GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk, F. Brunetière over Calvijn. Steeds meer wordt de persoonlijkheid van den grooten hervormer, Johannes Calvijn, het onderwerp van studie voor mannen van beteekenis. Het publiek schijnt ook in die studiën belang te stellen, waarvan het gevolg is, dat de Calvijnliteratuur steeds omvangrijker wordt. Hiervan getuigt ook het Musée historique de Calvin te Geneve, met zijn rijke verzameling, dat onder leiding en bescherming staat van een speciale commissie, die in 1905 te Geneve een congres wil saamroepen, van alle schrijvers over de historie der reformatie.

Het is ook een teeken des tijds, dat de gevierde academicien, conferencier en hoofdredacteur van het eerste tijdschrift der wereld, de Revue des Deux Mondes, F. Brunetière, in Geneve eene voorlezing over Calvijn gehouden heeft. Nu is het onzen lezers bekend, dat Brunetière sinds eenigen tijd ijverig Roomsch is, hetgeen hem niet belet, om de herroeping aan het edict van Nantes door Lodewijk XIV, af te keuren, even als hij het in de tegenwoordige regeering wraakt, dat zij vele Roomsche congregatiën genoodzaakt heeft om Frankrijk te verlaten. Het is opmerkelijk dat een Roomsche als Brunetière er toe kwam, om Calvijn niet alleen als een onderwerp van studie te behandelen, maar dat hij toont een oog te hebben voor den machtigen invloed, dien hij uitoefende. In zijn conférence schetste Brunetière Calvijn in zijn optreden als letterkun< Jige, als Godgeleerde, terwijl hij ten slotte de staatkundige beteekenis van den reformator beschreef. Als het essentiëele van Calvijn's optreden werd genoemd: de vernieuwing der Godsdienstbeschouwing, een herleving als sinds de apostolische tijden niet was gekend. Doch, altijd volgens het oordeel van Brunetière, werd deze herleving geleid op verkeerde hanen; want de Godsdienst, die vroeger heel den mensch vervulde, richt zich bij Calvijn tot het verstand alléén; hij laat het hart koud en spreekt niet tot de verbeelding. Calvijn heeft op den godsdienst het stempel van het intelect, van zekere aristocratie van den geest gerukt, en daardoor onwillekeurig de armen van eest vervreemd. Geen schamel gekleede vrouw indt een plaats op de kerkbanken der echte alvinisten. Op de Roomsche kerk heeft Calijn's invloed, volgens Brunetière, gunstig gewerkt. en heeft het geloof meer in overeenstemming ebracht met de rede, men ging inzien, dat de rediking van grooter belang is dan het cereonieel, en daardoor is de godsdienst ernstiger n heiliger gekweekt.

Wij denken dat de heer Brunetière alleen de ereformeerde kerk uit Frankrijk en Zwitserand kent. Wanneer hij een blik gesla; ; en had n ons volksleven, zou hij niet gezegd hebben, at geen schamel gekleede vrouw een plaats indt op de kerkbanken der echte Calvinisten. n Nederland wordt de plaats, waar de echte ­ ­ , t r e e , Calvinisten vergaderen, dikwijls nog met den naam van „klompenkerk" betiteld. In vele gemeenten zijn echter de menschen, die aanvankelijk op klompen gingen, later tot welstand gekomen, terwijl nu hunne kinderen en kindskinderen behooren tot de gezeten burgers. Juist de kleine luyden, en onder henjhet meest de armen, gevoelden zich getrokken tot de Gereformeerde kerken, waar zij zich naar Gods Woord openbaarden. Onder de rijken en edelen en machtigen der aarde, waren er niet velen, die zich op de kerkbanken der echte Calvinisten tehuis gevoelden.

Het spreekt haast van zelf, dat de voordracht van Brunetière niet onbesproken bleef. In brochures en dagbladartikelen is men tegen den conferencier opgekomen. Daarop heeft men geantwoord dat hij zijn studie over Calvijn in het licht zou geven en dat hij bij zijn werk dan ook rekening houden wilde met de critiek, die men op zijn voordracht geleverd had. In elk geval wordt daardoor de Calvijnlitteratuur weer met een boekdeel verrijkt. Reeds bezitten wij van de hand van F. Brunetière een opstel over de letterkundige beteekenis van Calvijn, dat in 1900 in dt Revue des Deux Mondes werd opgenomen; we hebben nu te verwachten dat hij ook over Calvijn's beteekenis voor Kerk en Staat zal gaan schrijven.

Dat de litteratuur over Calvijn steeds grootere afmetingen aanneemt, blijkt wel uit het feit, dat in de Bibliogrdphia Calviniana van Dr. Alfred Erichson, hoogleeraar te Straatburg, die in 1900 verscheen, reeds 915 werken die over Calvijn handelen, genoemd worden. Na 1900 zijn nog onderscheidene andere werken over hetzelfde onderwerp verschenen, zoodat men veilig kon zeggen, dat weldra de catalogus van boeken over Calvijn duizend nummers zal bevatten. Wij houden er ons echter van overtuigd dat Doumergue's werk over Calvijn, waarvan het eerste deel over de jeugd van den reformator verscheen, nog lang het stan­ ­ daardwerk zal blijven. Mocht het den hoogleeraar van Montauban gegund worden zijn werk te voltooien!

De graven van de propheten worden in dezen tijd wel gebouwd, nu men meer dan ooit een zeker behagen schept in historische onderzoekingen. Mocht men, niet het minst in Frankrijk, ook naar de woorden van de mannen Gods, wiens nagedachtenis men eert, gaan handelen!

N.-Amerika. Uit „de Wachter”.

Wij verheugen er in, dat ons gevoelen, dat de Reformed Church in America, niet gerechtigd was om, als zij voor eene Gereformeerde kerk wilde gehouden worden, de „Verwerping der dwalingen" uit de confessie der kerk weg te laten, ook in Amerika gedeeld wordt. Wij lazen een artikel in de Wachter, waarin Dr. G. D. de Jong glashelder betoogt, dat, wanneer prof. Dosker die vrijlating wil rechtvaardigen met de redeneering: „De Synode in Amerika in 1790 gehouden, besloot weg te laten, wat beslist op Nederland betrekking heeft, het opschrift van het weggelaten deel der leerregels zegt: verwerping van de dwalingen, waaronder de Nederlandsche kerken eerf tijdlang beroerd zijn geworden; dus was de synode van 1790 gerechtigd, de verwerping der dwalingen weg te laten, " — deze weglating daardoor volstrekt t nog niet gerechtvaardigd was. Was het een beginsel dat alles zou worden weggelaten wat op Nederland betrekking had, dan had de synode heel de vijf artikelen tegen de Remon­ , stranten moeten weglaten. „De vijf Artikelen , tegen de Remonstranten of oordeel der Nationale Synode der Gereformeerde kerken van de vereenigde Nederlanden, gehouden binnen Dordrecht in den j are 1618 en 1619 over de bekende Vijf l Hoofdstukken der leer, waarover in de Gereformeerde kerken dezer Vereenigde Nederlanden verschil gevallen is.”

Wanneer prof. Dosker, on» zijn gevoelen nader aan te dringen, beweert, dat hij afkeerigis van apologie (verdediging der leer) en van polemiek (bestrijding der dwaalleer) in de Belijdenisschriften, en daarom van gevoelen is, dat de bijvoeging van de verwerping der dwaUngen geenerlei versterking, maar eene verzwakking van de Dordsche canones moet genoemd worden, — dan stelt Dr. de Jong daartegenover, dat het eerste, steUige deel der Vijf artikelen wil beschouwd worden als apologie. Al is dit, dunkt ons, te boud gesproken, toch kan het niet ontkend worden, dat ook de Heidelberger catechismus en de Nederlandsche Geloofsbelijdenis veel polemiek of bestrijding van de dwaling be-, vatten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1902

De Heraut | 4 Pagina's