INGEZONDEN STUKKEN.

{Buitenverantwoordelijkheid van de Redactie)

Geërde Redactie.

In uw nummer van 6 Januari komt de volgende zinsnede voor; „Een openbaring is de mededeeling, ons van Godszijde toekomende van eene ons onbekende waarheid, en zoo genomen is er voor de Roomschen wel, maar voor ons, Protestanten, na de voltooiing der H. Schriftuur geen openbaring meer.”

Mag ik u opmerken, dat deze bewering, voorzoover zij de Roomschen betreft, onjuist is ? Ook volgens de Roomschen is de openbaring L met het tijdvak der apostelen geëindigd. De Kerk heeft alleen het ambt, de eenmaal geopenbaarde waarheid te onderwijzen. Zij wordt hierin bijgestaan en geleid door de voorlichting des H. Geestes, zoodat zij met onfeilbare ze­ W kerheid den juisten zin der openbaring kan onderwijzen, er de juiste conclusiën uit kan trekken enz. Maar geen nieuwe geloofswaar heden worden haar meer geopenbaard.

Vast vertrouwend, dat u deze rectificatie in het eerstvolgende nummer van De Heraut zult opnemen, dank ik u reeds bij voorbaat voorde verleende plaatsruimte, en noem mij met ware hoogachting, geëerde Redactie,

Uw dr. TH. BENSDORP, Cong. SS. Red.

Anist., 9 Januari 1901.

[Gelijk bekend is, leidt de Roomsche kerk ok die eerst later kerkelijk door haar vastestelde leerstukken, waarvoor de H. Schrifuur geen bron is, uit de overlevering af, n sluit het tijdperk van oorsprong voor eze overlevering met den dood der aposelen. Overlevering van lateren oorsprong is aar geen traditie de fide, geen traditio divina n eigenlijken zin. Reeds dit is iets anders dan et afsluiten van de Openbaring met de Heilige chriftuur. Er zijn apostelen, die ook na de oleinding der Schriftuur geleefd hebben. Er an dus traditie zijn van lateren oorsprong. och was het niet hierop, dat we doelden. Wij, ie de traditie niet tot de goddelijke openbaingsmiddelen rekenen, kunnen in wat als waareid te gelooven wordt voorgesteld, vo«rzoover et niet op de Heilige Schrift steunt, niet anders ien dan later opgekomen overtuigingen, al is et ook, dat zij met behulp der traditie geantiateerd zijn. We verwijzen, bij manier van oorbeeld, nu slechts naar het leerstuk van de nbevlekte Ontvangenis van de Moeder des eeren. Dit leerstuk is thans kerkelijk geijkt. och is de stof voor dit leerstuk niet in de eilige Schriftuur geopenbaard. En waar is ier eene tot de apostelen zelven opklimmende, ritisch gewaarborgde traditie? RED.]

Verdere ingezonden stukken, voor zooer kan, een volgende week. Thans was r geen plaats meer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen