GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Een Engelsch blad over den Zuia Afrikaanschen oorlog.

Men begint in Engeland ook in kerkelijke kringen eindelijk eenigermate in te zien, in welk een afgrond de politiek van een Chamberlain het land dreigt te laten verzinken. De Examiner, het orgaan der congregationalisten en andere vrije kerken, schreef het volgende:

De oorlog die gedaan heet te zijn.

Met het oog op de gebeurtenissen der laatste dagen, - zou het wel zoo goed geweest zijn, indien Lord Roberts en anderen niet zoo stellig gesproken hadden van het einde van den oorlog. De tegenslag te Magaliesberg, en het jongste gevecht met de Wet hebben ons te veel gekost om aangenaam te zijn, en toonen duidelijk genoeg, dat het einde van den oorlog er nog niet is. Zoo lang als tamelijk groote kommando's in het veld blijven, én kennelijk in staat zijn om zich proviand te verschaffen, zullen we waarschijnlijk van zulke voorvallen blijven hooren, en moeten wij er ons op voorbereiden om ze eiken dag te zien gebeuren. De Britsche belastingbetaler is een persoon die veel kan lijden, en is zonder twijfel niet van plan deze zaak reeds te doorzien. Maar hij begint toch al te vragen, of alle mogelijke middelen in het werk gesteld zijn om den oorlog ten einde te brengen. De publicatie van Lord Robert's proclamatie heeft het onbehagelijk gevoel gewekt, dat de autoriteiten in Zuid-Afrika niet hebben geweten wat zij wilden, en geen vaste gedragslijn hebben gevolgd. En het is nu jui§t tijd dat het land wordt verzekerd, dat bepaalde stappen worden gedaan om den boeren, die in het veld zijn, de voorwaarden bekend te maken die wij willen aannemen om een einde te maken aan de vijandelijkheden.

De belofte van den heer Chamberlain in deze moet letterlijk worden uitgevoerd, of zelfs de vrienden der regeering zullen noodig hebben te weten, waarom dit niet geschiedt. Het voortzetten van den ojrlog is in der daad een groote ramp. Behalve dat daardoor de belasting enorm zal worden verhoogd, maakt de oorlog het werk der vestiging oneindig veel moeilijker. Wanneer men zegt, dat dit alles onvoorziens was, is dit alleen een belijdenis van onbekwaamheid aan de zijde van heo, die de verantwoordelijkheid dragen; en het is tijd dat een uiterste poging wordt gedaan om een einde te maken aan een staat van zaken, welke, op den langen weg, voor ons veel kostb, aarder zal zijn, dan voor den vijand."

Wij hadden liever een anderen toon yan de Examiner, vooriil omdat het een kerkelijk orgjian is, yernomen. Er schijnt nog geen besef ontwaakt te zijn, dat Engeland zich als volk voortdurend bezondigt door het voortzetten van den onrechtvaardigen oorlog. Maar toch is het verblijdend, dat m zoqver de verblinding van het Engelsche volk gaat wijken, dat het niet meer rneent, dat zijne hulpbronnen onuitputtelijk zijn. Qok schijnt men in Engeland maar niet uit het hoofd te kunnen zetten, dat de Engelschen zich in de Zuid-Afrikaansche republieken zullen vestigen. Wij houden het er voor, dat de Brit die gedachte zal moeten laten varen. Wij gelooven dat de Heere werkt. Mocht Engeland het inzien, dat het zijn eigen ondergang bewerkt, doordat het op den weg der ongerechtigheid zijne leidslieden volgt'

Duitschland. Een, onbevangen oordeel over de daad van den Duitschen keizer.

Dat men in de kerkelijke wereld van Duitschland beseft, wat de weigering van den Keizer om den grijzen president der Zuid-Afrikaansche republiek te ontvangen, beteekent, blijkt uit het volgende citaat uit de Allgem. Év. Luth. Kirchenzeitimg. Dit blad schrijft: „De gevolgen van deze onverwachte afwijzing zijn nog niet in hun ganschen omvang te overzien. Wanneer de tegenstand van de Boeren onder den indruk van de ondervonden teleurstelling eenigermate ging verlammen, zoodat Engeland het doel van zijn roofzucht bereikte, zoo zou de geheele wereld, met uitzondering van gngefend, Duitschland daarvoor verantwoordelijk stellen en zich door niets van deze opvatting laten afbrengen. Hoe zwaar dit op onze geheele toekomst zou drukken, ligt voor de hand. Het telegram van I Januari 1896 zou aldus in een wereldhistorisch licht schijnen en voor alle tijden als een vlammen-teeken voor ons staan. Maar zelfs wanneer het, gelijk wij hopen, niet tot dit uiterste komt, dan is Duitschland in de achting van de buitenwereld niet gerezen; en dit weegt bij de tegenwoordige verhoudingen, daar alleen het vast en beslist optreden imponeert, zeer zwaarHet is wel erg, dat een kerk, ''ie getrouw bleef aan de Luthersche belijc|enis en daarom vervolgd werd, niet den naam, van »5; vangeIisch-Luthersch« dragen mag Reeds nu blijkt uit de Europeesche pers, dat ons aanzien niet meer hetzelfde is, als het was toen de nieuwe Rijkskanselier zijn ambt aanvaardde. Men moet toestemmen dat hij zekere handigheid bezit; maar aan zijn vastheid en zelfstandigheid begint men reeds te twijfelen, en wij moeten h: t ons weder eens laten verwijten dat wij in den grond der zaak slechts voor de belangen van Engeland opkwamen. Gelijk altijd in dergelijke gevallen, wordt over het hoofd gezien, dat wij in onze politiek ten opzichte van de Zuid-Afrikaansche zaken niet alleen staan. Onze gedragslijn is alleen wat den vorm aangaat van die van Frankrijk onderscheiden, terwijl Oostenrijk en Italië ons op onze wegen volgen, Rusland's houding vooreerst nog onzeker schijnt en zelfs Holland voorzichtiger optreedt dan men tot hiertoe had verwacht. De nimbus der Britsche wereldmacht heeit zijne beteekenis nog steeds niet verloren - de overmacht van zijne strijdkrachten ter zee vreest men overal".

Het valt ons zeer mede, dat men in het Luthersche orgaan zoo flink den Keizer durft zeggen, welk eene zedelijke schade hij aan zijn rijk gedaan heeft, door te weigeren den grijzen president van de Z.-Afrikaansche Republiek ook maar te ontvangen.

Frankrijk. Eene officieele synode begeerd.

Gelijk bekend is, weigert de Fransche regee ring sedert bet jaar 1872 om aan de Fransche Gereformeerde staatskerk eene officieele generale synode toe te staan. De modernen of liberalen, die vreesden, dat eene officieele synode hen naakt aan den dijk zou zetten, hebben steeds het bijeenkomen van eene officieele synode weten te beletten, Daarop is voornamelijk door den arbeid van den hoogleeraar Pédézert eene officieuse synodale organisatie tot stand gekomen, welke ten doel had om de orthodoxen of evangelischen te vereenigen. Ook de liberalen organiseerden zich in de „delegation liberale". Van lieverlede werd echter de tegenstelling tusschen liberaal en evangelisch zwakker, voornamelijk door den invloed van de Duitsche Vermittelungs-theologie. De school van Gauszen en Merle d' Aubigné stierf uit, en daardoor werd de kracht van een soort „midden-partij" onder de evangelischen steeds sterker. Daardoor werd het mogelijk, dat ook onder de evangelischen eene beweging ontstond, om in gemeenschap met de liberalen aan de Fransche regeering eene officieele synode te vragen. Deze beweging heeft tengevolge gehad, dat de meerderheid van consistoriën aan de regeering is gaan vragen om eene officieele synode te mogen hebben. Wanneer deze wensch verkregen wordt (en wat staat daartoe in den weg? ) dan is het gedaan met de officieuse synodale organisatie. Dan heeft men gebroken met het vrijwilligheidssysteem en is het ideaal: „de kerk vrij van staatsbanden", losgelaten.

En dit alles om tegenover de uitwendige eenheid der Roomsche kerk eene Protestantsche kerk te kunnen stellen, die ook uitwendig één is. Natuurlijk moet dan de officieele synode de bestrijders van het Evangelie ongemoeid laten. Alleen administratieve zaken mogen daarop behandeld worden. Wanneer quaestiën, de leer betreffende, daar aan de orde konden gesteld worden, zouden de liberalen in het gedrang komen.

Het is wel treurig, dat de orthodoxie in Frankrijk aldus verloopt. Van de beweging van sommige Roomsche priesters die tot het Protestantisme zijn overgegaan of willen overgaan, vernamen wij in den laatsten tijd weinig. Het comité van rOaivre des Prêtres heeft den heer Corneloup, gewezen Roomsch priester, tot directeur benoemd in plaats van den heer Bertrand, die door zijn gezondheidstoestand niet meer tot zijn werk in staat was. Enkele gevallen van priesters, die de Roomsche kerk wenschen te verlaten en tot het protestantisme wilden overgaan, zijn in den laatsten jaren wel voorgekomen; doch het is ons tot hiertoe niet gebleken dat zij veel van den geest van het Protestantisme of van de Gereformeerde leer hebben gevat. In den regel blijkt het, dat deze heeren het wel wat drukkend vinden om hun geheele leven lang onder het gezag van hun bisschop te staan, of dat zij alleen een tegenzin gekregen hebben in de belijdenis der Roomsche kerk, zonder dat de behoefte aan een zuiverder belijdenis bij hen openbaar werd. De Roomsche kerk verliest in zulke dienaars niet veel, en men kan ze ook voor het Protestantisme geen aanwinst noemen. Het spreekt wel van zelf, dat hierop uitzonderingen gevonden worden. We kunnen toch niet denken dat de hoogleeraar Doumergue van Montauban een voorrede zou geschreven Jhebben voor een werk van den gewezen priester Félix Meillon, getiteld; L^ Ancien Pr eire et Ie Alinistire E: iiaTig^lifU: e indien dit niet éen degelijk en aanbevelenswaardig geschrift ware.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 januari 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 januari 1901

De Heraut | 4 Pagina's