Buitenland.

Engeland. Engeland's roeping voor de zending. Een Antirevolutionaire partij in wor-ding? Bioscoop en misdaad.

Het wordt in Engelsche Christelijke kringen gevoeld, dat men voor het vervolg ook een taak zal hebben te volbrengen in het buitenland. Het is wel waar, dat de fiaantieele draagkracht minder geworden is, maar dit mag geen verhindering zijn om het werk Gods buiten Engeland ter hand te nemen. Wij lazen in een Eugelsch Christelijk blad daaiover een artikel, waarin gewezen werd op het boek van Jona. Daarin wordt een vingerwijzing gegeven omtrent den zendingsplicht die door de Kerk des Heeren is te volbrengen, terwijl er ook in uitkomt, hoe zelfs een profeet Gods meer kan te doen hebben met zijn wonderboom, dan met de zielen van menschen. De Hcere sprak tol Jona: «Gij verschoont den wonderboom die in ééu nacht werd en in één nacht verging, en zou Ik dan die groote stad Niniveh niet verschoonen ? » Daarom geen vlieden voor het aangezicht des Heeren omdat er gebrek is aan geld. Dit bezwaar kan overwonnen worden, als de liefde van Christus dringt. Dan is er geen offer te zwaar. Laat ons hopen, dat deze woorden de stemming van het Engelsche Christenvolk weergeven.

Het komt in deze dagen sterk uit, dat er in Engeland geen staatkundige partij gevonden wordt, die het Woord Gods als een ban er omhoog houdt. De arbeiderspartij maakt zich op, om, als de algemeene verkiezingen gehouden worden, de teugels van het bewind in handen te nemen. De andere pattijen bereiden zich voor om dit te verhinderen. En nu wordt er gevraagd, of er niet een genoegzaam aantal Cnristelijke mannen te vinden is onder alle pariijen, die het eens worden omtrent een koers van een rechtvaardige actie, die zich bij de geheele natie zou aanbevelen ? Dan zou de klatsestrijd en de klasseregeering kunnen vermeden worden Zou hiermede de vorming eener parlij, die tegenover de Revolutie het Evangehe stelt, aangekondigd zijn?

Men klaagt in Engeland over het toenemend aantal misdaden, vooral onder de jeugdigen. De oorzaak wordt gezocht in den oorlog, maar daarbij moet ook de invloed van den bioscoop gerekend worden. De tuchtelooze jeugd wordt steeds meer bedorven door het aanschouwen van films, waarop daden van geweld, moord en doodslag voorgesteld worden. Dit is het oordeel van velen, die een onderzoek instelden naar de oorzaken van misdaden, en daarom er op aandringen, dat de 0> 'erheid het vertoonen van fi.ms die zedebedervend zijn, zal verbieden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen