GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Onze lezeres M. C. v. d. V. te A. schrijft:

Zou IJ ZOO vriendelijk willen zijn en de volgende vraag in de vragenbus beantwoorden.

Het verleden deelwoord van het werkwoord kunnen is dat: „gekund hadden" of„gekunnen hadden'". Onlangs hoorde ik een spreker zeggen: „zij hadden zich wel willen verstoppen als zij het maar gekunnen hadden.

Dit klonk mij zeer leelijk.

Maar de spreker zei dat het goed was. Nu heb ik Van Dalen en De Vries en Te Winkel nagezien en die beiden spreken van „gekund hadden". Kan het nu toch ook nog anders ? "

Deze schijnbaar zoo eenvoudige vraag houdt echter zoo veel in, dat er gemakkelijk met het antwoord een drie Herauten waren te vullen. Die zijn echter niet beschikbaar. Enkele opmerkingen kunnen hier plaats vinden.

Een zinsbouw als voorkomt in:

„Ik heb hem zien komen".

„Hij heeft het niet kunnen schrijven". komen in enkele Noordsche talen o. a. in de onze voor, en zijn niet gemakkehjk te verklaren, althans niet voor jeugdigen.

Een aantal werkwoorden leent er zich toe om als hulpwoorden dienst te doen, bijv.:

Wij hebben hem zien vertrekken.

Hij heeft niet willen komen.

Zij hadden het niet mogen doen.

In deze drie zinnen zijn de woorden zien, willen en mogen hulpwoorden. Zulke hulpwoorden hebben niet alle vormen. Zoo bijv. doet de onbepaalde wijs ook dienst als verleden deelwoord.

Zoo zegt „men": Hij heeft willen aar zij hebben niet gewild. „komen",

Onze geachte lezeres ziet nu zelf wel, dat de vraag in deze afdeeling niet grondig kan behandeld worden. Daarom bepalen we ons tot den raad: houd u, wat de uitgangen betreft, aan het gebruik bij beschaafden dat ook dedoor u genoemde taalgeleerden volgen. Schrijf dus: gekund., gemoeten hadden enz. De. vraag of het ook anders kan moeten we hier laten rusten.

Onze lezer P. heeft altijd gehoord, dat Noach drie zonen had, wier namen in volgorde zijn: Sem, Cham en Japhet. Zoo staat het ook in den Bijbel. Maar nu heeft P. gelezen dat de volgorde naar leeftijd moet wezen:

Japhet Sem Cham

Wat is nu juist vraagt hij, en waarom wordt in den Bijbel niet de gewone volgorde gegeven?

Naar wij rneenen is dezelfde vraag reeds behandeld eenige jaren geleden. Doch de lezers wisselen, en daarom volge hier een kort antwoord :

In onzen Bijbel heeft het woord „kleinste" soms de beteekenis van , jongste". Zoo bijv. als Gideon zegt, dat hij de kleinste is in zijns vaders huis, dat beduidt de jongste. Evenzoo kan de „grootste" de „oudste" beteekenen.

Nu lezen we in Gen. 9 : 24 :

En Noach ontwaakte van zijnen wijn. En hij merkte, wat zijn kleinste zoon hem gedaan had.

Uit VS 22 blijkt wie de kleinste zoon was, nl. Cham. '

Cham is dus de jongste zoon.

Voorts staat in Gen. 10 : 21:

Voorts zijn Sem (zonen) geboren; deze is ook de vader aller zonen van Héber; broeder van Japheth, den grootste.

Hieruit blijkt dus dat Japhet de oudste was.

Dat Mozes ee'n andere volgorde koos dan die der jaren, is zeer begrijpelijk.

Uit Sem sproot het Joodsche volk, het volk des Heeren. Met volken uit Sem als de Arabieren en de inwoners van Mesopotamië had Israël veel omgang. Sem ging dus voorop.

Daarna kwamen Cham's nakomelingen als de Egyptenaren, Kanaanieten e. a. Ook met hen stonden de Israëheten dikwijls in nauwe betrekking. Van zelf volgde dus Chara op Sem.

Met Japhat's nakomelingen, de volkeren van Europa zooals de Grieken, kreeg Israël eerst omgang in de tijden dicht voor Christus' geboorte. Japhet was den Joden nagenoeg vreemd. Vandaar wordt hij het laatst genoemd.

Onlangs las ik in een Zendingsblad voor de jeugd een vers "dat ik niet goed begrijp. Het spreekt over-de heidenen. Wilt u het verklaren': * Het luidt zoo: .

Zij meenen nog dat Brarna De wereld heeft gemaakt. En denken, dat hun Siwa Steeds van vernielzucht blaakt, Of dat door Vishnoe's krachten De wereld blijft bestaan, Zoodat zij heil verwachten Van hunner goden daan.

De drie namen in dit vers verplaatsen ons naar Voor-Indië of Hindostan, waar de goden Brama, Vishnoe en Siwa door millioenen worden aangebeden. Deze drie samen worden vaak genoemd Trimoerti of Drieëenheid. Zij gehjkt echter in het minst niet op de christelijke Drieëenheid, en bevrijst alleen, dat ook in het Heidendom nog flauwe sporen van de waarheid zijn overgebleven.

Brama, de opperste, is de schepper van 't heelal. 'Vishnoe is de onderhouder, die wordt afgebeeld als staande op een slang die hij vertreedt, wat ook weer herinnert aan hetgeen de Schrift leert. Siwa is de verwoester of verderver.

Dit is wat het vers ons over de drie goden wil mededeelen.

BRIEFWISSELING.

K. te A. Zoo mogelijk komen uw vragen eerlang aan' de beurt.

G. te D. Uw vragen ontvangen. In deze afdeeling zal het kwalijk gaan, wel elders.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 november 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 november 1916

De Heraut | 4 Pagina's