GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Leem in de hand des potten bakkers”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Leem in de hand des potten bakkers”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zal Ik ulieden niet kunnen doen, gelijk deze pottenbakker, o huis Israels? spreekt de Heere; ziet, gelijk leem in de hand des pottenbakkers, alzoo zijt gijlieden in Mijne hand, o huis Israels! Jer. 19 ; 6.

De Schrift mint het zoo rijke beeld van den pottenbakker. Jesaja bezigt het tweemalen.'Uit Jeremia wordt het in deze Meditatie opgenomen. En ook de apostel Paulus schreef er over in zyn brief aan de Romeinen.

De pottenbakker vormt zijn potten, schotels en vazen uit./««, wij zeggen thans klei, en in de stof waaruit hij zijn vaatwerk knutselt, zijn meest drie bestanddeelen, zand, ijzeroxyde, soms met kalk vermengd, en 'voorts water. Hierin nu spiegelt zich op sprekende wijze de formatie van den mensch af Ook de mensch werd'geschapen uit ïhet stof der aarde.« Ook in den mensch heerscht niet de blinde stof, maar het bezielde vocht van 't bloed. En in dien mensch uit 't stof der aarde, met zijn heerlijk levensbloed, is uitgedrukt een kunstbeeld, al naar zijn aard, karakter en persoonlijkheid is, en dat kunstbeeld vormde God in den mensch toen Hij hern schiep, en drukt God nog in 't wezen van elk nieuw geboren kind uit, als het 't levenslicht aanschouwt.

Dat spreken in de. Schrift van den pottenbakker moge, om dit niet zeer euphonistisch woord dat aan „potten" denken doet, minder welluidend ons in de ooren klinken, toch uit er zich een rijke gedachte in. Denk u wat zand, ijzeroxyde, kalk, water, en de man die het leem of de klei bereid heeft, en nu zijn werktuig met voet en hand naar .eisch in gang zet, schept uit dit mengsel van stof en voght de keurigste producten.

De klei of het leem doet niets. De ijzeroxyde, de kalk of het water doet niets. Het is al de . kunstenaar die uit deze onoogelijke grondstoffen 't kunstigst vaatwerk bereidt, en zooals een pottenbakker zijn schijven .gedraaid heeft, blijft • stra.ks het product dat in den gloeioven verstijft en onveranderlijk blijft.

Dit beeld nu bezigt de Geest in de Schrift gedurig, om ons de diepe gedachte in te prenten, dat ook de bestanddeelen in ons wezen op zich zelf waardeloos zijn, en dat , , al hetgcïn ook aan ons waardij en beteekenis geeft, uit niet anders voorkomt, dan uit God, die in ons één zijner gedachten heeft uitgedrukt, en daardoor ons wezen, ons karakter en onze persoonlijke existentie heeft bepaald.

Ge hebt niet u zelf uitgedacht. Ge zijt niet geboren als een stuk blank papier, waarop gij nu zelf uw aard en karakter zoudt invullen. Ge hebt niet zelf in den loop 'vaii uw leven eerst aan • uw existentie, een bepaald wezen ingedrukt.

Nog eer ge geboren werdt, toen uw lieve moeder u nog droeg, was uw aard, uw natuur, en uw karakter reeds geheel in u ingeprent. En het pasgeboren kindeke, dat straks uit de wieg naar het graf wordt uitgedragen, was toch een bloemknop, waar heel de bloesem die straks uit zou zijn gekomen, reeds in school.

Dit wil niet zeggen, dat er niet; ; van uzelf l)ijkvvam. Zie maar hoe lelie, roos, of tulp verschillen kunnen, al naar gelang ze den grond, de atmosfeer en de verzorging mee of tegen hadden. De prachtbloemen boeien ons dan op-de tentoonstellingen, ' en eep verwelkte en halfverarmde plant, die in een vergeten hoek verdort, trekt ons niet aan.

En zoo is het ook in ons menschelijk wezen en aanzijn.

De zonde bracht in elk§ karakter, aard en natuur bederf aan. Verdorring treft u gedurig in den onontwikkelde. Bij een ieder is innerlijke verzwakking, onregelmatigheid, en gebrek aan harmonie in de ontwikkeling en ontplooiing van zijn wezen te betreuren.

Vandaar dat zoo dikwijls bij de opvoeding een eerst u veel belovend kind later tegenvalt en teleurstelt. Er wordt ook voor land en volk op verre na niet uit het opkomend jonge geslacht gehaald, wat 't eerst beloofde, en wat ervan verwacht werd.

Zooals 't bij vaas en vaatwerk is, zoo is 't ook hier. Wat de pottenbakker schoon en zuiver op de schijven tèoverde, kan straks scheuren en barsten, verkleuren of scherven verliezen, zoodat 't ten slotte liever weggeworpen dan in de huiskast uitgestald wordt. Maar al moet met dit alles gerekend worden, toch blijft ook bij vaas en vaatwerk elk stuk wat 't naar zijn eersten aanleg geweest is. Wat uit leem en klei geboetseerd is, houdt zijn type en zijn aard zooals 't van de schijven kwam , en den gloeioven inging. De schotel blijft schotel, de kan blijft kan, de vaas blijft vaas. 't Behoudt alles zijn eigen aard, natuur en wezen. Het blijft wat het van meet af was. En zoo nu is 't i)u ook met u zelf.

Gij zijl iets in uzelf, zooals niemand anders het is. Ge zijt iets op uzelf Ge hebt iets eigens dat uw karakter uitmaakt. En dit eigene nu hebt gij niet van u zelf uitgedacht, noch voor uzelf verzonnen. Dit u eigene in aard, in karakter, dat heeft uw God zoo in u belichaamd, dat heeft uw God u zoo ingeprent, dat is 't wat uw God van u gemaakt heeft.

Dit , nu is de rijke, feitelijk heel uw aanzijn. Voor nu en eeuwig, beheersch'ende gedachte, die God Almachtig aldus in niemand anders, maar in u, en in u alleen, verwezenlijken wil. God schépt niet maar personen en laat niet maar kind na kind geboren worden, om dan later te zien, wat er uit worden moet.

Neen, in elk kind, dat God in 't leven uitzendt, belichaamt Hij zelf een eigen iets, telkens weer iets anders, opnieuw een eigen type en wezen, dat de wereld der menschen-kinderen op eigen wijs verrijkt. Zoo als wie goed.oplet, zien kan, dat zelfs aan de rozenplant geen twee rozen geheel eender zijn, zóó en nog veel scherper is 't onderscheid tusschen kind en kind, tusschen mensch en mensch. En al dit eigenaardige, dit bijzondere, dit strikt persoonlijke komt niet vanzelf uit uw idee, dat wordt niet in u gebracht door wie u opvoedt, dat komt u niet van andere geesten toe die u beheerschen. Dat eigene, dat persoonlijke, dat alleen in u uitkomende' wezen is u alleen van uw God toegekend, is door Hem en Hem alleen u ingeprent, ingedrukt en ingeplant bij uw schepping, en zulks wel naar gelang van het bestek in het eeuwige raadsjilan Gods. Er zou iets ontbreken in de schepping Gods, zoo ook gij daarin niet tot aanzijn waart geroepen.

Doch vandaardanookdeheilige levensleuze, dat we niet alle kind over één katn zullen scheren, dat-niet de een den ander na moet bootsen, dat niet in 't al van één soort maken, de wijsheid van on.s saamle.ven ligt.

Ook gij zijt, als we 't zoo mogen uitdrukken, op de groote lijst der menschheid een eigen nummer. Ken nummer dat aan niemand anders toekomt. Al wat ge als wezen zijt en - hebt, is uit en door uw God in u ingebracht.

Vandaar de drievuldige 'les, die uit dit leem en die schijven ook tot u komt.

Poog nooit iets anders te worden, dan wal God u als eigen wezen inschiep.

Wat God u inschiep, laat dit niet in de knop blijven, rnaar ontplooi het.

En dan ten leste, hebt ge wat God in u schiep en van u maakte doen verkleuren en half doen' verdorren door uw zonde, worstel er dan tegen in, om weer steeds voller te worden, wat uw God. in u gemaakt en gewild heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 oktober 1916

De Heraut | 4 Pagina's

„Leem in de hand des potten bakkers”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 oktober 1916

De Heraut | 4 Pagina's