GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. De Gereformeerden, welke zich aan de wet op scheiding van kerk en staat onderworpen hebben, doordat zij „associations cultuelles vormden, zijn daardoor niet alleen moreel, maar ook finantieel in slechter conditie geraakt dan de Roomsche kerk. Immers heeft de Fransche regeering, door den nood gedrongen, al de kerken, die volgens de wet het eigendom van den staat, der departementen en der gemeenten zijn, aan de Roomsche geestelijken kosteloos tef beschikking gesteld. De Protestanten daarentegen die het gebruik hunner kerken door middel van de associations cultuelles verkregen, moeten daarvoor zoowel voor als na hooge belastingen betalen.

Zwitserland. In de kantons Waadtland en NeucbS, tel hebben de onkerkelijke elementen weten door te drijven, dat kerk en staat zouden gescheiden worden. Doch zij hebben daarbij een gevoelige nederlaag, geleden. Datgene wat in Frankrijk gemakkelijk tot stand kwam, kon men in Zwitserland nog niet klaar krijgen. Maar de vrijdenkers hebben daarmede de wapenen nog niet nedergelegd. Daarom zijn zij aan den arbeid getogen, om aan het kerkelijk leven in zoover deel te gaan nemen, door namelijk bij kerkelijke verkiezingen van hun stemrecht gebruik te maken, met het doel zulke elementen in de kerkeraden te brengen, waardoor de kerk niet kan bestuurd worden. Als men weet dat in deze kantons de stemgerechtigdheid niet afhankelijk gesteld is van belijdenis des geloofs, dan beseft men, dat socialisten en vrijdenkers heel wat kwaad over de kerk kunnen brengen, wanneer zij van hun stemrecht feitelijk gaan gebruik maken.

Om dit gevaar te keeren, stelde de predikant Leroy voor, een speciaal kerkelijke belasting in te voeren, waarvan zij die de kerk den rug hadden toegekeerd, vrijgesteld kunnen worden. Zij die dan hunne kerkelijke belasting niet wilden betalen, zouden dan ook hun stemrecht verliezen. Ook wil dezelfde predikant aan de vrouwen stemrecht verleenen, omdat, deze over het algemeen nog wel kerkelijk gezind zijn, terwijl de mannen tegenover de kerk of onverschilligheid of vijandschap openbaren.

In de Gazette de Lausanne stelt de hoogleeraar L. Emery hetzelfde voor. Men schijnt echter niet in te zien, dat beide middelen om de heerschappij van het ongeloof over de kerk te keer te gaan, niet schriftuurlijk zijn. Al mogen ook sommigen meenen, dat de vrouwen wel behooren mede te spreken, in de zaken de gemeente betrefifende, niemand zal toch kunnen staande houden, dat het heffen van eene kerkelijke belasting, door middel van de Over heid, ten bate van de Kerk, op schriftuurlijke gronden rust.

Wij houden het er dan ook voor, dat in Zwitserland de staatskerken alleen in beteren staat van tegenweer tegenover de revolutionaire elementen zullen komen, wanneer men het zóó ver brengen kon, dat een beginsel van kerkelijke tucht werd in toepassing gebracht.

Noord-Amerika. De Wachter contra Dr. Bavinck.

Wij lezen in de Wachter het volgende:

Dankbaar maar niet voldaan. In Hollandia heeft Prof. Dr. H. Bavinck van de Vrije Uni versiteit van Amsterdam, Ned., een artikel geplaatst naar aanleiding van het Halve Eeuwfeest onzer kerk. Elders in dit no. opgenomen.

Voor het alleszins hartelijk en waardeerend woord van Dr. Bavinck zijn we dankbaar. Als Dr, Bavinck betuigt, dat hij „van harte deelt in onze vreugde en ons zijne oprechte gelukwenschen aanbiedt", is dit niet een welvoegelijkheidsuitdrukking, maar de uitspraak van het hart, waarin toegenegenheid woont.

Toch — en dit doet ons leed — toch zijn we niet voldaan. En dat wel over de wijze, waarop Dr. Bavinck zich uitlaat over de geschiedenis, die tot terugkeer tot het standpunt van 1849 leidde, en den naam, dien hij aaii haar geeft. Na gesproken te hebben over de „Schei ding in 1834" en wat aanleiding gaf tot de emigratie uit Nederland, zegt Dr. B. van de eerste nederzetters in '47:

„Kerkelijk waren al deze mannen en vrouwen uit de Scheiding in Nederland afkomstig. Maar in Amerika voegden zij zich, na voor zichtige en ernstige onderhandelingen, bij de Dutch Reformed Church, die al van het begin der zeventiende eeuw in Amerika bestond. Op de Algemeene Synode te Poughkeepsie 5 Juni 1850 kreeg deze vereeniging haar beslag.

Maar langzamerhand bleek het, dat deze vereeniging niet naar aller genoegen was. Onder de kolonisten zelve was groot verschil van gevoelen in onderscheidene zaken. Verwonderen kan dit niet wanneer men bedenkt, dat zij uit verschillende streken van Nederland kwamen en hier door verschillende predikanten waren onderWezen en geleid. Er waren Groningers en Friezen, Hollanders en Zeeuwen onder; sommigen behoorden hier te lands tot de richting van Brummelkamp, anderen tot die van Van Velzen, nog anderen tot die van Ledeboerenz. En dezen kwamen in Amerika bij elkaar en moesten met elkaar leven in denzelfden kerkeraad. Het was goed te begrijpen, dat zij het met elkander dikwerf niet al te best vinden konden.

Zoo kwam het allereerst in Grand Rapids tot scheuring; en toen zij daar eenmaal had plaats gegrepen, breidde zij zich spoedig tot andere gemeenten in Michigan en elders uit, en gaf zij aan de „Christelijke Gereformeerde Kerk in Noord Amerika" het aanzijn, die thans haar vijftigjarig bestaan herdenken mag.

Oirer het recht dier scheuring onthouden wij ons thans van een oordeel. Genoeg is het, dat de Chr. Geref. Kerk in Amerika in de vijftig jaren van haar bestaan rijkelijk door den Heere gezegend is. Zij telt duizenden van leden, tientallen van gemeenten, een bloeiende 'Theol. School met een College te Grand Rapids, en wint voortdurend aan invloed en beteekenis."

Met het oog op bovenstaande moeten we zeggen: niet voldaan. Wij meenen recht te hebben Dr. Bavinck te mogen wijzen op een paar onnauwkeurigheden, die wellicht daaraan zijn toe te schrijven, dat hij meer is afgegaan op wat van de zijde der Bef. Church over de handeling van '49 en van '57 is geschreven, dan op wat in de officieele stukken hieromtrent te vinden is.

I. Dr. B. zegt, dat de eerste kolonisten zich zich bij de Dutch Ref. Church voegden „na voorzichtige en ernstige onderhandelingen, " Feit is dat zonder voorafgaande kennisgeving, éen man, zegge éen man. Dr. Wyckofif, niet eene commissie of deputatie, namens den Board der Inw. Zending in het midden van '49 bij Dr. Yan Raalte aankwam met de vraag of de Hollanders zich niet bij de Ref. Church zouden willen aansluiten. Dr. WyckofF was op reis naar Wisconsin en had haast. Terstond werden naar de verschillende nederzettingen boden gezonden met het verzoek zich naar stad Holland te begeven, ten einde deze zaak te bespreken. Op deze vergadering, welke geen wettige kerkelijke vergadering was, al spreken de notulen van de Syn. der Ref. Ch. ook van eene classicale vergadering, kon WyckofF het niet verder brengen, dan dat de vergaderden toestemming gaven, om bij zijn terugkomst in het Oosten te rapporteeren, dat zij voor vereeniging waren op voorwaarde van terug te kunnen keeren, indien zij tot de ontdekking kwamen, dat deze vereeniging „in strijd was met hunnen godsdienstigen bloei en genot."

Zal een trouw historieschrijver deze handeling van '49 beschrijven als „na voorzichtige en ernstige onderhandelingen? " Er zijn geen „onderhandelingen" geweest, slechts éene samenkomst. Van de zijde der Ref. Church was het zeker niet in orde, om slechts éen persoon af te vaardigen om kerkelijke aansluiting te vragen van pas gearriveerde immigranten, die men weinig meer dan bij naam kende. Van de zijde der voorgangers in de kolonie was het een eigenaardige handeling, om zonder samenspreking met en goedkeuring van de gemeente eene provisioneele, zij het voorwaardelijke, aansluiting te bewerken. Van beide zijden geen „voorzichtige, en ernstige onderhandeling" maar eene „onvoorzichtige, onvoorbereide en onkerkelijke handeling".

2. Dr. Bavinck veroorlooft zich de uitdrukking: zoo kwam het allereerst te Grand Rapids tot scheuring en verder: over het recht dier scheuring onthouden wij ons thans van een oordeel. Had Dr. B. het woord „scheiding" gebezigd, we zouden het kunnen billijken, wijl hij de beweging van '34 in Nederland ook door dit woord aanduidt. Door dit woord onthoudt Dr. B. zich niet van een oordeel. Maar „scheuring" past niet op wat in '57 bij ons plaats had. Het was eenvoudig terugkeer tot het standpunt van '49, zooals letterlijk in de acte van den kerkeraad van Graafschap wordt gezegd. En dat op grond van de door Dr. Wyckoff gegeven voorwaarden.

3. En in verband met bovenstaande protesteeren wij ook tegen de uitdrukking „50 jarig bestaan der Chr. Geref. Kerk." Oaze kerk is geen scheurkerk. Wij zijn de wettige voortzetting van hen, die door Dr, B. genoemd worden: Mannen en vrouwen uit de Scheiding in Nederland afkomstig. En het is steeds een te betreuren feit, dat de voorgangers in '49 goedvonden hunne gemeenten te doen opgaan in een hun te weinig bekende kerk. En eveneens te betreuren het feit, dat deze voorgangers, niettegenstaande meer dan eens vóór '57 de begeerte werd uitgesproken om de zoogenoemde „vereeniging met het Oosten" los te laten — deze voorgangers hiervoor geen oor hadden. Feitelijk verklaart Dr. Bavinck de beweging van 's 7 hieruit, dat de kolonisten om allerlei bijkomstige nietigheden „het met elkander dikwerf niet al te best vinden konden." Zoo heeft men jaar en dag gesproken van de zijde der Ref. Church, ons terugkeeren toeschrijvende aan motieven die niet te rechtvaardigen waren. Juist hetzelfde wat de Vaders der Scheiding in en na '34 voor de voeten is geworpen.

Zoomin de „Gereformeerde Kerken in Nederland" in 1907 er van gediend zullen zijn als wij haar feliciteeren met een vijftienjarig bestaan, zoomin zijn wij ingenomen met een gelukwensch met een vijftigjarig bestaan. Oas meeleven met de Kerk in Nederland, om de uitdrukking van Dr. B, te bezigen, doet ons zoo spreken. Wat in Nederland over „Separatie en Doleantie" en over „Vereenigen of Hereenigen" is gezegd, is ook aan deze zijde van den oceaan vernomen."

Zekere animositeit is in deze woorden wel te ontdekken. Als n 1. de redactie aan Dr. Bavinck de woorden in den mond geeft, „dat de kolonisten om allerlei bijkomstige nietigheden het met elkander dikwerf niet al te best konden vinden", dan is dit niet juist. Dr. Bavinck heeft gezegd, dat sommigen van de richting waren van Prof. Brummelkamp, anderen van die van Prof. Van Velzen en nog anderen van die van Ds. Ledeboer, en dat daaruit te verklaren is het dikwerf met elkander niet al te best kunnen vinden. Dit is iets anders als „allerlei bijkomstige nietigheden."

Maar dit daargelaten, achten wij het van belang, dat over het punt van de vereeniging van de mannen en vrouwen uit de Scheiding in Nederland met de Dutch Reformed Church het noodige licht is ontstoken. Ook wij verkeerden in den waan, dat deze vereeniging langs een wettigen Kerkelijken weg tot stand was gekomen.

£en zaak zouden wij echter onzen broederen wel in overweging willen geven. Ook wij zijn er van overtuigd dat de Chr. Geref. Kerk van N. Amerika geen „scheurkerk" is, en wij hcuden er ons van overtuigd dat Dr. Bavinck dit oordeel mede onderschrijft. Doch als de Wachter schrijft: „Wij zijn de wettige voortzetting van hen die door Dr. B. genoemd worden mannen en vrouwen uit de scheiding in Nederland afkomstig", zouden wij er gaarne aan toegevoegd zien dat de mannen en vrouwen der scheiding oorspronkelijk blijkens hunne actestukken geen scheldbrief gegeven hebben aan de Gereformeerde Kerk, maar wel op grond van art. 28 der Ned. Confessie zich afgescheiden hebben „van degenen die niet van de kerk zijn", en dat zij daarom „geen gemeenschap meer wilden hebben met de Ned. Herv. kerk tot dat deze zou terugkeeren tot den waarachtigen dienst des Heeren." Met andere woorden, de mannen en vrouwen der scheiding die zich in de nieuwe wereld vestigden, hebben aldaar Gereformeerde Kerk van Nederland voortgezet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's