Officieele Berichten.

Vrije Universiteit.

Men schrijft ons:

Het blijft een genot om den vooruitgang te constateeren van de Vrije Universiteit.

Vooruitgang in het land, maar obk in het buitenland. Afrika vooral toont eene belangstelling die de verwachting overtreft.

Zoo kan nu vermeld, dat de Kerk te Burgersdorp bij gelegenheid dat-zij met dank aan den Heere zich mocht verheugen een schuldvrij kerkgebouw te bezitten, nog een som van f 350 bijeenbracht tot vorming van een fonds, waar aan in Nederland door heeren studenten der Vrije Universiteit wordt gewerkt.

Dat fonds moet minstens f 50.000 zijn.

Minstens. Immers in 1905 werd een som van f 100.000 aan heeren Directuren_terhand gesteld, en hoewel het in 1920 wel geen gouden feest zal zijn, toch is het, gelet op de mindere waarde van het geld, niet te hoog gemikt, zoo nu de helft van dit bedrag wordt verwacht

En waar nu het buitenland zulke schoone voorbeelden geeft, kan er op gerekend, worden dat de broeders in Nederland niet zullen achter blijven

Vooral indien men er de aandacht aan schenkt, dat dit fonds dienen moet om minvermogende studenten bij hun studiën te steunen.

Studenten, om het even of zij voor de Theologie, voor de rechten of voor de letteren of de faculteit der geneeskunde zijn ingeschreven.

Het is dan ook niet te verwonderen, dat het aantal studenten dat bij het studiefonds aanklopt, steeds toeneemt, en directeuren met verlangen uitzien naar vermeerdering van inkomsten voor dit fonds.

Reeds de eerste inzameling, hoewel nog lang niet afgeloopen, geeft goede hoop.

De commissie zond aan alle medewerkers eene circulaire, waarin verzocht werd om wat nu reeds verzameld is op te zenden en de daarvoor bijgezonden stortingsbüjetten te gebruiken.

Een verzoek waaraan nog eens herinnerd wordt, opdat binnenkort het vierde van het bedrag ontvangen zal zijn.

Laat dus ieder die zich met een bonboekje bezig houdt, zijn reeds ontvangen bedrag zenden, opdat het rentegevend kan worden gemaakt, en opdat de voorloopige rekening kan worden opgemaakt.

Elk bedrag, hoe klein ook, moet verzonden, en liefst per Giro, omda.t dit de meest zekere en goedkoopste wijze van verzending is, waardoor ook de administratie zeer vereenvoudigd wordt.

Men schrijft ons:

Het resultaat van de circulaire door H.H. Directeuren verspreid, waarin verzocht werd de contributie met 25 pCt. te verhoogen, begint hoe langer hoe meer in den smaak te vallen.

Sommige broeders vonden het wel wat kras om zoo maar op eens te zeggen »gij zult er wel geen bezwaar tegen hebben dat wij uwe contributie met 25 pCt. verhoogen, en mocht dat het geval zijn, wil dan bijgaande kaart terug zenden." Maar vele van deze broeders hebben toch later ingezien, dat het nu niet zoo heel erg was om zulk een verzoek te doen, ja nog eens nader over de zaak nadenkende, konden ze niet anders dan hunne instemming er mede betuigen en niet 25 maar 50 pCt. of meer op hun contributie leggen.

Vooral waar de broeders correspondenten of leden van het locaal comité met bezoek of met geschrift nog eens op verhooging aandrongen, is het resultaat schitterend.

Let bijv. op Kralingen. De contributie bedroeg daar voor 1918 ƒ 262.25 en is nu verhoogd tot f 352.15, dus steeg het bedrag met ruim 34 pCt.

Van de 165 contribuanten moesten er 48 bij hun vorige bijdragen blijven 5 anderen, waaronder de onderwijzers vooraan, verhoogden hunne contributie van bijv. f 1 op ƒ5 of ten minste met 100 pCt. Het is verrassend, dit goed inzicht waar te nemen.

Het lager onderwijs heeft gelijkstelling gevonden door voortdurende particuliere bijdragen; wat kan men nu beter doen dan deze zelfde manier van strijdvoeren voor het hooger onderwijs in praktijk brengen ? Het verband tusschen het lager en hooger onderwijs behoeft vooral niet voor de mannen van het onderwijs uiteengezet te worden.

Gaat de contributie aldus geregeld vooruit. met de inzendingen van de gelden voor het fonds 192Ö kon het wel beter. Om de gewenschte ƒ 50.000 te krijgen, is minstens ƒ 12.500 bij den eersten termijn noodig, en wij zijn nog niet op de helft. Maar geen tiende gedeelte van hen die medewerking hebben toegezegd, heeft nog geantwoord; er is dus nog veel te wachten. Op storting van den eersten termijn wordt dus aangedrongen.

Deputaten van de Gereformeerde Kerken voor de • Correspondentie met de H. Overheid brengen ter kennis der kerken,

dat bij schrijven van 11 Juli 1919 van he Departement van Justitie Afd. 1 C No. 708 bericht is ingekomen, dat de kerkeraad van de Gereformeerde kerk te Nes en Wierum, provincie Friesland (W. D.), bij adres van de Koningin heeft te kennen gegeven dat bedoelde kerk Voortaan is gesplitst in : ééne Gereformeerde kerk te Nes (W. D.) en ééne Gereformeerde kerk te Wierum (W. D.).

Diens volgens is op de lijst van de Gereformeerde Kerken als gedeeld geschrapt onder No. 110 de Gereformeerde kerk te Nes en Wierum, en geplaatst onder No. 924 de Gereformeerde kerk te Nes en onder No. 925 de Gereformeerde kerk te Wierum.

Namens Deputaten

H. BOUWMAN, Secr.

Door de Classis Enkhuizen zijn den 14 Juli praeparatoir onderzocht en met algemeene stemmen toegelaten tot het staan naar de Bediening des Woords en der Sacramenten in de Geref. kerken L. van Urk, van Urk, cand. aan de Theol. School, en W. J. J. Velders naar Art. VIII D. K. O.

Beiden stellen zich terstond beroepbaar.

Namens de Classis Enkhuizen.

F. ZANTINGE. Scriba..

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen