GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MR. A. J. L. VAN BEECK CALCOEN. ONS HUWELIJKSFORMULIEB.

II.

Ik kom thans tot het positieve in het, door MR. VAN BEECK CALKOEN, op de laatst gehouden vergadering der GEKEF. PREDIKANTENVEREENIGING uitgesproken referaat. Met dat positieve bedoel ik datgene wat hij, indien het met ons huwelijksfoimulier tot revisie of herziening kwam, voor hetgeen hij meent dat er uit moet, in de plaats zou willen gesteld zien.

Voor hetgeen hij meent dat er uit moet.

En dat is, want deze kritiek op het vigeerend Formulier is uiterst bescheiden, niet zoo heel veel. Volgens den Referent moet er uit:

lo. Wat hij noemt »den somberen aanhefc en, in de toespraak tot de vrouw, het eenzijdig en driemaal herhaald verplichtend stellen van gehoorzaamheid aan den man.

2. De woorden: »Ik neem u allen, die hier nu vergaderd zijt, tot getuigen, dat er geen wettige verhindering tegen dit huwelijk is voorgekomen c, voor zoover althans in die woorden een miskenning van het burgerlijk huwelijk zit.

3o. Wat onder de oorzaken van den door God ingezetten huwelijken staat, als de DERDE oorzaak wordt genoemd en diir gerekend wordt tot wat ik euphemistisch de iveiligheidsklept heb genoemd en het dtórom verplicht zijn tot trouwen voor. wie het »donum continentiae" (Cor. 7) niet hebben.

Waaióm het onder 1, 2 en 3 genoemde er uit moet, m.a.w. de gronden, die de Referent daarvoor aanvoert, heb ik reeds in mijn LEESTAFEL der vorige week medegedeeld.

Van wat hier onder 1 genoemd is, spreekt MR. VAN BEECK CALKOEN, als van zijn twee DESIDERATA, wenschen of begeerten, en van wat hier onder 2 en S genoemd is, spreekt hij als van HOOFDZAKEN.

Wat hij, ZOO voor den isomberen aanhefc als > het eenzijdig de vrouw op haar verplichting tot gehoorzaamheid wijzen», in plaats zou willen stellen, heb ik ook reeds de vorige week vermeld.

Mij rest alzoo nog mee te deelen, wat hij voor het, hier onder 2 en 3 genoemde, in plaats zou willen stellen.

Eerst dan de woorden: > Ik neem u allen, die hier nu vergaderd zijt, tot getuigen, dat er geen wettige verhindering tegen dit huwelijk is voorgekomen.»

Zooals ze daar staan, slaan deze woorden op de rechtskracht van het kerkelijk huwelijk. Het is 'n oproep van getuigen, dat er geen bezwaren zijn om uit rechtelijk oogpunt het huwelijk te bevestigen. Thans, nu uiet de Kerk, maar de Overheid onderzocht heeft of er rechtelijke bezwaren bestaan, zijn deze woorden als zoodanig niet meer ter plaatse.

De bevestiging van het huwelijk, voor zoover het 't maatschappelijk leven betreft, is reeds geschied door de Overheid vóórdat het kerkelijk huwelijk gesloten wordt of zelfs gesloten ni4g worden. Art. 449 W. v. Strafrecht toch zegt: »De bedienaar van den godsdienst, die voordat partijen hem hebben doen blijken dat haar huwelijk ten overstaan van den ambtenaar van den burgerlijken Stand is voltrokken, eenige godsdienstige plechtigheid daartoe betrekkelijk verricht, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.»

Nu was in 1877 de Provinciale Synode der CHRISTELIJKE GEREF. KERK van meening, dat bij dezen stand van zaken ook heel de kerkelijke \i\x'NA\))i.& bevestiging moest vervallen en men enkel van een kerkelijke hnwe]iiksinzegening kon spreken. Deze meening wordt nog door sommige onzer kerkleden gedeeld. Meermalen kreeg ik advertenties of communicaties onder mijn oogen waarin veimeld stond, dat de huwelijksiNZEGENiNG dan en daar zou plaats hebben. De stellers dezer stukken toonden daarmee dat, om het op zijn zachtst te zeggen, zij van het kerkelijk huwelijk het rechte begrip misten.

Nu, dit is te vergeven.

Minder vergeeflijk, het zij hier even en als in 't voorbijgaan opgemerkt, is de malle gewoonte, die tegenwoordig ook onder christenen gevolgd wordt, om in zulke stukken den naam van de juffrouw eerst en van meneer in de tweede plaats te zetten.

Dan, om niet van mijn onderwerp af" te dwalen, MR. V. BEECK CALKOEN handhaaft terecht de bevestiging ook voor het kerkelijk huwelijk. Uitvoerig toch toont hij aan, dat de Kerk, niet, als de Overheid, alleen met den maatschappelijken kant en zijn gevolgen voor het huwelijk te maken heeft, maar ook en hoofdzakelijk met den geestelijken kant en zijn gevolgen. En dat, wanneer vuigens het recht der Overheid tegen de burgelijke voltrekking geen bezwaar bestaat, dit nog niet insluit, dat er ook volgens het recht der Kerk geen bezwaar zou bestaan.

Ook de Kerk heeft het recht om over het huwelijk h^^r oordeel uit te spreken, en dit recht moet zij handhaven.

Ook EÜ en vooral nü.

Hij brengt dan naar voren de «moderne huwelijkstheorieën", die, «wannéér zij al meer in het leven van ons volk en allengs ook ih het recht tot heerschappij komen, een botsing zullen doen ontstaan tusschen de Kerk en de wetgeving".

En zoo zou hij dan voor die hierboven aangehaalde woorden, die alleen zin hadden toen de Kerk de bevoegdheid had heel de huwelijkssluiting te regelen, het volgende in de plaats willen stellen.

lo. in het leerend gedeelte van het formulier, een korte en duidelijke uiteenzetting der kerkelijke huwelijksbevestiging.

2o. in het ritueele gedeelte, vóór de toespraak tot het bruidspaar, de verklaring, dat de kerkeraad geen bezwaar heeft gevonden tegen kerkelijke bevestiging van het huwelijk.

3o. de vermelding, dat door de bevestiging van het huwelijk door de Overheid, bewezen is, dat het huwelijk van partijen wettig is.

De verklaringen zoo van Bruidegom als Bruid «voor God en Zijn heilige Gemeente"' blijven onveranderd en worden gevorderd ter inleiding van de actie zelf der kerkelijke bevestiging, terwijl eindelijk vóór het uitspreken der zegenbede., uitdrukkelijk de bevestiging dient geconstateerd.

En nu wat de Referent in plaats van «de derde oorzaak" zou willen gesteld zien. Het huwelijksformulier, zegt de Referent, moet het Goddelijk Gebod tot huwen en geslachtsvoortplantiijg weer met kracht voorhouden.

Ook mag en moet, naar zijn overtuiging, in dit formulier gewezen worden op het gruwelijke van de zonde, die het huwelijk tot een carricatuur maakt, en op de verplichting tot reinheid zoo in als buiten het huwelijk.

Maar dit alles dan niet op de wijze zoo als het vigeerend formulier doet, hetwelk in den bedoelden passus de oorzaak van het huwelijk stelt in «vermijding" van onkuischheid en daarmede althans „kin leiden tot het niet onderscheiden van hartstocht en liefde".

Dat het huwelijk er is om de lusten in te toomen, mag niet worden gezegd op de wijze als dit in ons formulier geschiedt.

De taak, die ik mij met de bespreking van dit referaat heb gesteld, is hiermede volbracht. Moge mijn bespreking er toe leiden om van het stuk zelf kennis te nemen en daardoor voor revisie van dit Formulier, waarin zooveel is dat onverbeterlijk mag heeten, opinie te scheppen. En komt het tot een revisie, dan zal met dit referaat van MR. VAN BEECK CALKOEN — die er niet slechts in zegt wat er uit wég moet, maar ook wat voor hetgeen er uit wèg moet in de plaats dient te komen, — gerekend worden.

2. HET ZENDINGSBLAD VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND. J. Zomer. — Drukkerij «Vada» — Wagenij^en.

Dit blad heeft thans^n oplaag van 51.000 exemplaren.

'n Vooruitgang sedert zijn oprichting in 1902, die zeker belangrijk mag heeten. Vóór 1902 toch hadden wij onder redactie van Ds. DIJKSTRA het MOSTERDZAAD en onder redactie van Ds. F. LiON CACHET de HEIDEN­ BODE, en toen volgens besluit der ARNHEMSCHE SïNoDE in 1912, die twee bladen in het ZEN­ DINGSBLAD werden sa^mgesmolten, was de oplaag van deze toen nieuwe periodiek aanvankelijk slechts 18000 exemplaren.

Van 1902—1916 zaten Ds. H. DIJKSTRA van SMILDE en Ds. HOEKSTRA van ARNHEM in de Redactie. De laaiste is, ria zijn sterven vervangen door Ds. HANIA van DE BILT. Een Commissie van Toezicht op de Uitgave bestond uit de heeren Ds. W. BREUKELAAR van Zaandam en onze, in Januari 1.1. gestorven. Ds. RENKEMA. Ik heb hier voor mij liggen het januari Nr. van dit jaar.

Als naar gewoonte opent Ds. HANIA met een breed voorstuk over een Bijbelwoord. Ditmaal over psalm 91 : 1. 'n Bezonken en opbouwende bijbelstudie. De emeritus-predikant DIJKSTRA, die thans te Rotterdam woont, geeft in zijn vaste Rubriek: RIEVEN NAAR ANTIOCHIË, een causerie waarin hij, als Zendingspecialist, allerlei over de Zending meedeelt, doch vooral de aandacht op onze Zending op JAVA en SOEMBA concentreert. Volgt FINANTIEEL OVERZICHT. Dan iets over Ds. L. NETELENBOS van POKRWOREDJO ; over de ZENDINGSCONFERENTIE te SOERBAJA, en eindelijk de rubrieken: orte Berichten, Leestafel en Giften.

Na gezette lezing zoo van dit Nr. alsook van die uit vorige Jaargangen, kan ik dit blad te^. zeerste aanbevelen. Zeker, eeü oplaag van 51.000 exemplaren is voor de redactie verblijdend. Maar gezien het aantal onzer kerkleden en rekening houdend met dat van de gezinnen en ook van onze kerkeraden, valt niet te ontkennen, dat de oplaag nog grooter kon zijn. En cat zou, als blijk van toenemende belangstelling in de Zending in het algemeen en bijzonderlijk, die op JAVA en SOEMBA, niet alleen de blijdschap der redacteuren, die met dit blad de Zending welke hun hart heeft, dienen, nog grooter maken, maar bovendien aan de kennis van de Zending bevorderlijk kunnen zijn. En daarmede zou dan te vers, want ook hier geldt 't „onbekend maakt onbemind", dt intensieve liefde voor de Zending onder ons Gereformeerden nog wat extensiever kunnen worden.

3 Ds. WILLIAM VBDER, HET ONVERGANKELIJK WOORD VAN GOD. Firma H. Tulp, Zwolle. Aldus de titel van de ons ter recensie gezonken AFSCHEIDSPREEK gehouden te Zwolle, den 20sten Januari van dit jaar, door Ds. VEDER, die zijn dienst in. de Gereformeerde kerk aldaar, sedert verwisselde met dien in de Gereformeerde Kerk van BUNSCHOTEN. De tekst wgaruit deze preek opkomt, is I Petrus 1 : 24, 25. Met genoegen heb ik deze preek gelezen. Reeds de partitie, die in den tekst doet bezien „de waarheid er in uitgesproken, den troost er in vervat en de herinnering erin geboden", maar ook de uitwerking maken haar, uit 't oogpunt van homiletiek tot goed werk; tot kanseJwerk hetwelk aan dat van den grootvader. PROF. VAN OOSTERZEE, en aan dat van den vader van dezen prediker doet denken.

Bon sang ne peut mentir.

Aan het einde van de eigenlijke preek komen de traditioneele toespraken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's