GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Herleving van de Roomsche kerk.

Men behoeft slechts een reisje in Frankrijk te doen om op te merken, dat de religie weinig invloed uitoefent op de groote massa der bevolking. Van den Zondag bespeurt men in de steden en op het platteland, enkele streken uitgezonderd, haast niets. Wel heeft de Kamer van Afgevaardigden een wet op Zondagsrust aangenomen, maar nu die wet ingevoerd is, blijft zij een doode letter, evenals de wet tegen de drankzucht. En daarbij staan de kerken op de rceeste plaatsen zoo goed als ledig.

Vooral onder de lagere volksklassen is de haat tegen alles wat religie heet zeer sterk; wij tneeuen mede tengevolge van de opvoeding die de „leekenscholen" aan het opkomend geslacht gaven. Onlangs viel een bende fanatieken, waarvan de oudste nog geen 19 jaar oud was, in de buurt van Parijs eene Roomsche vereeniging aan, die een uitstapje maakte. Het kwam tot feitelijkheden; revolverschoten vielen, een ab werd gewond en een jonge man gedood.

Uit den opstand in het Zuiden werd het duidelijk, dat ook daar de bevolking onder den invloed staat van het anarchisme. Het oproer in het wijndepartement, de rebellie van een geheel regiment infanterie, het gelijktijdig nederleggen van hun ambt door alle dorpsburgemeesters in genoemd departement, duidt wel

aan dat de fundamenten ondergraven zijn en dat Frankrijk staat aan den vooravond vaneen revolutie.

Anderzijds moet met blijdschap geconstateerd, dat de. Roomsche kerk van hare vrijheid om haren arbeid te organiseeren, een treffelijk gebruik maakt. Zij gebruikt hare kerkgebouwen onverhinderd, ook al zijn deze tot staatseigendommen verklaard en tracht door sociale werkzaamheid den verloren invloed op het volk te herwinnen. Meer dan te voren zoekt men in den nood der armen te voorzien en trekt men zich het lot van verlatenen aan; er worden voordrachten gehouden om de tegenstanders der Roomsche religie te weerleggen, en men verbreidt Roomsche bladen. Deze arbeid gaat niet alleen uit van de Roomsche geestelijkheid, vele leeken werken ijverig mede, en in Parijs ontplooit de Roomsche kerk zulk een krachtig leven, dat nieuwe parochiéën moesten opgericht worden.

Intusschen is er een schaduwzijde, en dit is de omstandigheid dat er te weinig jongelieden zich aanmelden om de Roomsche kerk als priesters te dienen. Er zijn bisdommen waaiin gemiddeld jaarlijks twaalf priesters noodig zijn om de openvallende plaatsen te bezetten, en waar slechts twee a drie Jjonge priesters beschikbaar zijn. Maar wij verwachten dat deze toestand weldra zal verbeteren. Wanneer eene kerk door vervolging er toe komt om des te krachtiger hare banier omhoog te heffen, dan laat dit niet na om ook het opkomend geslacht te bezielen voor haar ideaal, en dan komen zich ook jongelieden aanmelden, die zich door de vijandschap der wereld niet laten terughouden om haar te dienen.

Oostenrijk. De Presbyteriaansche Alliantie en de Gereformeerde Kerken in.Bohemen.

Naast de „los van Rome"-beweging die inde laatste jaren de Duitsche bevolking van Bohème aangegrepen heeft en een Luthersch stempel draagt, is eene andere actie van ouderen datum onder het Czechische volk in het koninkrijk Bohemen op te merken, die in alle stilte voortgaat. Deze heeft ten doel de oude Gereformeerde kerk in dat land uit haar slaap te doen ontwaken, die na den slag op den Witten Berg bij Praag door den arbeid der Jezuïeten, gesteund door Lichtensteiner soldaten, zoo onnoemelijk veel heeft geleden. De Generale Alliantie van Gerefcuimeerde kerken die den Presbyteriaanschen kerkvorm hebben, heeft zich van het begin harer stichting in 1876 het lot diei kerken aangetrokken. In het laatste jaar heeft dan ook een vergadering van bovengenoemde Alliantie te Praag plaats gehad. Uit de woorden die op deze samenkomst gesproken werden, blijkt het, met welke bezwaren de Gereformeerden in Bohemen te worstelen hebben en welke moeilijkheden zij, al worden deze hun tegen de wet des lands op hun weg gelegd, te overwinnen hebben; maar toch ook hoe zij zich niet laten ontmoedigen, maar onbewegelijk en vast hun taak in het oog houden en daarbij ook zien, dat hun arbeid niet ijdel is. Deze gaat langzaam maar zeker voorwaarts.

N, Amerika. Waarom werd de Mormoon als lid van den Senaat toegelaten?

Men heeft er zich over verwonderd, dat de Mormoon Reed Smoot als Senator tot de vergadering te Washington werd toegelaten, schoon het beweren was dat bij in veelwijverij leefde. Doch wel beschouwd kon deze vertegenwoor diger van den staat Utah, waar de meerderheid der bevolking tot het Mormonisme overging of daartoe behoort, ciet geweerd worden.

In 1896 werd Utah onder de Staten der Unie opgenomen. Dit geschiedde nadat in de Constitutie van Utah was opgenomen, dat er geen vereeniging van kerk en staat zijn zou; dat de kerk zich niet met de aangelegenbedeu van den staat zou bemoeien en dat de veelwijverij verboden was.

Toen Smoot nu in 1903 zijn geloofsbrieven bij den Senaat indiende, werd er tegen zijn toe lating geprotesteerd, op grond dat de voorwaarden waarop Utah als staat was opgenomen, niet waren aangenomen. Een commissie werd benoemd om deze zaak te onderzoeken, die na twee jaar een meerderheidsrapport indiende, waarbij o. m. verklaard werd, dat Smooth niet moest beschouwd worden als vertegenwoordiger van den staat Utah, maar als de keuze van de prieslerhetrschappij, die de, kerk beheerscht en zich de macht in den Staat heeft toegeëigend, zoodat feitelijk in Utah kerk en staat vereenigd zijn, hetwelk strijdt met de constitutie der-Vereen igde Stalen en die van Utah zelf.

Toch werd Smoot als senator toegelaten. Door het ingestelde onderzoek is niet alleen ontwijfelbaar gebleken, dat veelwijverij in Utah en aangrenzende staten en territories bestaat, maar dat het ook het bepaalde plan is van de voorstanders dezer practijk, hiermede voort te gaan, zonder te letten op het manifest van 1890, waarbij de president der Mormoonsche kerk de leer, door Brigham Young in 1847 aangaande veelwijverij afgekondigd, als vervallen had verklaard, en ook zonder te letten op de in 1896 aangenomen voorwaarden, om als staat erkend te worden.

Uitdagend was de houding, die het hoofd der Mormonen, Joseph T. Smith, tijdens het verhoor te Washington aannam. Voor de commissie van onderzoek maakte hij er geen geheim van, dat hij niet alleen de veelwijverij in het afgetrokkene goedkeurde, maar openlijk daarin leefde, en dat het den Vereènigden Staten niet aanging, dat hij zulks deed. Letterlijk beweerde hij het volgende:

„Het is niet de wet van het congres, waaronder ik leef en waardoor ik strafbaar ben. De wet van mijn staat en de gerechtshoven van mijn staat, hebben zeggenschap om met mij te handelen in geval ik de wet heb overtreden. Het congres deij Vfreenigde Staten heeft hoegenaamd geen recht zich in te laten met mijn privaat leven of gedrag, of met dat van eenig burger van Utab of eenigen anderen staat. Alleen aan de wet van den staat ben ik onderworpen."

Nu is de zaak deze: de wet is wel in Utah, maar als een doode letter. Zij wordt niet gehandhaafd. De Mormonen weten dat niemand hen daarover kan bemoeilijken. Zoolang Utah een „territory" was en dus van uit Washington werd bestuurd, konden wettelijke beboetingen tegen de veelwijverij, zooals in 1862, 1882 en 1887, gemaakt en gehandhaafd worden. Maar nu Utah een Staat is, nu maakt de staat eigen wetten en heeft hij zeggenschap of ze al dan niet zullen gehandhaafd worden.

t Het eenige middel om de veelwijverij in Utah en aangrenzende staten te keer te gaan, is daarom te vinden in eene verandering van de consti tutie die voor al de Staten geldt. Het is zeer wel mogelijk, dat op het aanstaande congres een wetsvoorstel dienaangaande zal ingediend worden. Dat het Congres leeds in vroeger jaren ingreep, blijkt uit het volgende:

In 1856 verklaarde de eerste nationale republikeinsche Conventie te Philadelphia: „het is de roeping van het Congres om in de territories de twee overblijfselen van het Barbarisme, veelwijverij en slavernij, te verbieden, " Op i Jan. 1863 vaardigde president Lincoln zijne Proclamatie uit, waarbij de slaven werden vrij verklaard. Ia 1865 werd in de Constitutie der Vereenigde Staten bepaald, dat slavernij in de Vereenigde Staten noch in eenige plaats waar zij zeggenschap hebben, geduld wordt.

Er is niets tegen, maar alles voor, dat het Congres nu gaat verklaren, dat het „tweede overblijfsel van barbarisme", .in geen van de Staten of Territories zal geduld worden.

In zijn jongste boodschap heeft president Roosevelt er reeds op gewezen, dat volgens zijn oordeel de geheele quaestie van trouwen en echtscheiding door het Congres behoort geregeld te worden. Het is dan ook niet te ontkennen, dat groote zedelijke schade in de Ver. eenigde Staten geleden wordt, doordat in menigen Staat de echtscheiding maar al te gemakkelijk is gemaakt. Maar dat de Mormoonsche leer nog in praktijk wordt gebracht, is een ergerlijke misstand die uit de nieuwe wereld dient te worden weggenomen.

Het bovenstaande schreven wij met het oog op de proppaganda, die nog altijddoor in Nederland voor het Mormonisme gedreven wordt. De zendelingen der Mormonen beweren dat de veelwijverij in hun gemeenschap is afgeschaft.

Onze lezers kunnen nu oordeelen, wat daarvan aan is. Het is toch gebleken, dat in Utah de veelwijverij door de wet verboden is, doch dat met deze wet de spot gedreven wordt, waarin de voormannen van het Mormonisme het volk het voorbeeld geven.

In Duitschland heeft ntfn de Mormoonsche propagandisten slechtweg het land uitgewezen. In ons land zou men de Mormoonsche propaganda eenvoudig kunnen verbieden, want vereenigingen die in strijd zijn met de openbare orde, zijn verboden. En volgens de wet wordt elke vereeniging in strijd geacht met de openbare orde, welke ten doel heeft: i. ongehoorzaamheid aan of overtreding van de wet of van eene wettelijke verordening; 2. aanranding of bedelf der goede zeden. Dat het Mormonisme leidt tot zedenbederf, kan niet geloochend worden.

China. De Chineesche regeering en de bescherming van de zending.

De Chineesche regeering wordt zich van lieverlede van haar kracht bewust^ en daarom zoekt zij zich vrij te maken van de voogdij waaronder vreemde mogendheden haar plaatsten. Dit blijkt uit het feit, dat de Chineesche regeering de bescherming der Christelijke zending zelf gaat ter hand nemen. Op dit gebied deed men in China geen aangename ervaringen op. De zendelingen drongen door tot het hart van China en tastten daar, gelijk te denken is, datgene aan, wat het Chineesche volk het heiligst is, het offerritueel, het veieeren der voorouders, den dienst der geesten, tooverij enz. Het is te begrijpen, dat wanneer het Chineesche fanatisme zich tegen de propaganda van de zendelingen verheft, er licht 'botsingen ontstaan. Daarom leest men in de geschiedenis van de laatste eeuw der zending in China steeds van vermoorden van zendelingen, van verbranden van kerkgebouwen, van plundering van zendingshuizen enz.. De verschillende gezanten en vertegenwoordigers van vreemde mogendheden traden dan met eischen van schadevergoeding op, en het gebeurde wel, dat men meer vorderde dan recht was; de Chineesche regeering moest met concessicn op staatkundig en maatschappelijk gebied betalen, wat de blinde volkswoede misdreven had. Vooral was de Roomsche missie in het eischen zeer sterk, en zij vond daarbij steeds steun bij het Fransche gezantschap in Peking.

Dit is de Chineesche regeering moede geworden. Zij wil nu zelf de zending onder hare hoede nemen, haar rechtstoestand door bijzondere wetten vast maken, en klachten en aanspraken op schadevergoeding, door onderhandelingen met de leiders der zending beoordeelen en afdoen. Men maakte daarmede een begin, door zich in betrekking te. stellen tot het Vaticaan. Het hof te Peking zond een hooge ambtenaar der justitie naar Rome, om de noodige overeenkomsten te treffen. De onderhandelingen zijn nu zoo ver gevorderd, dat een Chinees tot vertegenwoordiger bij het Vaticaan zal benoemd worden, door welken dan de Chineesche regeering voortaan alle quaesties, die op de Roomsche zending in China betrekking hebben, direct met den heiligen Stoel behandelen zal. Het gevolg daarvan zal zijn, dat uit Rome een apostolische nuntius naar Peking zal gezonden worden, die de belangen der Roomsche zending te behartigen heeft.

Hieruit volgt, dat de invloed van den Franscheh gezant heel wat minder worden zal.

Wij vreezen wel, dat de vrijheid van beweging voor de zending door deze handeling van den paus zal worden ingekort. Maar de tijd is voorbij, waarin de Europeesche mogendheden aan de Oostersche rijken konden opleggen, wat zij goed vonden. De Russisch-Japansche oorlog heeft daaraan voor goed een einde gemaakt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1907

De Heraut | 4 Pagina's