GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. J. C. RuLLMANN. DE DOLEANTIE IN DE NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK DER XIXE EEUW. Amsterdam. — W. Kirchner 1917.

Met dit boek heeft Ds. RULLMANN' voltooid zijn, triologie, waarin hij de drie onderscheidene pogingen tot reformatie van de Nederlandsche Hervormde Kerk schetst.

Na zijn eerste boek over DE AFSCHEIDING in de Ned. Hervormde Kerk der XIXe eeuw en zijn tweede: DE STRIJD VOOR KERKHERSTEL in de Ned. Hervormde Kerk der XIXe eeuw, verscheen vóór nu eenige weken dit zijn j)oek over DE DOLEANTIE.

In zijn woord voorin schrijft hij: »Meermalen reeds werd door mannen, die het weten kunnen, de behoefte uitgesproken aan een beschrijving van de geschiedenis der Doleantie". Dit herinnerde mij een, vóór enkele jaren in de Senaatskamer onzer Vrije Universiteit gevoerd gesprek met een mij daar bezoekend lid der Gereformeerde Kerk van AMSTERDAM, een der mannen, die het weten kon, doordat hij zelf de Doleantie te AMSTERDAM had meegemaakt, 'n Gesprek dat liep over de behoefte aan een beschrijving dezer reformatorische beweging op kerkelijk gebied, waarin ook isiju bezoeker met nog onverzwakte bezieling, een Godswerk zag. En deze man, die het weten kon, was daarom van de behoefte aan zulk een beschrijving zoo diep overtuigd, wijl hij ook wist, dat het jongere geslacht van de DOLEANTIE schier geen weet meer had.

Welnu, ik twijfel geen oogenbUk of dit boek van den Utrechtschen predikant RULLMANN zal voor mijn bezoeker van toen waarde hebben. Waarde toch heeft alles wat een behoefte bevredigt en de behoefte aan een goede beschrijving der^ DOLEANTIE bevredigt dit vlot geschreven boek, waaraan blijkbaar heel wat vóór-studie besteed is, volkomen.

Heel wat vóór-studie, want al duidt de auteur, op het titelblad, met beminnelijke bescheidenheid aan, dat hij zijn onderwerp historisch heeft geschetst, onder de lezing bleek mij, dat de schetslijnen niet zóó juist zouden kunnen getrokken zijn, indien niet het voor reproductie van het verleden zoo noodig, ernstig putten uit de bronnen ware voorafgegaan.

De moeilijkheid, die zich daarbij opdeed, dat als bron smenig kerkelijk archief teleurstelde«, gelijk RULLMANN zelf zegt, heeft hij weten te verhelpen door, als meer rijk \'lue!ende bronnen, ook andere oorkonden eu daaronder zoowel geschreven en gedrukte stukken, als mondelinge mededeelingen, te raadplegen. Daarbij toont hij den, voor 'n geschiedschrijver onmisbaren, takt der beperking. Terecht heeft hij «niet alles verhaald, wat elke gemeente, die in doleantie ging, doorleefde ; want in de meeste kerken was het vrijwel dezelfde geschiedenis*. Door aldus uit het algemeene het bijzondere, het karakteriseerende en typeerende op den voorgrond te halen, is zijn opzet: seentonigheid te vermijden en afwisseÜng aan te brengen», hem dan ook gelukt.

Het boek sluit aan bij dat over den STRIJD VOOR KERKHERSTEL. Zoo moet dan ook daarin gezocht en niét in dit derde werk het bekende CONFLICT waarin de Hervormde Gemeente van AMSTERDAM was gekomen.

Het is verdeeld in tien hoofdstukken.

1. De eerste Kerken in Doleantie; II. De Congresbeweging; III, Uitbreiding der Doleantie; IV. Gewelddadigheden te Leiderdorp; V. Te Wons en-te Serooskerke; VI. Allerlei Rechtsverkrachting; VII. In Doleantie bij de Overheid ; VIII. Anti-doleerend kerkisme; IX. Krachtsontwikkeling der Doleantie; X. Separatie en Doleantie.

Hieraan is toegevoegd een Register en een Lijst der illustraties.

Tot deze laatste behooren, behalve : • »De moederkerk der Doleantie te Voorthuizen», drieëntwintig portretten.

Ook door dit zijn derde stuk, hetwelk een klaar en duidelijk beeld van de Doleantie geeft, heeft Ds. RULLMANN aanspraak op de erkentelijkheid van ons Gereformeerden. Het boek, dat zijn waarde heeft omdat het in de behoefte voorziet aan bezinning op het verleden, wekt, onder de lezing, bij wie dat verleden als Doleerenden hebben beleefd, het lustgevoel dat zich verbindt aan de herdenking van een, bij al haar moeite, toch zoo veelszins mooie periode in hun leven. Maar, zooals ik boven reeds opmerkte, dit boek over de DOLEANTIE heeft ook zijn waarde voor thans levenden, die in de eerste tachtiger jaren der vorige eeuw nog niet geboren of jonge kinderen waren. En nu de triologie er mee af is deel ik dan ook volkomen in den wensch van den auteur: »Moge de lezing van de drie genoemde deelen, die één geheel vormen, bij ons jonger geslacht het perspectief verhelderen op het ééne v/erk Gods, dat in deze drie onderscheidene pogingen tot reformatie van de Ntderlandsch Hervormde Kerk der negentiende eeuw uitkwam."

2. DR. T. HOEKSTRA. PSYCHOLOGIE EN CATE­ CHESE. Rede gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Theologische School van de Gereformeerde Kerken in Nederland, den 7den December 1916. E. J. Bosch Jbzn. Nijverdal 1-916.,

Bij de diesviering der THEOLOGISCHE SCHOOL te KAMPEN heeft Prof. HOEKSTRA, die onder meer de PSYCHOLOGIE en de AMBTELIJKE VAKKEN doceert, deze REDE gehouden vóór het overdragen van het Rectoraat aan zijn ambtgenoot PROF. LINDEBOOM.

Als wetenschappelijke publicatie verdient dit stuk, zooals mij bij aanvankelijke kennismaking bleek, van meer dan 70 bladzijden en402aanteekeningen, een eenigszins uitvoerige en serieuze bespreking, die ik er hier dan ook weldra van hoop te geven,

Om er al vast de aandacht op te vestigen, zal ik mij ditmaal tot een korte vermelding van den zeer belangrijken inhoud bepalen.

Na in een breede inleiding (p 5-13) over Psychologie en Catechese te hebben gesproken bepaalt de hoogleeraar in zijn eerste deel het verband tusschen psychologie en catechetiek en wel zóo, dat daarbij wat hij noemt: »de klip: van het psychologisme is ontzeild" (p 13-23).

In zijn tweede deel geeft hij dan een beknopt overzicht van de ontwikkeling der psyche in de jeugdperiode (p 23-51) en, in zijn rfifn/^ of laatste deel geeft hij enkele punten aan waarin de psychologie de catechese van dienst kan zijn (p 51-7& ).

Aan de oratie zelf is toegevoegd op (p 77-79/' de vermelding van de Fata der School en de overdracht van het Rectoraat.

Laat mij hier nog bij mogen zeggen, dat HOEKSTRA'S rectorale oratie niet enkel, gelijk de titel allicht zou doen vermoeden, de aandacht verdient van predikanten. Vanwege de paedagogische stof, welke er in verwerkt is, verdient zij ook die van docenten in het algemeen, terwijl zij, om het vele dat er over de psychologie, zoo algemeene als speciale, in voorkomt, de aandacht waard is van allen, die, op welk gebied ook van het wetenschappelijk bedrijf, werkzaan zijn.

3. EBEN-HAËZER. BIJBELSCHE KALENDER voor 1917, bewerkt door H. W. S. Uitgave derVereeniging sCHRiSTELïjfeE BIBLIOTHEEK". Nijkerk, G. F. Callenbach.

Deze Scheurkalender met fraai SCHILD, dat het: ZIE, IK STA AAN DE DEUR EN IK KLOP, in beeld brengt en welks BLOK voor eiken dag een tekst, niét met uitleg, maar met een gedichtje biedt, ontvangt men mét een zestal boekwerken in eigendom, zoo men als lid toetreedt van de Vereeniging C. B. Gelijk met dezen kalender ontvingen wij van die zes boekwerken : DE OPGANG UIT DE HOOGTE door Dr. E. J. W. POSTHUMUS MEIJJES. Dit boek verschijnt naar aanleiding van het plaatwerk van WILLIAM HOLE »The fife of Jesus of Nazareth", en wat ons toegezonden werd, is van dit boek het eerste deel. Het is den bekenden Haagschen prediker gelukt een twaalftal, op de pkten van HOLE aangegeven onderwerpen, historisch, stichtelijk en in populaire bewerking te behandelen. Bij elk dezer onderwerpen vindt men een der platen.

4. STEMMEN DES TIJDS. Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Utrecht. G. 1. A. Ruys, 1916.

Het DECEMBER no., het 2e van den zesdenjaargang, opent met een artikel: DE MODERNE STAAT door MR. D. P. D. FABIUS. De oud-Miuistw H. CoLijN g9«ft er het Te stuk van n zijn OVBR DEN VOLKERENKRIJG en DR. j. DE ZWAAN het He van zijn VENIZÈLOS' VERLEDEN. Van den heer J. P. L. PETRI vindt meö er een bijdrage over: DE DELFTSCHE AARDEWERK­ VERZAMELING JHR. LOUDON IN HET RIJKSMUSEUM. Aan het slot de LEESTAFEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 december 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 december 1916

De Heraut | 4 Pagina's