GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Volhardende in de leer der Apostelen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Volhardende in de leer der Apostelen.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij waren volhardende in de leere der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden. (Hand. 11:42.)

Het grijpt zoo aan, dat reeds bij de toebrenging der geloovigea op den Pinkstermorgen, met

zulk een nadruk beleden wordt, dat de toegebrachten »volhardende waren in de leer der Apostelen". Hierin tocïi ligt zoo kenmerkend uitgesproken, dat reeds toen gevaar bestond voor afwijking, en dat eeniglijk door Gods bewarende genade de zuiverheid der belijdenis onder de nieuw bekeerden ingang vond en stand hield. Er staat dat de toegebrachten volhardende waren in der Apostelen leer, wat vanzelf aanduidt, dat gevaar voor afwijking reeds aanwezig was, en dat de afwending van dit gevaar eeniglijk daaraan te danken was, dat niet een ieder op eigen verzinning en voorstelling afging, maar dat ze zich gezamenlijk en trouw hielden aan *de leer der Apostelen".

Nu hadden enkelen reeds vroeger van liet onderricht der Apostelen genoten, maar voor verreweg de meesten was toch nu eerst het klare licht opgegaan. Bij monde van Petrus hadden de Apostelen zich thans voor de talrijke schare uitgesproken. Ze spraken zich niet zwevend of aarzelend, maar beslist en stellig uit. In de machtige rede van Petrus trad geheel de leer der Apostelen naar voren. Er bleef geen zweem van aarzeling over. Petrus vertolkte in die ééne bezielende en boeiende rede geheel de leer, geheel de belijdenis omtrent den Heiland aan de Kerk die opdaagde. En juist omdat er in den vroegen morgen zoo geheel andere geesfén aan het woord waren gekomen, bestond er zeer zeker gevaar voor afwijking en afdoling van de waarheid. Doch tegen dit gevaar was Petrus ingegaan, door in zijn aangrijpend woord de zuivere belijdenis aangaande Christus en het Koninkrijk in heldere kleuren voor zijn hoorders af te schilderen. Dat was {ü leer der Apostelen. Aan die leer bond de Apostel zijn hoorders, en allen die op dezen band hun ja en Amen uitspraken, werden in de Gemeente ingelijfd. Eigen verzinning werd afgesneden, Joodsche vervalsching van de waarheid werd principieel bestreden. En zoo was de bindende en heerlijke uitkomst, dat de bekeerden zich onvoorwaardelijk aan de leer der Apostelen aansloten en tegen elke afwijking op kwamen. Ze dreven niet af op eigen inzichten, maar waren volhardende in de leer van de Apostelen.

Het trekt in zoo hooge mate de opmerkzaamheid, dat reeds terstond na den Pinksterdag dit getuigenis aan de Kerk van Jerusalem werd afgegeven. Op zich zelf zou men eer verwacht hebben, dat bij de eerste ontluiking van de Jerusalemsche Gemeente velerlei meening en allerlei voorstelling post had gevat, en dat eerst zeer van lieverlede eenheid van overtuiging onder de bekeerden Gods veld won. Ten deele is dit dan ook zoo toegegaan. Indien men let op de verdere uitwerking van de Belijdenis in bijzondere vraagstukken, dan is reeds spoedig gebleken, hoe velerlei meening binnendrong. Daarover echter werd hier op den Pinksterdag niet gehandeld. Het gold op den Pinksterdag, en op de eerste dagen daarna, uitsluitend de hoofdvraag, of men al dan niet den Messias aanvaardde, in zijn Kruisiging en zijn Opstanding geloofde, en alsnu zijn weg vervolgde bij het licht dat van den Heiligen Geest over geheel de schare der aanbidders was uitgegaan. Daarop en daarop alleen kwam het nu aan. Hierom ging het. Dit zou over de toekomst der Gemeente beslissen.. Ea het is daarom dat er nu zoo uitdrukkelijk vermeld staat, hoe de eerst bekeerde Joden niet elk op hun eigen pad afdoolden, maar hoe ze allen saam dankzeggend de prediking der Apostelen aannamen, bij die prediking der Apostelen bleven volharden, en hierin de kracht zochten voor den opbouw van Christus Kerk, waarvan zij de eerste ^steunpilaren waren. Reeds aanstonds beseft men, hoe er allicht verzwakking van het geloof kon intreden, zoo een ieder zijn eigen denkbeelden ging uitpluizen, en juist daarom werd de drang zoo sterk gevoeld, om niet een iegelijk zijn eigen pas te kiezen, maar saam eenzelfden hoofdweg te bewandelen, en zich dien weg te laten uitwijzen en afbakenen door de twaalf Apostelen. Eigen verzinning mocht en kon hier geen richting bepalen. Er moest een gezag zijn, dat eenparig voor allen gold, en dit gezag nu kon van niemand anders uitgaan, dan van Petrus en zijn mede-apostelen, die het eerst van allen door den Heiligen Geest aangegrepen, in zoo besliste taal en op zoo wegsleependen toon, de geesten hadden aangegrepen en in het spoor der waarheid geleid.

Tegen de eigen verzinning en zelf gekozen voorstelling wordt hier alzoo door de Kerk aller eeuwen als grondregel gesteld, dat de leiding des Heiligen Geestes in Christus' Kerk niet Strekt, om een ieder zijn eigen pad te doen kiezen, of eeniglijk uit eigen verzinning het spoor der waarheid af te bakenen, doch veeleer op een eenheid doelt, die van buitenaf en door hooger gezag, in de Kerk van Christus aan het woord moet komen. Lijnrecht vloeien de tweeërlei stroomingen hier tegenover elkander. Er is een strooming die er op doelt, om met name de geleerden onder de Dienaren des Woords zelf hun eigen voorstelling omtrent de Waarheid te doen uitwerken en vast stellen. En tegenover deze steeds tot doling leidende actie staat dan in Gods Woord de prediking van een onveranderlijke waarheid, die niet door de Godgeleerden uitgedacht is, maar die van Hooger door de profetie is ontvangen. Kenerzijds is 't alles menschelijke verzinning, menschelijk uitdenksel, menschelijke voorstelling, die dan strekken moet om 't alles voor ons menschelijk denken duidelijk en verklaarbaar te maken, zoodat 't ten slotte wel schijnt, dat alle belijdenis uit onszelve opgekomen is, door ons eigen licht wordt beschenen, en door onze eigen verweerkracht in stand wordt gehouden. Alle profetie kan hierbij dan zoo goed als wegvallen. Thans toch komt 't schier eeniglijk op scherpte van blik, op diepte van gevoel en op volstrektheid van toewijding aan. Dit trok dan de zelfgenoegzame belijders aan. Er was niets wonderbaars, er was niets profetisch bijgekomen. Het was al te gader ontloken inzicht en gerijpte kennis, doch van wondere ontsluiering was geen sprake.

Het gevaar nu, dat 't aldus verloopen zou, is van meet af door de Apostelen voorzien, en hierom nu is het, daf ons onmiddelijk na den grooten Pinksterdag alle neiging om in eigen verzinning en inzicht te berusten, principieel - wordt afgesneden. Neen, de Kerk van Christus zou niet wachten op een latere toekomst, waarin van lieverlede het licht der waarheid door haar zou ontstoken worden. Van meet af zou de Kerk vast iri haar geloof en in haar belijdenis staan. En daarom nu ging onverwijld na den grooten Pinksterdag het beslissende getuigenis uit, dat de gezamenlijke geloovigen hun steunpunt niet in zich zelven, maar in het Apostolaat vonden. En zulks wel niet, alsof de Apostelen slechts algemeene denkbeelden aanbevalen. Eer integendeel verrast het ons, zoo beslist als hier van de leer der Apostelen gesproken wordt. Niet, alsof de Apostelen reeds geschriften hadden uitgegeven, om hun leer en belijdenis te boekstaven. Neen, eeniglijk doelde wat er staat op het breede en omvattende getuigenis, dat Petrus, mede in naam van de overige Apostelen, op den Pinkstermorgen had laten uitgaan. Die prediking dat was de belijdenis, dat was de getuigenis, dat was de leer der Apostelen, en het is aan die leer der Apostelen dat de Kerk van meet af gebonden wordt, terwijl het ér zoo nadrukkelijk bij staat, hoe, althans in die dagen, geheel de geloovige schare in het vasthouden aan de leer der Apostelen had volhard.

Ook in onze dagen heeft deze zoo stellige en alomvattende uitspraak zoo hooge en zoo geheel eenige beteekenis. Ook thans toch gaat 't nogmaals om dezelfde worsteling als die toentertijd intrad. Ge hoort 't ook nu op alle manier en van allen kant, hoe er keer op ketr Godgeleerden van naam optreden, die met de Apostolische voorstelling braken, eigen inzicht daarvoor in de plaats schoven, en nu aan de half geloovige schare diets maken, dat 't niet aan de voorstelling hangt, en veel min aan wat op den grooten Pinksterdag de leer der Apostelen was, maar dat wij zelf 't zijn, die, uit alle ons verstrekte gegevens saam, de aanpassende en ons heilige belijdenis zelve moeten opmaken. Het zijn dan de geleerde theologen die hierbij voorgaan. En in stee van op den Pinksterdag te danken, dat de leer, der Apostelen, toen ter tijd aan Christus Kerk de onmisbare vastheid bood, acht men. zich veel hooger te kunnen verheffen door de traditie op zij te schuiven, en alsnu de vrucht van eigen studie en eigen verzinning daarvoor in plaats te mogen schuiven. Feitelijk zou dus op den grooten Pinksterdag niets dan bittere zelfmisleiding zich van de geesten hebben meester gemaakt. Niets dan zelfbedrog zou 't alzoo geweest zijn, alsof toen reeds de leer der Apostelen gold, en alsof aan die leer zich de Kerk aller eeuwen zou hebben vast te klampen.

Van zelf staat hier dan ook tegenover, dat wie gelooft om des Woords wille, onveranderlijk terug gaat op de leer der Apostelen gelijk ze reeds op den grooten Pinksterdag zich uitsprak. Niet aan de geleerden uit Schleiermapher's school, maar aan de Apostelen van den Pinksterdag .hangt onze dankbare belijdenis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 juni 1919

De Heraut | 4 Pagina's

„Volhardende in de leer der Apostelen.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 juni 1919

De Heraut | 4 Pagina's