich moet losmaken van Rome. Maar waarheen te vluchten?

Daarover loopen de meeningen uiteen.

Velen droomen van een Germaansche volksreligie; als zonen van Wodan willen zij het afgeworpen juk niet ruilen voor een ander juk, dat wellicht even drukkend is. Zij willen geen God boven zich erkennen, die de menschen richt en straft, voor wiens almacht zij in het stof liggen; neen, als vrije mannen willen zij met Hem verkeeren als met een vaderlijken vriend.

De woorden „boete" en „bekeering" schijnen hun te hard. Van een gericht, dat bij het eind der tijden plaats zal hebben, willen zij niets weten. Velen zijn ook van meening, dat

het er weinig toe doet, of men de Luthersche of de Roomsche belijdenis aankleeft!

„Men durft het echter, zoo gaat hij voort, niet aan, om het oude Germaansche heidendom weder te herstellen, en daarom wil men, dat Evangelischen en Roomschen zich vereenigen in de oud Roomsche kerk, , welke kneedbaar is als was. Zij, die met het Germaansche ras dwepen, hebben een afkeer van de Joden. Die afkeer gaat zelfs zoo ver, dal men men het Oude Testament verwerpt!

„Deze ideeën zijn gelukkig in Stiermarken niet algemeen; de groote meerderheid wil iets anders als klinkende machtspreuken; zij wil waarheid en leven, een leven dat niet sterft, wanneer de aardsche tabernakel gebroken wordt.

„In dezen nood gaat men de historie opnieuw onderzoeken, waardoor men leert, dat eenmaal in het schoone groene Stiermarken, de Luthersche leer heeft geheerscht. Maar het land werd weder Roomsch gemaakt. Slechts vier gemeenten hielden hare Luthersche belijdenis vast, n.l. Gröbming, Schladming, Ramsau en AVald. Er wonen daar nog intelligente boeren, die, wat begrip van geestelijke dingen betreft, veelal boven hunne Roomsche buren uitsteken. De I, uthersche dorpen herkent men aanstonds door de daarin heerschende netheid en reinheid. Dit brengt het veel belasterde Luthersche geloof mede. Later ontstonden de stadsgemeenten Graz en Warburg. Het arbeidsveld van de predikanten is dikwerf ongehoord groot. Welk een voortgang heeft het Evangelie in Stiermarken in het vervlogen jaar gemaakt! In midden-Stiermarken werden door middel van den arbeid van den predikant Eckard van Grag, drie evangelische vicariaten opgericht. Het komt voor dat iemand, om een evangelische preek te hooren, 4I/2 uur loopt, of liever klimt.”

Wat hiervan worden zal, laten we in het midden. Van een reformatorischen geest, uit drang der ziel naar verlossing geboren, vernamen we nog niet veel.

Italië, Het openen van de heilige poort.

Den 24en December van het jaar 1499 doorleefde de stad Rome een merkwaardigen dag. Onder het luiden van alle klokken, onder het donderen der kanonnen op den Engelenberg, onder het roffelen van trommen en het geluid van de pijpers, verscheen een pauselijke feeststoet, die, van de koningstrap van den pause lijken burcht nederdalend, zich begaf naar het met menschen gevulde plein van Sint Pieter, waar tribunes voor vorstelijke personen en andere gasten waren opgeslagen. Het middelpunt van den optocht werd gevormd door Roderigo Borgia of paus Alexander VI. In het voorportaal van de Sint Pieterskerk ontsloot de paus „de heilige deur" en daarmede plechtig het jubeljaar of „het heilige jaar" der Roomsche kerk. Alexander VI stelde het ceremonieel vast, dat voortaan bij het wisselen van de eeuw zou worden gevolgd. De tegenwoordige paus heeft zich aan de voorschriften van zijn beruchten voorganger strikt gehouden. Alleen ontbrak de feestelijke optocht op het plein van de St. Pieterskerk, en ook het gedonder van de kanonnen op den Engelenberg.

De symbolische handeling van het openen der deur wordt aldus uitgelegd; De muur beteekent de zonde, welke God en den mensch scheidt, de gouden hamer in de handen van den paus duidt de macht des pausen aan om den genadeweg te openen, de hamerslagen beteekenen vermaningen tot boete en bekeering. Terwijl de klokken van Rome luidden, terwijl een zangkoor in de St. Pieterskerk het „Kom Heilige Geest" aanhief, deed Leo XIII juist hetzelfde wat voor 400 jaar zijn voorganger deed. Hetzelfde werd door 4 kardinalen in een viertal kerken gedaan die sedert Alexander VI een heilige deur gekregen hebben.

Wanneer in voorgaande eeuwen de vermelde ceremoniën plaats hadden, waren daarbij steeds Roomsche vorsten tegenwoordig. Ditmaal ontbraken zij. Men zegt, dat aan koningin Margherita van wege den paus was te kennen gegeven, dat zij alleen, als zij bij het openen van de heilige deur in de St. Paul's kerk wilde tegenwoordig zijn, met koninklijke eer zou ontvangen worden.

De kerk, naar den apostel Paulus genoemd, is buiten Rome gelegen. Leo XIII gaf daardoor te kennen, dat hij het gezag van den koning van Italië over de stad Rome niet wilde erkennen. Maar de St.-Paul's kerk ligt binnen het gebied van den Kerkdijken Staat. Het recht op dien staat geeft het hoofd der Roomsche kerk toch niet prijs?

Bij de ceremonie in de prachtige St.-Pieterskerk v/as toch eene vorstin tegenwoordig, en wel eene Luthersche, n.l. de kroonprinses van Zweden en Noorwegen! Zeker is het, dat deze prinses niet het voorbeeld van Zweden's koning Gustaaf Adolf heeft voor oogen gehad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 februari 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 februari 1900

De Heraut | 4 Pagina's