GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEMENGD NIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEMENGD NIEUWS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een zelfmoord-epidemie. De meerdere zorg die aan het onderwijs en de opvoeding van de Hindoesche jongens besteed wordt, heeft, zonder dat iemand er op verdacht is geweest, een verkeerde uitwerking gehad op de meisjes van het Bengaalsche ras. Aan de eene zijde wordt de bruidschat die gevraagd wordt, steeds hooger, aan den anderen kant kost het onderwijs) van de jongens steeds meer en daardoor is het huwelijk zoozeer op den achtergrond geschoven, dat de sociale positie van de meisjes in het gedrang komt. Daardoor is een zelfmoord-epidemie onder de meisjes in Bengalen uitgebroken, die, hoe droevig ook, de bewondering van de inboorlingen welke gekant zijn tegen het doordringen der Westersche beschaving, opwekt. De beweging dreigt zich ook uit te breiden tot de kind-weduwen van het land, wier positie zoo droevig is. Meisjes worden soms op 3-jarigen leeftijd aan jongens van denzelfden leeftijd uitgehuwelijkt, en als dan de jongen op jeugdigen leeftijd komt te sterven, is het lot van zulk een kind-weduwe diep treurig. Een correspondent van de Times uit Calcutta schreef: »In deze dagen van Wetgevende Raden en Koninklijke concessies inzake den Burgerlijken Dienst blijft de onmenschelijke behandeling van de Hindoe-weduwe onveranderd. Het is waar, dat de Engelsche regeering het gebruikelijke verbranden van de vrouwen, als haar man stierf, met kracht heeft te keer gegaan. Doch verder is men niet gegaan.

Vereeniging van de zon. In Parijs heeft men een gemeenschap van Zon-aanbidders. Deze vieren elk jaar op den 22sten Juni, den eersten dag van den zomer, een feest. Dan wordt er, gelijk ook dit jaar, een «zonnedans» uitgevoerd en een »welsprekende» lofspraak op de zon gehouden. Uit Ezechiël 8:16 blijkt, hoe gruwelijk de Heere de zonaanbidding acht.

Het Britsch en Buitenlandsch Bijbelgenootschap heeft sedert 1812 er in Duitschland op gewerkt, dat Duitsche genootschappen tot, het verspreiden van Gods Woord zouden gestjcht worden, en zijne pogingen werden met goed gevolg bekroond. Het Engelsche genootschap handelde tegenover zijne Duitsche kinderen op vaderlijke wijze; want het steunde hen in het begin van den arbeid met aanzienlijke bedragen, en zoo was het mogelijk dat een Wendische Bijbel, een Poolsch Nieuw-Testament, , een Luther-Bijbel enz. konden verschijnen. In 1825 hielden echter die bijdragen op, omdat het Londensche Comité op aand^ngen van de Schotsche hulpgenootschappen besloot, voortaan alleen zulke Bijbelgenootschappen te steunen, die den Bijbel zonder de apocryphe boeken verspreidden. Het Berlijnsche Bijbelgenootschap verzocht toen den Koning van Pruisen, als opperste bisschop der landskerk eene collecte voor Bijbelverspreiding te verordenen. Deze voldeed daaraan zeer bereidwillig; voor de eerste maal werd in 1826 op Pinksteren deze collecte gehouden, welke ongeveer f 6000 opbracht. Daar het Duitsche Hoofd-Bijbelgenootschap van voornemen is, den Luthertekst uit een staatkundig oogpunt te laten herzien en daardoor nieuwe Bijbeluitgaven noodig zijn geworden, zoo heeft men de Pinkstercollecte daarvoor zeer noodig.

Halve kroon — en drie stuiverstuk. De Engelsche bisschop van Chelmsford zeide dezer dagen bij wijze' van gelijkenis, dat het halve kroonstuk het driestuiverstuk eens verweet, dat het zoo klein was. «Maar ik ben heel wat achtenswaardiger dan gij«, sprak het driestuiverstuk, »want mijn meester neemt u mede naar den schouwburg, terwijl hij mij altijd medeneemt naar de kerk».

Langdurige arbeidstijd geen beletsel voor kerkbezoek. Iemand in NewYork heeft een onderzoek ingesteld naar de wijze, waarop werklieden hun vrijen tijd doorbrengen. Zijn onderzoek strekte zich uit over een duizendtal mannen. Het bracht merkwaardige dingen aan~ het licht. Het bleek dat zij die het drukst hetzij de kinema, hetzij de herberg, hetzij de kerk bezochten, mannen waren die het langst werken. Ook kwam aan het licht, dat speciaal onder de herbergbezoekers getrouwden verreweg de meerderheid vormden. Het is ook gebleken, dat lang werken geen beletsel kan genoemd worden om de kerk te bezoeken; zij die den meesten vrijen tijd hebben, verzuimen het meest desamenkomsten der gemeente.

Eenige pijnlijke vragen aan een Monistischpredikant. In de Bremer Beobachter worden de volgende vragen aan den bekenden Monistischen predikant Pelden gedaan.

«Waarom spreekt gij niet duidelijk uit, op welk standpunt gij staat?

Waarom oefent gij nog steeds uw ambt uit onder den officieelen titel van een Evangelisch-Gereformeerd, dus van een christelijk, predikant? Gij zoudt, wanneer gij openlijk uwe overtuiging uitspraakt, niets te lijden hebben, wijl, gelijk het blijkt, uwe Martini-gemeente in uwe godsdienstige, opvatting met u overeenstemt. Ook de Staat zou u in dit geval geen moeilijkheden in den weg leggen. Is dan uwe opvatting van den noodwendigen samenhang tüsschen het ambt en de werkzaamheid van een Evangelisch predikant in werkelijkheid eene geheel andere als die der andere menschen ?

Zou uw arbeid, dien wij nu eens dien van een «vrij religieuse* prediker willen noemen, niet eerlijker en duidelijker zijn uitdrukking vinden, wanneer wij dien j»vrij-religieus« noemden?

Is het geen schoone trek van onzen tijd, dat men in alle dingen overeenstemming .van vorm en inhoud, gestalte en wezen, middel en doel, naam en zaak verlangt?

Heeft men op het gebied van de kunst niet een rechtmatigen afkeer van eiken vorm, die niet overeenstemt met de kern van het wezen? In uwe . kringen wendt men zich — terecht — af van alle hi'.ichelarij, oneerlijkheid, onoprechtheid. Hebben wij niet te doen met eene onoprechtheid die u zelf v/el zwaar moet drukken ? Het Christendom is, bij alle ruimhartigheid, toch eene tamelijk nauwkeurig bepaalde religie; uwe opvattingen stemmen I met de Christelijke religie hoogstens zooveel overeen, als andere religiën die zich niet Christelijk noemen. Gij zult, mijnheer de predikant, niet kunnen nalaten op deze duidelijke vragen ook een duidelijk antwoord te geven? "

Welk antwoord de heer Pelden gaf, is ons niet bekend.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juli 1914

De Heraut | 2 Pagina's

GEMENGD NIEUWS

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juli 1914

De Heraut | 2 Pagina's