GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Watersnood.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Watersnood.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

­ Ons land scheen zoo veilig en gerust, Te midden van de oorlogvoerende natiën, bood Nederland het beeld van een oase van den vrede. Wie door onze steden en' dorpen reisde, kon het zich nauwelijks voorstellen, dat daarbuiten, vlak over onze grenzen, een oorlog woedde^ zoo bang en verschrikkelijk als de historie nog nooit had gekend. Saevis tranquillus in Undis, veilig te midden der woedende baren, scheen het devies van ons land té zijn. Want al deed een oogenblik bij het uitbreken van den oorlog een paniek het nationale leven stilstaan, straks, toen het bleek, dat t de oorlogsvlam naar onze erve niet oversloeg, keerde het zelfvertrouwen weer en maakte zelfs zeker gevoel van zorgeloosheid t zich van ons volk meester. Men hoorde wel, hoe bang en bitter door de andere volkeren geleiden werd, nu de hand Gods hen met de oorlogsroede bezocht, maar Nederland bleef fje=ipaard en zelfs bracht de oorlog ons v& .k geen kleine winst. De boer voer er Wel bij; menig handelaar verdiende schatten; fortuinen werden verdiend.

En nu heeft plotseling en op het onverwachts de slaande Gods ook ons volk getroffen van een zijde, waarvan niemand het verwachtte. We hadden ons leger op­ t geroepen, en al meer dan anderhalf jaar stonden onze mannen op de grenzen om het gevaar van een overval door een bui tenlandschen vijand te keeren. Maar het was niet de legermacht van Duitschland, die over onze grenzen trok en ook niet de trotsche vloot van Engeland, die onze kuststeden bombardeerde, het was onze oude vijand, de zee, die in grimmige woede ontstoken, het plekske grond aan haar heerschappij ontwockerd, zoo fel bespringen kwam, onze dammen en kustweringen beukte en rammeide, een bres sloeg in het vestingwerk onzer dijken en met niets ontziend geweld , breede landstreken verzwolg, de bevolking in bange vlucht verdreef van haar haardsteden en zelfs menig slachtoffer een graf in haar woedende golven vinden deed. Een ramp zoo ontzettend als sinds den watervloed van , 1825 ons land niet meer getroffen had en die met angst en vrees ons doet vragen, wat er straks, wanneer de storm weer opnieuw mocht opzetten, van onfze ontredderde vesting worden zal, die geen kracht meer bezit om den vijand te keeren.

In hoeverre hier schuld is bij degenen, aan wie de verdediging van ons land tegen dezen vijand was toevertrouwd, en die niet beter voor afweer gezorgd hebben, willen we thans niet onderzoeken, ook al komt de vraag van zelf op, of wanneer het reedszoö lang hangende plan van de indamming der Zuiderzee niet door onze traagheid en lamlendigheid op de lange baan geschoven was, zoo schrikkelijke ramp ons vaderland niet gespaard had kunnen worden. Maar liever dan over schuld of nietschuld hier te twisten, dient uiting gegeven aan het diepe medelijden, dat ons hart vervult met de bevolking van de geteisterde streken, en bovenal dient ons Nederlandsche volk met alle kracht te helpen, opdat de geledene schade althans zooveel mogelijk worde vergoed. Vooral met het arme Marker-eiland, dat wel het bitterste onder den aanval te lijden had en waar de nood het hoogst gestegen is, gevoelt ieder, die de stoere bewoners van nabij kent, wel het meeste deernis. Schier heel hun vloot, het eenige middel van hun bestaan, werd te gronde gericht. Ontzettend is de aanblik van hun gehuchten, op terpen gebouwd, waarvan de houten huizen' door het geweld van water en storm zijn ineengedrukt. En daarbij is er rouw in zoo menig gezin, omdat erger dan het verlies van schip en goed het verlies is van menschenlevens, die in den stormvloed zijn omgekomen. Al voelen we medelijden met al de streken, die door deze ramp getroffen zijn, voor Marken vragen we toch in de eerste plaats om milden steun. Er sprak zulk een kinderlijk vertrouwen uit, toen een der Markers den eersten journalist, die het geteisterde eiland bezocht, na hem al de schade te hebben getoond, zeide: nu zullen ze in o Holland ons arme Marken toch wel helpen. En dat vertrouwen zal niet beschaamd worden. Marken is niet alleen in heel het buitenland bekend als een plek, waar de oude historische tradities van ons volk in kleeding en zeden nog het zuiverste bewaard werden, maar het heeft ook de v\rarme sympathie van ons Gereformeerde volk, omdat ij men weet, hoe kloek en beslist deze visschers voor hun Christelijk geloof uitkomen, hoe diep het Calvinisme hier wortel heeft geschoten, hoeveel ze voor hun beginsel hebben overgehad. Wat Maclaren eens van de Schotsche hooglanders schreef: harten van goud, geldt ook van deze Marker visschers. Echte kinderen der zee zijn ze.; oprecht en eerlijk, met een gevoelig hart, trouw en aanhankelijk, vol liefde en toewijding. Moge daarom de bede om hulp, die van de zoo fel geslagen streken, maar vooral van ons Marker-eiland uitgaat, weerklank vinden in aller hart, en toone ons Nederlandsche volk, dat het nog altoos de kunst verstaat om groot te zijn in barmhartigheid en offervaardigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Watersnood.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1916

De Heraut | 4 Pagina's