GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In uw polemiek met Ds A. Littooy

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In uw polemiek met Ds A. Littooy

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooggeachte Redactie.

In uw polemiek met Ds A. Littooy hebt u mij zijdelings betrokken, en, naar ik meen, in een verkeerd licht gesteld, mij toeschrijvende opvattingen, die ik nooit gekoesterd heb en cog niet koesrfer. Beleefd verzoek ik u daarom de volgende regelen op te willen nemen, daar ik niet gaarne door een invloedrijk blad als de Heraut van verkeerde beschouwingen werd verdacht.

Allereerst zeg ik u dan dank voor debreede uiteenzetting van de beteekenis vaa het „rapport Bavinck—Rutgers". Ik moet eerlijk bekennen, dit na 3 jiren niet goed gele: en ea begrepen te hebbsn. Diarom is een deel van 't referaat, waarop u wijst, een vechten tegen windmolens geweest, en blijkt het, dat ik het volkomen eens ben met wat de^e hooggeleerde P/ofessoren hebben beweerd.

Maar daarmede kan ik niet volstaan. In den aanhef van uw slak zegt u, dat ik in mijn referaat beslist ontraden heb kinderen vandoop leden te doopen, en wordt zelfs de indruk ge geven, alsof 't over deze materie ging. Mag ik er u dan op wijzen, dat de Classis Enumatil (van Grootegast) mij verzocht te beantwoorden de vraag; „-«ogen doopleden hun kinderen ten doop hefïsn ? " en niet: „mogen kinderen van doopleden gedoopt worden ? " De eerste vraag is toen ontkennend beantwoord op grond van de Schrift, historie en practijk. Toch raadde ik niet aan direct en driftig door te zetten, doch te werken in dize richting, waarom ik zelfs de noodzakelijkheid bepleitte overgangsmaatregelen te nemen, en eerst na langdunge en nauwkeurige onderrichting tot zulk een maatregel over te gaan.

Een weinig verder staat te lezen, dat de Synode „het standpunt door Ds. J. D. Wielenga en Ds LittO'. y icgenomen, alsof men den doop van kinderen van doopleden weigeren mocht" veroordeeld heeft. Maar dit is mijn standpunt niet. Integetdeel: van bh. 4 tot 6 heb ik in mijn referaat jaist trachten te bewijzen, dat zulke kinderiu wel gedoopt moeten worden. Zoo ben ik biijde U te kunnen verzekeren, dat ik het met di Synode eens bsn in deze zaak. De kerkeraad van de Leek b, v. is dan ook nooit zoo dwaas geweest het besluit te nemen, geen doopleden klederen te doopen, doch: om doopleden niet meer a!s doophtfifers huaner kinderen toe te laten; v/at natuurlijk heel iets anders is. Fa dit besluit viel, daar de innige overtuiging beerschte, dat de gemeente door jarenlange bearbcidiog genoeg onderlegd mocht heeten. De practijk heeft dan ook den kerkeraad be-estigd en in het gelijk gesteld.

’t Is v/aar, dat nu in. werkelijkheid eenige kinderea ongedoopt bleven. Doch dat was niet, omdat wij wt.ren tegen het stelsel van doopge tuigen, 't v, clk de Syaode juift gehandhaafd heeft. Want op bl. rs van 't referaat schreef ik letterlijk: „bovendien behoeven de kinderen (vau doopls-ilsn) niet absoluut ongedoopt te blijven; grootouders, verwanten of vrieiiden kunnen het kind opvoeden en dies laten doopen." Zoo ben ik wel voor doopgetuigen, doch dan moeten het goede zijn, die staan voor hun woord.

Ik hoop te hebben kunnen aan wij sen, het ia den grond der zaak met u eens te zijn, al zijn mijn uit irukkiagen en voorstellingen wat kras geweest; u z-ait dit kunnen verstaan van een predikant, die zulk een vraag beantwoorden moe& t na eeu half jaar in de pastorie te zijn geweest. Daarom kan ik ook niet elk woosd van toen handhaven, al ben ik in mijn beschouwing niet veranderd.

Met vriend-lijken dank voor de plaatsing blijf ik hoogachtead,

Uw diensiw. dnr.:

Ds. J. D. WIELENGA.

Middelburg, i Dec. 1908,

[Het doet ons zeker leed, zij het dan ook onwillens, het gevoelen van Ds. Wielinga onjuist te hebben weergegeven. Het bedoelde referaat leerden we ill en kennen, door wat Ds. Littooy in het Zeewscke K'.rkblad er van afdrukte, lo dat gedeelte nu stond metterdaad, dat volgens het Rappoit over de tucht op doopleden kinderen van doopleden niet gedoopt mochten worden, en we meenden, dat Ds. Wielinga dit met instemmiog en als uitdrukking ook van zijn eigen gevoelen aanhaalde. Nu Ds. Wielenga verkiaai t, dat dit laatste niet zoo is en hij met het besluit dsr jongste Synode het geheel eens is, kunnen we niet anders dan onze blijdschap over dit feit uitspreken.

RED.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 december 1908

De Heraut | 4 Pagina's

In uw polemiek met Ds A. Littooy

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 december 1908

De Heraut | 4 Pagina's