GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. H. S. S. KUYPER. DE PILGRIMFATHERS IN NEDERLAND. Uitgave van J. H. Kok te Kampen.

Einde Augustus en begin van deze maand is, zoo ten onzent als in Engeland en Amerika, feestelijk herdacht het feit, dat eenige Engelsche PURITEINEN, die later »Pelgrim vaders" zouden heeten, met de MAYFLOWER naar AMERIKA overstaken en daar de kolonie »NEW ENGLAND" stichtten. Het doel van die reis was, zooals Müj. KUYPER in dit haar boekje terecht schrijft, »viij te zijn God naar Zijn Woord én hun geweten te dienen. Een vrijheid, die hun, in eigen vaderland, op straffe des doods verboden was."

Met de stichting van »NEW ENGLAND" is dit doel bereikt en daaruit is, zooals het meer gaat, een ander doel ontstaan en ook verwezenlijkt, de grondlegging van de Republiek der Vereenigde Staten van NOORD-AMBRIKA.

De omstandigheid, dat deze PURITEINEN, alvorens naar AMERIKA te gaan, van 1608—1620 in ons land hebben gewoond, maakt dat ook wij, NEDERLANDERS, aan de feestelijke herdenking deelnamen.

Doordat DE HERAUT de laatste maanden »in half uniform overzomerde, " komt de aankondiging van MEJT. KUYPER'S »post iestüm."

Toch mocht die aankondiging hier niet achterwege blijven.

En dat niet alleen uit courtoisie tegenover de schrijfster, maar ook omdat een feit van zoo verstrekkende en daarbij blijvende beteekenisin de historie van ons geslacht als dat wat zij beschrijft, nog in andere tijden in herinnering moet blijven, dan in zijn gedeukjaren of opzijn gedenkdagen.

Daarbij komt dat dit boekje, het telt maar 57 bladzijden, in velerlei opzicht geschikt is, om wat de Pelgrimvaders wilden en bestonden en wat onder Gods leiding daaruit geworden is, in herinnering te houden.

Het trof mij, hoe juist de schrijfster reeds terstond zoo het een als het ander typeert met de twee bijbelplaatsen Hebr. XI:13—16 en Jes. LX:22.

Maar ook is zij met het opstellen van dit geschrift niet over één nacht ijs gegaan. Zooals toch uit haar twee boeken over AMERiKa bleek, stond zij tegenover het in dit boekje behandeld onderwerp niet vreemd, en toch heeft zij, voor zich tot schrijven te zetten, den raad ingewonnen van twee op dit stuk betrouwbare gidsen. »Ik raadpleegde, " zoo deelt ze haar lezers mee, »De Pilgrimfathers" van Dr. D. Plooy, Secretaris van het Nederlandsche Pelgrimfathers-Comité", en »De Pilgrimfathers-herdenking in 1920, " door Prof. Dr. A. Eekhof, lid van bovengenoemd Comité en Hoogleeraar in de geschiedenis van het Gereformeerd Protestantisme aan de Universiteit te Leiden."

Laat mij er nog aan toevoegen, dat zij met onmiskenbaar belletristisch talent vertelt: wie die Pilgrimfathers waren; waarom ze weg gingen uit Engeland; wat wij, Nederlanders, met die Pilgrimfathers te maken hebben.

Dat in de wijze waarop MEJ. KUYPEE haar onderwerp beschrijft, de visie van haar Gereformeerde mentaliteit uitkomt, zal voor de meeste HEEAUT-lezers des te meer reden zijn om met dit haar jongste geschrift kennis te maken.

Toch heeft deze kijk op het onderwerp allerminst een trouw vermelden van de feiten der historie verhinderd. Ik ben het dan ook ditmaal goed eens , met den bekwamen KERK-NiBUWs-schrijver van de NIEUWE ROTTERDAM-SCHE COURANT, die, kort na de verschijning, van DE PILGRIMFATHERS IN NEDERLAND schreef: »Met het oog op de actualiteit van het onderwerp zal het boekje^ dat den oningewijde aardig oriënteert, wel zijn lezers vindenc

2. L. VAN ELK, MULTATULX'S «GEBED VAK DEN ONWETENDE", J. H. Kok, 1920, Kampen.

Toen ik, vluchtig-kijkend op den omslag dezer ons onlangs toegezonden brochure, in opzichtig-roode reuzeletters den naam MULTA-TULi en in letters van gelijke opzichtigheid, maat van wat meer bescheiden afmeting, het opschrift van DBKKER'S befaamd »Gebed< las, — was mijn eerste gedachte: idat is niets voor de HERAUT en zelfs niet ora^ zooals ik nog wel eens doe, ten einde mijn boekerij tegen overvoeding te behoeden, aan PATRIMONIUM of andere Christelijke Bonden en Vereenigingen cadeau te sturen.

Maar wat verder kijkend, kwam ik van deze gedachte al spoedig terug. Boven den, in het midden van het titelblad gedrukten, naam van den schrijver der brochure las ik »nader ontleed c en onder dien naam, in heel kleine lettertjes, > straatpred. der Geref. Kerk te's Gravenhagec. Eu wat deed verdwijnen mijn laatste min-gunstig vermoeden omtrent den aard dezer brochure, als 'n benauwenden morgen-droom bij het ontwaken, was, dat ik aan den voet van het titelblad den naam van den uitgever

J. H. KoK las.

Dit alles was me 'n verademing.

MULTATULI is geantikeerd.

Zijn gëusurpeerde reputatie vond haar graf in de geestelijke strooming van de niet-Christelijke religieusiteit onzer dagen, en wat zij ons als erfdeel naliet, is èn zijn, ook door mij reeds als student gewaardeerde, schrijftrant, waarvan mtê door de literaire beweging van '80 is geprofiteerd, èn wat hij met zijn MAX HAVE

LAAR voor INDIË gedaan heeft. Als > geestig" schrijver staat hij, in combinatie-gave, verre beneden HEINE, en hoe gaarne hij ook als wijsgeer poseerde, zij, die van philosophie eenig verstand hebben zijn het er over eens, dat zijn denkkracht niet haalt bij die van NIETZSCHE.

De MULTATULI-FEESTEN, dit jaar, ter herdenking van DouWBS DEKKER'S geboorte op 2 Maart 1820, gehouden, hebben in dit alles dan ook geen verandering gebracht.

Maar mist het blij ven-denken aan MULTATULI, anders dan als stylist en als propagandist voor verbetering van Indische toestanden ook zin toch was het lang niet misgezien van den heei: VAN ELK, dat hij op dat befaamde nGebed van den Onwetende" nog eens de aandacht vestigde.

De heer VAN ELK, Straatprediker der Gereformeerde Kerk te 's Gravenhage, is mij geheel onbekend. Ik weet niet of bij, als andere straatpredikers die ik zoo ten onzent als in het buitenland wel eens in functie zag, een man is van min of meer hooge maatschappelijke positie. Maar wat ik uit zijn boekje geleerd heb is, dat hij voor het ontleden van dit zoo profane gedicht van den ongodist DEKKEB de rechte man was.

Zeker, op 'n gebed, op het heel intiem spreken van den mensch tot God, voegt geen kritiek. Maar dit is geen gebed.

De geachte schrijver analyseert en kritiseert dit God-tergend stuk dan ook zoo, dat het in zijn holheid en verdwaasdheid uitkomt.

En, blijkbaar gedachtig aan het »de mensch handelt naar dat hij is, " kon hij dal te eerder, doordat hij met het raadplegen van een rijke litteratuur over DOUWES DEKKER, een litteratuur wier vermelding men op de laatste pagina der brochure vindt, zich in diens persoonlijkheid had ingedacht.

Of dat iGebed van den Onwetende" nu al die moeite waard'is?

Nu, MULTATULI is, in meer dan één zin, dood. Maar zijn geest spookt, nog rond, in de kringen eener verlepte en ouderwetsche Vrijzinnigheid, en denkend, dat zij heel nieuwerwetsch doen, bidden zij in die kringen, kis ze nog bidden, het na.

üp dèze menschen zal VAN ELK'S kritiek niet veel uitwerken.

’n Kritiek van Gereformeerden kant en dan nog wel van 'n Gereformeerden straatprediker !

Laat het boekje maar eens kijken aan deze oude heeren, aan dit geslacht dat in de woestijn moet sterven en u zult zien hoe ze daar met schouder-gestoot en hoofd-gedraai en oogengeknip op reageeren,

Anders staat het echter met de vlegelachtigheid der rijpere jeugd van niet Vrijzinnigen huize, die in haar opstandigheid, par esprit de contradiction, als zij te onzaliger ure het »Gebed van den onweiendet in handen krijgt, en het zonder er veel van te begrijpen, las, vertelt dat het zoo innig vroom is en dat die Multatuli toch ook wel bad, al deed hij het met een beetje andere, maar veel mooier woorden, dan men het te huis of zelfs wel in de Kerk doet.

Voor dit geslacht kan VAN ELK'S boekje deugd doen, en daarom was het schrijven er van wèl de moeite waard.

Als u zoo'n vlegelije ontmoet, geef het hem of haar, met een vriendelijk, ernaar nu moet je dit toch ook eens lezenc, in handen.

In de brochure gaat aan de rake kritiek op het »Gebed van den Onwetende c vooraf MUL-TATULi's LEVENSLOOP en MULTATULI'S KARAKTER.

Twee hoofdstukjes waarin niets wordt verbloemd, maar de eigengerechtigheid, die zelfs ook den mensch welke zichzelf als zondaarvoor-God heeft leeren kennen, nog in hart zit, wordt er door niets in gevoed.

3. STEMMEN DES TIJDS. Utrecht — G. J. A. Ruys .

Voor wie, onder ons, belangstellen in Wijsbegeerte, vestig ik hier de aandacht op de Studie van DR. O. NOREL JR. over PROF. GUN­ NING ALS wijsGEERiG DENKER in het Juli-en

Augustus Nr. van dit Maandschrift.

G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 september 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 september 1920

De Heraut | 4 Pagina's