Buitenland.

Duitschland. Een tweede zaak Fischer.

Na de zaak Fischer is nu de „Fall Gramberg" aan de orde gekomen. De bijna 70 jarige predikant Gramberg te Abbehausen, in Oldenburg, heeft, over de zaak van Dr. Fischer handelend, in een couranten artikel gezegd, dat ook hij sommige stukken van de overgeleverde kerkleer, als de Godheid van Christus, de geboorte uit de Maagd Maria, de Zoendood en de lichamelijke opstanding niet belijdt. Het opzien dat dit artikel gewekt heeft is groot. De bladen in Oldenburg bevatten alle lange artikelen voor en tegen Gramberg.

In de stad Oldenburg is men voornemens een petitie aan den Oldenburger Oberkirchenrat te zenden, waarin gevraagd wordt of de Kerkorde van de Evangelische Landskerk van het Groothertogdom Oldenburg nog bestaat, of de Oberkirchenrat van plan is maatregelen te nemen, enz. Deze petitie zal zeker door velen onderteekend worden. Wat het gevolg daarvan zijn zal, is niet te zeggen; zeker is het, dat de grijze predikant er niet aan denkt zijn ambt neer te leggen.

Noord-Amerika, Uit de Algemeene Synode der Reformed Church.

Trots het in druk verschenen betoog van den hoogleeraar Dr. Steffens, dat krachtig aandrong op het onveranderd laten der liturgie, heeft de Generale Synode der Reformed Church besloten, aan de classes een voorstel te doen om te formulieren te verkorten.

De zaak werd breedvoerig besproken, waarbij door velen de begeerte werd uitgedrukt, dat de commissie, benoemd om veranderingen in de liturgie voor te bereiden, zou worden gecontinueerd om door breeder advies van classes en kerk'èraden gediend te worden, voor en aleer het voorstel dier commissie naar de Classes gezonden werd.

Dit voorstel werd met 90 tegen 80 stemmen verworpen. Daarna werd de voorgestelde ge wijzigde Liturgie, zooals die door de commissie in hare laatste zitting nog was gewijzigd, met ongeveer dezelfde meerderheid aan de Classen voorgelegd.

Laat ons hopen, dat de Classen het voorstel zullen verwerpen. Immers behalve dat formeel het bezwaar geldt, dat het niet raadzaam is dat eene Gereformeerde kerk de formulieren van doop, avondmaal enz. verandert, zonder advies der andere Gereformeerde kerken, zoo geldt ook het materieele bezwaar, dat de verkorting van bedoelde formulieren niet anders beduidt dan de verzwakking van die schoone stukken.

Het doet ons leed, dat onze broederen inde nieuwe wereld dit niet hebben ingezien. Ook dat zij niet begrijpen, dat als zij streven om met de Christelijke Gereformeerde kerk vereenigd te leven, in de eerste plaats de eisch moet gesteld worden, dat men ook in den eeredienst dezelide „forme" onderhoudt.

Ook wat de leer betreft, zijn wij omtrent' de Reformed Church niet zonder zorg. Wij vonden in het nummer van 21 Juni van Be Hope de volgende uiting: „De geest, dien het N. Testament ons overal zoekt in te prenten, vangt aan met te zeggen: „Want wij kennen ten deele, en wij profeteeren ten deele, " en eindigt met dat onuitputtelijke Schriftwoord: „O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijne oordeelen, en onnaspeurlijk zijne wegen: want wie heeft den zin des Heeren gekend; of wie is Zijn Raadsman geweest? "

Dien geest bezittende, gaan wij van het standpunt uit, dat de Waarheid zoo uitgebreid en zoo grenzenloos, zoo diep en zoo hoog is, dat geen bloot mensch ooit meer dan hier en daar eenige brokstukken ervan in zich heeft kunnen opnemen of aan anderen mededeelen.

Wanneer die geest ons beheerscht, danken wij God voor de groote lichten, die in de verschillende tijdvakken der geschiedenis aan den> kerkhemel hebben geschenen; wij danken Hem voor mannen als Luther en Knox, Calvijn en Wesley, Spurgeon en Moody, maar wij zweren bij geen van die allen.

Wij hebben dan erkentenis voor de vermaning, die zelfs de Paulus-partij te Corinthe niet toelaten kon zich op dien voornaamsten der Apostelen te beroemen, en wij onderwerpen ons aan het van den H. Geest ingegeven woord:

„Niemand dan roeme op menschen!”

Met dien geest ons beheerschende kunnen wij onmogelijk ongevoehg zijn voor de zuivere waarheid, of onverschillig ten aanzien van hetgeen daarvan afwijkt, maar in ootmoed en nederigheid belijden wij dan te gelooven in een heilige, algemeene Christelijke Kerk, en in de gemeenschap der heiligen, ons overtuigd houdende, dat geen menschelijke formuleering de waarheid volkomen zuiver weergeven kan, en dat er nauwelijks een dwaling kan worden genoemd, die niet ook nog een greintje, meer of minder, van Goddelijke waarheid bevat. Met dien geest in ons hart hebben wij aan hen, die de Waarheid belijden en prediken, maar ééne hoofdvraag: „Gelooft gij ter zaligheid in den Heere Jezus Christus, en onderwerpt gij uw hart en uw leven aan Hem als uw Heer en uw Koning ? "

En met die vraag bedoelen wij niet onze opvatting van den Christus, maar de getuigenis die ons de Schrift van Hem geeft.

De geest, die het ons tot eisch stelt, dat wij de waarheid zullen bezien van het standpunt van dezen of genen onzer medestervelingen, en er niets meer of minder van zullen aannemen en gelooven dan hij er van heeft geloofd of geleerd, is niet de geest van eenheid, maar van verdeeldheid. Zoodanig een geest is beide on-Christelijk en anti-Christelijk, omdat hij een geest is van hoogmoed en van zeliverhefhng, die ten eenenmale met het ware Christendom in strijd zijn.

Wie zich door zulk een geest laat beheerschen verkleint en verlaagt de Waarheid, in plaats van haar te huldigen en haar in eere te houden. En hij doet afbreuk aan de Christelijke Kerk, omdat hij, wel verre van aan hare eenheid bevorderlijk te zijn, die eenheid schendt en verbreekt.

Wanneer zal het worden ingezien, dat de eenheid der Keik mede tot de „leerstukken" behoort, en dat men niet zuiver is in de leer, zoo men door woord of daad die eenheid tegenwerkt of helpt terughouden? "

Dit stuk, hoe aanlokkelijk voor onkundigen, is met der daad eene loochening van de leiding des Heiligen Geestes in de kerk des Heeren. De toestanden die in N. Amerika op kerkelijk gebied gezien worden, moesten de belijders des Heeren veelmeer dringen om elkaar toe te roepen: „Houdt wat gij hebt, opdat niemand u de kroon roove.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen